Nog steeds actueel: Nella Larsen over identiteit en kleur
“Voor de honderdste maal stond ze weer versteld van de schakeringen binnen dit onderdrukte ras van haar. Een tiental varianten gleed voorbij. Ze zag roetzwart, glimmend zwart, taupe, kastanjebruin, brons, koper, goud, oranje, geel, perzik, ivoor, zachtroze, roomwit. Ze zag blond haar, bruin haar, zwart haar. Steil haar, ontkroesd haar, krullend haar, kroeshaar, wollig haar. Ze zag zwarte ogen in blanke gezichten, bruine ogen in gele gezichten..”
90 jaar hebben we moeten wachten op de Nederlandse vertaling van de boeken van Nella Larsen (1891 - 1964) en het was het wachten zeker waard! Het openbarende Quicksand en Passing zijn eindelijk vertaald naar het Nederlands door Lisette Graswinckel. Larsen was dochter van een Afro-Amerikaanse vader en Deense moeder. Ook won zij als eerste Afro-Amerikaanse vrouw de Guggenheim Fellowship for Creative Writing. Met Drijfzand en Schutkleur gebundeld kun je in één keer kennismaken met het grootste gedeelte van Larsen’s oeuvre; haar twee novellen. Zij schrijft licht autobiografisch en pijnlijk actueel over haar worstelingen met haar identiteit als dochter van een donkere vader en een blanke moeder.
Het kleine oeuvre van Larsen wordt gerekend tot de Harlem Renaissance. De Harlem Renaissance was een artistieke beweging van Afro-Amerikaanse schrijvers en kunstenaars aan het begin van de jaren twintig en kan opgedeeld worden in drie stromingen. De novellen van Larsen bevinden zich in de categorie: ‘aanpassing’. De zwarte persoon probeert in deze stroming zoveel mogelijk op een witte persoon te lijken. ‘Passing’ heet dat. Een verschijnsel waarin iemand zich uitgeeft voor iemand anders. En in de tweede novelle van dit boek, Schutkleur, is dat ook wat er gebeurt, al zijn de karakters hier van gemengde afkomst.
Twee vriendinnen in de jaren twintig van de vorige eeuw, Irene en Clare, met beiden een lichte huidskleur, maar van gemengde afkomst komen elkaar na lange tijd weer tegen. Ze geven zich zo nu en dan uit voor ‘witte vrouw’. Irene doet dit door af en toe thee te drinken in een restaurant waar je alleen als witte persoon mag komen. Clare gaat echter veel verder, want zij trouwt met een racist en verzwijgt haar donkere afkomst. Irene weet niet wat ze aan moet met die vriendin die haar afkomst zo verloochent.
Het tragische Drijfzand gaat over Helga Crane, dochter van een witte Deense moeder en een zwarte West-Indische vader. Helga reist de wereld over op zoek naar een thuis. Van het zwarte Harlem waar ze niet helemaal vrij kan zijn, tot het witte Denemarken waar ze wordt bestempeld als een exotische vogel. Na een periode van rust, wordt Helga telkens overvallen door rusteloosheid. Ze kan dan niet anders dan weer vertrekken. Die rusteloosheid voel je ook als lezer. Vooral na het lezen van Drijfzand blijf je verbluft achter, overvallen door de kracht van de herhaling, het onverwachte einde en het daarbij behorende gevoel van ontheemd zijn.
De boeken lezen soms net als een romantische comedy a la Bridget Jones door de scherpzinnigheid en humor waarmee Larsen het gevoelsleven van haar protagonisten beschrijft:
”Haar klap was haars inziens volkomen gerechtvaardigd geweest, maar helemaal overtuigd daarvan was ze niet. Daarom had ze zich bedronken in de hoop door slaap te worden overmand, echter met als enige resultaat dat ze zich heel erg beroerd voelde.”
Je hebt de novellen dan ook zo uit en het voelt helemaal niet alsof je iets leest dat in 1928 voor het eerst uitgegeven werd. Tegenhanger van die lichte toon is echter de thematiek. Thema’s als kleur, de daaraan verbonden identiteit en het zoeken van vaste grond in deze wereld. De combinatie van de pijnlijk actuele thematiek en de manier waarop het gedrag van de personages ook in 2018 nog komisch herkenbaar is, maakt het lezen van deze novellen heel speciaal en confronterend.
Reageer op deze recensie