Lezersrecensie
Een intrigerend verhaal met onvervulde beloften
Het boek Munt oefende op mij een mysterieuze aantrekkingskracht uit. De kaft is prachtig ontworpen met haar raadselachtige, mistige foto en zilveren letters en wist me onmiddellijk te overtuigen. En laat dat nu net het centrale thema zijn van het boek: aantrekkingskracht.
Drie verschillende personages zijn elk op hun eigen manier in de ban van een munt, die zijn geheimen slechts met veel weerstand wil prijsgeven. Plamedi is een ex-kindsoldaat uit Congo die in het diepst van het regenwoud een eeuwenoude munt vindt en zijn kans schoon ziet de munt te gebruiken om zijn sombere toekomst in zijn herkomstland te ontsnappen. Eva is een Nederlandse pollenanalist die samen met een team Belgische archeologen de munt wil bestuderen om haar eeuwenoude geheimen bloot te leggen. En ten slotte is er Xiao Wei, een Chinees goudhandelaar met heimwee die hoopt dat de munt zijn ticket naar huis is.
De drie verhalen worden stukje bij beetje aan elkaar geweven en hier zit hem ook meteen de grootste kracht van het boek: het verhaal is spannend en goed opgebouwd. Osinga geeft de tekst ook een zekere gelaagdheid door niet chronologisch te werk te gaan. Het weet allemaal voldoende te boeien om verder te lezen en als lezer kom je zeker niet van een kale reis thuis.
Maar hoewel ik voldoening haalde uit het boek, zaten er voor mij te veel onvolmaaktheden in om van een echt juweeltje te kunnen spreken. Er zijn drie elementen die mij op de lever lagen.
Ten eerste vond ik de schrijfstijl ronduit ergerlijk. Ze is bijzonder minimalistisch, eenvoudig en bondig. In sommige paragrafen komt het gemiddelde aantal woorden niet boven de tien uit. Het is misschien een ideaal boek voor iemand met een korte aandachtsspanne. Voor elk wat wils, maar mij lag het niet helemaal, voornamelijk omdat de stijl ook niet rijmt met de inhoud van het boek. Het verhaal draait namelijk om een Afrikaanse stichtingsmythe, en dat vraagt om wat lyriek. Niettemin maakt de eenvoudige schrijfstijl de meeste zinnen vrij kaal. Het Congolese regenwoud blijft dus vrij geurloos en kleurloos en op diepzinnige metaforen moet je bij Osinga ook niet zitten wachten. Door het gebrek aan literaire kracht, lijkt het wel alsof je naar een gitaar luistert waar pianomuziek uitkomt.
Ten tweede raakt Osinga zoveel thema's aan dat we door de bomen nog amper het regenwoud zien. Het postkolonialisme, het neokolonialisme van China, het paternalisme van de Belgische onderzoeksgroep, de lotsbestemming, Afrikaanse mythen, kindsoldaten, enzovoort. Maar geen enkel thema wordt echt diepgaand uitgewerkt. De thema's worden wel aangeraakt, maar zweven in het rond en zetten je als lezer niet aan om er echt kritisch of filosofisch mee aan de slag te gaan.
Ten derde zijn de personages allemaal erg vlak en zelfs cliché. Plamedi weet het meest te boeien, maar Eva komt wat zagerig over en Xiao Wei voelde zelfs aan als compleet overbodig. Osinga geeft hen wel een zekere context en achtergrond mee, maar ze komen nooit echt helemaal tot leven als personages waar je sterke emoties voor hebt. Het lijken eerder strategische schaakstukken in zijn mozaïsch verhaal.
De problemen hangen natuurlijk wat aan elkaar: door de simpele schrijfstijl krijgen de personages weinig kleur en moet je je niet aan grote filosofische vraagstukken verwachten. Mijn kritiek kwam op zijn hoogtepunt op p. 157 met de volgende zin: "In de stilte van de ochtend stelt ze [Eva] zichzelf vage, licht filosofische vragen." En dat is dan het einde van de paragraaf. Welke vragen ze zich stelt daar heeft de lezer het raden naar, want in de volgende paragraaf denkt ze gewoon na over wat een eikel haar ex is.
Niettemin ben ik misschien wat streng, dat wil ik toegeven. Het blijft een aangrijpend, verfrissend en gedurfd verhaal. En ik zou het zeker aanraden aan de juiste lezer. Afgezien van de ergernissen, heb ik het boek vrij goed verteerd en er zelfs plezier aan beleefd. Het zal me misschien gewoon niet zo lang bijblijven. En da's oké.
