Een grappige, maar soms langdradige roman over Alzheimer
Op jonge leeftijd Alzheimer krijgen en weten dat je binnenkort je kinderen niet meer zult herkennen, dat moet verschrikkelijk zijn. Het overkomt Claire. Zij is moeder van twee mooie dochters Caitlin en Esther, vrouw van een sexy man, Greg, en dochter van een wat bemoeizuchtige moeder, Ruth. Omdat Claire weet dat ze binnenkort haar geheugen verliest, start ze een boek met herinneringen. Iedereen mag er wat in schrijven, want misschien is het boek wel het enige dat in de toekomst overblijft van Claire. Tegelijkertijd houdt oudste dochter Caitlin angstvallig een geheim verborgen voor haar moeder. Moeders voelen echter alles aan, ook al verliezen ze hun geheugen, dus Claire is vastbesloten uit te vinden wat Caitlin voor haar verborgen houdt. En dan is er Ryan, een mysterieuze man, die Claire, ondanks dat ze al getrouwd is, vlinders in haar buik bezorgt.
Rowan Coleman schreef al twaalf boeken, maar dit is pas haar tweede roman die in het Nederlands verschijnt. De vorige roman die in het Nederlands werd uitgegeven was Twintig regels liefde. Ook deze roman gaat over een pittig onderwerp. Namelijk over een vrouw die brieven schrijft aan de geliefden van stervende patiënten. Coleman gaat gevoelige onderwerpen dus niet uit de weg. Net als haar vorige roman wordt ook deze ondanks het zware thema niet zwaar. Er valt af en toe wat te lachen, je leest het verhaal vanuit verschillende perspectieven. Soms overdrijft Coleman helaas in het uitleggen en zijn de herinneringen wat voorspelbaar. Op die momenten houdt ze de aandacht van de lezer niet altijd vast.
Coleman maakt de roman minder zwaar door veel gebruik te maken van humor. Zo wordt Claire opgesloten in haar huis, omdat ze de neiging heeft weg te lopen en vervolgens te vergeten waar ze is. Op een moment verlaat ze verward het huis, terwijl ze alleen een pyjama aan heeft: “En ik wou dat ik was weggelopen met een beha aan: het heeft iets onzekers, wegrennen terwijl je weet dat je borsten op een neer schudden en alle kanten op gaan, flapperend als twee haringen. Maar het is niet anders. Als je gedwongen bent uit een gevangenis te vluchten, heb je niet altijd tijd om over je ondergoed na te denken.”
Soms laat Coleman wel erg weinig aan de verbeelding over, bijvoorbeeld doordat ze overdrijft in het benoemen van de gevoelens die de personages ervaren: “Ik weet wel dat dat wel het laatste is wat ze wil: haar dochter zien wegkwijnen en verschrompelen, precies ze bij haar man heeft zien gebeuren. Ik weet dat ze kapot is van verdriet en dat ze haar best doet om moedig te zijn en me te steunen, maar toch… Ik word er zo boos van. Haar goedheid maakt me boos. Ik probeer mijn hele leven al te bewijzen dat ik zo volwassen kan worden dat zij me niet meer de hele tijd hoeft te komen redden. Mijn hele leven lang heb ik me vergist.” Ook zijn de herinneringen uit het boek af en toe wat cliché. Dit maakt sommige stukken wat langdradig en saai om te lezen.
Dat het verhaal en de herinneringen uit het boek afwisselend door verschillende familieleden worden verteld zorgt er gelukkig toch nog voor dat je scherp blijft. Ook zorgen ze ervoor dat inleven in de personages makkelijker wordt. Zo lijkt de bemoeizucht van de moeder van Claire af en toe de spuitgaten uit te lopen, maar zorgt de herinnering ervoor dat ze beter te begrijpen is. De roman is dus af en toe wat langdradig en voorspelbaar, maar doordat Coleman het grappig houdt en je het verhaal door de ogen van verschillende personages leest, blijft het toch een vermakelijke roman om te lezen.
Reageer op deze recensie