Lezersrecensie
Een "feest" van herkenning
Met welke verwachtingen stap je in een boek en waar zijn die verwachtingen op gebaseerd? Bij “Je gaat toch geen gekke dingen doen?” licht de ondertitel “handboek bipolaire stoornis” een behoorlijke tip van de spreekwoordelijke sluier op. Of toch niet?
Maak kennis met Francis. Francis heeft een Bipolaire Stoornis en heeft -naast stabiele perioden- last van depressieve en manische perioden. Aan de hand van dagelijkse momentopnamen deelt Francis haar gedachten en gevoelens met de lezer tijdens een van haar depressies, schetst een soort “overgangsfase” en geeft een inkijkje in een manische episode. Daarnaast krijg je en passant wat gezinssituaties mee waardoor je een klein beetje ziet welke impact Francis’ haar ziekte op haar man en twee zoontjes heeft.
Al snel is het echter duidelijk dat er van het beloofde “handboek” geen sprake is; de ervaringen van hoofdpersoon Francis lezen meer als een dagboek. Niet minder interessant overigens, want voor mensen die een dergelijke stoornis hebben, is het een ‘feest’ van herkenning.
Van je bed niet uit kunnen komen en het in de vaatwasser zetten van een kopje nog te veel vinden tot het invullen van gedachten van anderen en deze vervolgens als voldongen feiten zien. Maar ook de inktzwarte gedachten die je op het diepst van je depressie in hun greep houden.
“Het is verrassend mooi weer voor een weerzinwekkende dag. Ik zie wel dat de zon schijnt.
Ik zie het.
En ik voel niets.
(...) Ik wil de zwaarte en de nutteloosheid niet meer voelen. De angst voor weer een volgende dag. Ik wil niet meer”
Ondanks het loodzware onderwerp, heeft Ten Hagen getracht het geheel met een vette knipoog te schrijven. En dat lukt in de meeste gevallen heel aardig…
“Ik check mijn medicatie. Fucking Hell! Ik heb gisteren in het donker een dubbele dosis carbamazepine genomen!
“Karma” zou Xavi zeggen.
Carba denk ik”
…maar in een enkel geval slaat ze de plank behoorlijk mis. Bijvoorbeeld als ze de mogelijkheden voor zelfmoord op een rijtje zet en bij haar laatste optie aankomt:
“Toch maar pillen? Ik zou het in ieder geval kunnen proberen. Je moet een gokje wagen in het leven”
De ervaringen van Francis worden afgewisseld door enkele feitjes, quotes en tips zoals “het noodplan bij de bipolaire stoornis”, wat een psychotische depressie inhoudt maar ook het enigszins belerend overkomend “hoe voorkom je een medicijnvergiftiging?” Dit alles wordt geïllustreerd met tekeningen van Iris Boter, zelf succesvol schrijfster en illustrator van o.a. 'De Zoete Zusjes'.
Al met al toch best een goed concept om deze ziekte bespreekbaar te maken. Wat maakt dan dat je het boek na afloop enigszins onbevredigd dichtslaat? Is het de lichtvoetige manier waarop het onderwerp benaderd wordt? Of komt het door het ontbreken van de gewenste diepgang? Of is wellicht het summier aantal handvatten dat je nou juist zo graag terugziet in een handboek?
Het roept in ieder geval de vraag op voor welke doelgroep 'Je gaat toch geen gekke dingen doen' nou echt bedoeld is. Als we de auteur mogen geloven dan is dit “voor iedereen die geïnteresseerd is in de bipolaire stoornis” en wellicht zit hem daar de crux: met zo’n brede doelgroep kún je simpelweg de diepte niet in. Maar of met dit boek “iedereen die met bipolariteit te maken heeft” het door Roos Schlikker in het voorwoord beloofde “steuntje in de rug” geboden wordt, valt te betwijfelen.
Maak kennis met Francis. Francis heeft een Bipolaire Stoornis en heeft -naast stabiele perioden- last van depressieve en manische perioden. Aan de hand van dagelijkse momentopnamen deelt Francis haar gedachten en gevoelens met de lezer tijdens een van haar depressies, schetst een soort “overgangsfase” en geeft een inkijkje in een manische episode. Daarnaast krijg je en passant wat gezinssituaties mee waardoor je een klein beetje ziet welke impact Francis’ haar ziekte op haar man en twee zoontjes heeft.
Al snel is het echter duidelijk dat er van het beloofde “handboek” geen sprake is; de ervaringen van hoofdpersoon Francis lezen meer als een dagboek. Niet minder interessant overigens, want voor mensen die een dergelijke stoornis hebben, is het een ‘feest’ van herkenning.
Van je bed niet uit kunnen komen en het in de vaatwasser zetten van een kopje nog te veel vinden tot het invullen van gedachten van anderen en deze vervolgens als voldongen feiten zien. Maar ook de inktzwarte gedachten die je op het diepst van je depressie in hun greep houden.
“Het is verrassend mooi weer voor een weerzinwekkende dag. Ik zie wel dat de zon schijnt.
Ik zie het.
En ik voel niets.
(...) Ik wil de zwaarte en de nutteloosheid niet meer voelen. De angst voor weer een volgende dag. Ik wil niet meer”
Ondanks het loodzware onderwerp, heeft Ten Hagen getracht het geheel met een vette knipoog te schrijven. En dat lukt in de meeste gevallen heel aardig…
“Ik check mijn medicatie. Fucking Hell! Ik heb gisteren in het donker een dubbele dosis carbamazepine genomen!
“Karma” zou Xavi zeggen.
Carba denk ik”
…maar in een enkel geval slaat ze de plank behoorlijk mis. Bijvoorbeeld als ze de mogelijkheden voor zelfmoord op een rijtje zet en bij haar laatste optie aankomt:
“Toch maar pillen? Ik zou het in ieder geval kunnen proberen. Je moet een gokje wagen in het leven”
De ervaringen van Francis worden afgewisseld door enkele feitjes, quotes en tips zoals “het noodplan bij de bipolaire stoornis”, wat een psychotische depressie inhoudt maar ook het enigszins belerend overkomend “hoe voorkom je een medicijnvergiftiging?” Dit alles wordt geïllustreerd met tekeningen van Iris Boter, zelf succesvol schrijfster en illustrator van o.a. 'De Zoete Zusjes'.
Al met al toch best een goed concept om deze ziekte bespreekbaar te maken. Wat maakt dan dat je het boek na afloop enigszins onbevredigd dichtslaat? Is het de lichtvoetige manier waarop het onderwerp benaderd wordt? Of komt het door het ontbreken van de gewenste diepgang? Of is wellicht het summier aantal handvatten dat je nou juist zo graag terugziet in een handboek?
Het roept in ieder geval de vraag op voor welke doelgroep 'Je gaat toch geen gekke dingen doen' nou echt bedoeld is. Als we de auteur mogen geloven dan is dit “voor iedereen die geïnteresseerd is in de bipolaire stoornis” en wellicht zit hem daar de crux: met zo’n brede doelgroep kún je simpelweg de diepte niet in. Maar of met dit boek “iedereen die met bipolariteit te maken heeft” het door Roos Schlikker in het voorwoord beloofde “steuntje in de rug” geboden wordt, valt te betwijfelen.
4
Reageer op deze recensie