Drie verschillende personages zijn elk op hun eigen manier in de ban van een munt, die zijn geheimen slechts met veel weerstand wil prijsgeven. Plamedi is een ex-kindsoldaat uit Congo die in het diepst van het regenwoud een eeuwenoude munt vindt en zijn kans schoon ziet de munt te gebruiken om zijn sombere toekomst in zijn herkomstland te ontsnappen. Eva is een Nederlandse pollenanalist die samen met een team Belgische archeologen de munt wil bestuderen om haar eeuwenoude geheimen bloot te leggen. En ten slotte is er Xiao Wei, een Chinees goudhandelaar met heimwee die hoopt dat de munt zijn ticket naar huis is.
De drie verhalen worden stukje bij beetje aan elkaar geweven en hier zit hem ook meteen de grootste kracht van het boek: het verhaal is spannend en goed opgebouwd. Osinga geeft de tekst ook een zekere gelaagdheid door niet chronologisch te werk te gaan. Het weet allemaal voldoende te boeien om verder te lezen en als lezer kom je zeker niet van een kale reis thuis.
Maar hoewel ik voldoening haalde uit het boek, zaten er voor mij te veel onvolmaaktheden in om van een echt juweeltje te kunnen spreken. Er zijn drie elementen die mij op de lever lagen.
Ten eerste vond ik de schrijfstijl ronduit ergerlijk. Ze is bijzonder minimalistisch, eenvoudig en bondig. In sommige paragrafen komt het gemiddelde aantal woorden niet boven de tien uit. Het is misschien een ideaal boek voor iemand met een korte aandachtsspanne. Voor elk wat wils, maar mij lag het niet helemaal, voornamelijk omdat de stijl ook niet rijmt met de inhoud van het boek. Het verhaal draait namelijk om een Afrikaanse stichtingsmythe, en dat vraagt om wat lyriek. Niettemin maakt de eenvoudige schrijfstijl de meeste zinnen vrij kaal. Het Congolese regenwoud blijft dus vrij geurloos en kleurloos en op diepzinnige metaforen moet je bij Osinga ook niet zitten wachten. Door het gebrek aan literaire kracht, lijkt het wel alsof je naar een gitaar luistert waar pianomuziek uitkomt.
Ten tweede raakt Osinga zoveel thema's aan dat we door de bomen nog amper het regenwoud zien. Het postkolonialisme, het neokolonialisme van China, het paternalisme van de Belgische onderzoeksgroep, de lotsbestemming, Afrikaanse mythen, kindsoldaten, enzovoort. Maar geen enkel thema wordt echt diepgaand uitgewerkt. De thema's worden wel aangeraakt, maar zweven in het rond en zetten je als lezer niet aan om er echt kritisch of filosofisch mee aan de slag te gaan.
Ten derde zijn de personages allemaal erg vlak en zelfs cliché. Plamedi weet het meest te boeien, maar Eva komt wat zagerig over en Xiao Wei voelde zelfs aan als compleet overbodig. Osinga geeft hen wel een zekere context en achtergrond mee, maar ze komen nooit echt helemaal tot leven als personages waar je sterke emoties voor hebt. Het lijken eerder strategische schaakstukken in zijn mozaïsch verhaal.
De problemen hangen natuurlijk wat aan elkaar: door de simpele schrijfstijl krijgen de personages weinig kleur en moet je je niet aan grote filosofische vraagstukken verwachten. Mijn kritiek kwam op zijn hoogtepunt op p. 157 met de volgende zin: "In de stilte van de ochtend stelt ze [Eva] zichzelf vage, licht filosofische vragen." En dat is dan het einde van de paragraaf. Welke vragen ze zich stelt daar heeft de lezer het raden naar, want in de volgende paragraaf denkt ze gewoon na over wat een eikel haar ex is.
Niettemin ben ik misschien wat streng, dat wil ik toegeven. Het blijft een aangrijpend, verfrissend en gedurfd verhaal. En ik zou het zeker aanraden aan de juiste lezer. Afgezien van de ergernissen, heb ik het boek vrij goed verteerd en er zelfs plezier aan beleefd. Het zal me misschien gewoon niet zo lang bijblijven. En da's oké.
1
Reageer op deze recensie