Lezersrecensie
Onverschilligheid
‘De vreemdeling’ een korte roman geschreven in 1942 door filosoof, journalist en auteur Albert Camus (1913-1960), geboren in Mondovi indertijd Frans-Algerije, hij ontving in 1957 de Nobelprijs voor de Literatuur.
Vandaag is moeder gestorven, zo begint het verhaal van het hoofdpersonage de atheïst Meursault een zwijgzaam gesloten type, hij is kantoorbediende bij een rederij. Tijdens de begrafenis van zijn moeder toont hij geen verdriet of rouw, hij lijkt onverschillig en begint de dag na de begrafenis een relatie met Marie. Buurman Raymond (pooier, met een Moorse vriendin) nodigt Meursault en Marie uit in een strandhuisje van zijn vriend Masson. Op het strand ontmoeten ze Arabieren (o.a. de broer van de vriendin van Raymond) er ontstaat een vechtpartij en Raymond wordt met een mes gestoken, hij heeft medische hulp nodig. Als Meursault alleen in de zinderende hitte terug wandelt over het strand ontmoet hij de Arabier met het mes, deze trekt opnieuw zijn mes, maar Meursault heeft de revolver van Raymond overgenomen en doodt de Arabier met de eerste kogel, om daarna nog vier keer te schieten op het roerloze lichaam. ‘En het was alsof ik vier keer kort aanklopte op de deur van het ongeluk.’
Meursault wordt gearresteerd en ontkent nooit dat hij de Arabier heeft vermoord. De aanklager richt zich tijdens het proces tegen Meursault daarom op diens onvermogen op berouw of verdriet, hij portretteert hem als een zielloze misdadiger die verdient om voor zijn misdaad te sterven. Uiteindelijk wordt Meursault veroordeeld tot publieke onthoofding (de guillotine).
In afwachting van het moment van executie bezoekt de gevangenis aalmoezenier hem, atheïst Meursault zegt dat hij niet in God gelooft. De aalmoezenier probeert hem toch op het rechte pad te brengen en zijn verbinding met God te herstellen, zegt: ‘Ik hoor bij u. Maar u kunt dat niet weten, want uw hart is verblind. Ik zal voor u bidden.’ De grote woede uitval richting de aalmoezenier zorgt ervoor dat deze zijn gevangeniscel verlaat.
Alleen in zijn cel denkt Meursault na over zijn situatie en vergelijkt deze met zijn moeder, hoe moest zij zich hebben gevoeld toen ze omringd was door dood en langzaam stierf in dat bejaardentehuis. Zijn laatste gedachte is dat een grote, haatdragende menigte bij zijn executie een einde zal maken aan zijn eenzaamheid en alles tot een volmaakt einde zal brengen.
‘De vreemdeling’ geeft je een indringende blik van het bestaan, een die je dwingt om na te denken over je eigen leven. Meursault keuzes leiden hem naar verdoemenis in deze wereld, maar welke keuzes zou jezelf maken? Helder en direct geschreven met een overweldigend effect.
“Aangezien dat we allemaal doodgaan, doet het wanneer en hoe er niet toe”
Vandaag is moeder gestorven, zo begint het verhaal van het hoofdpersonage de atheïst Meursault een zwijgzaam gesloten type, hij is kantoorbediende bij een rederij. Tijdens de begrafenis van zijn moeder toont hij geen verdriet of rouw, hij lijkt onverschillig en begint de dag na de begrafenis een relatie met Marie. Buurman Raymond (pooier, met een Moorse vriendin) nodigt Meursault en Marie uit in een strandhuisje van zijn vriend Masson. Op het strand ontmoeten ze Arabieren (o.a. de broer van de vriendin van Raymond) er ontstaat een vechtpartij en Raymond wordt met een mes gestoken, hij heeft medische hulp nodig. Als Meursault alleen in de zinderende hitte terug wandelt over het strand ontmoet hij de Arabier met het mes, deze trekt opnieuw zijn mes, maar Meursault heeft de revolver van Raymond overgenomen en doodt de Arabier met de eerste kogel, om daarna nog vier keer te schieten op het roerloze lichaam. ‘En het was alsof ik vier keer kort aanklopte op de deur van het ongeluk.’
Meursault wordt gearresteerd en ontkent nooit dat hij de Arabier heeft vermoord. De aanklager richt zich tijdens het proces tegen Meursault daarom op diens onvermogen op berouw of verdriet, hij portretteert hem als een zielloze misdadiger die verdient om voor zijn misdaad te sterven. Uiteindelijk wordt Meursault veroordeeld tot publieke onthoofding (de guillotine).
In afwachting van het moment van executie bezoekt de gevangenis aalmoezenier hem, atheïst Meursault zegt dat hij niet in God gelooft. De aalmoezenier probeert hem toch op het rechte pad te brengen en zijn verbinding met God te herstellen, zegt: ‘Ik hoor bij u. Maar u kunt dat niet weten, want uw hart is verblind. Ik zal voor u bidden.’ De grote woede uitval richting de aalmoezenier zorgt ervoor dat deze zijn gevangeniscel verlaat.
Alleen in zijn cel denkt Meursault na over zijn situatie en vergelijkt deze met zijn moeder, hoe moest zij zich hebben gevoeld toen ze omringd was door dood en langzaam stierf in dat bejaardentehuis. Zijn laatste gedachte is dat een grote, haatdragende menigte bij zijn executie een einde zal maken aan zijn eenzaamheid en alles tot een volmaakt einde zal brengen.
‘De vreemdeling’ geeft je een indringende blik van het bestaan, een die je dwingt om na te denken over je eigen leven. Meursault keuzes leiden hem naar verdoemenis in deze wereld, maar welke keuzes zou jezelf maken? Helder en direct geschreven met een overweldigend effect.
“Aangezien dat we allemaal doodgaan, doet het wanneer en hoe er niet toe”
1
Reageer op deze recensie