Gruwelijk én spannend.
Is een thriller alleen een thriller als er thriller op het omslag staat? Wie deze vraag bevestigend beantwoordt, mist waarschijnlijk de roman Aprilrood van de Peruaanse schrijver Santiago Roncagliolo. En dat is, geloof me, werkelijk een gemis. Want Aprilrood is een gruwelijk spannend boek. Of beter nog: gruwelijk én spannend.
Het verhaal speelt in het voorjaar van 2000 in de provincie Huamanga. Officieel heeft het regeringsleger de strijd met de guerrillabeweging, Sendero Luminoso, in zijn voordeel beslist, maar in de bergen is de dreigende aanwezigheid van de zonen van het volk nog dagelijks voelbaar. Tijdens het carnaval wordt een lijk ontdekt. Het blijkt te gaan om de overblijfselen van een man tussen de veertig en vijftig. De manier waarop hij om het leven is gebracht, doet sterk denken aan een afrekening van Sendero. Een van zijn armen is afgehakt en in zijn voorhoofd is met een slagersmes een kruis gekerfd. Daarna is hij met kerosine overgoten en in brand gestoken. Het slachtoffer moet op dat moment nog in leven zijn geweest.
Officieel hoeft adjunct-districtofficier van justitie Chacaltana niet meer te doen dan van het voorval een rapport schrijven, maar de gruwelijkheden waarmee hij wordt geconfronteerd, nemen hem steeds meer in beslag. Want bij dat ene lijk blijft het niet. Er worden meer mensen vermoord en steeds op eenzelfde, lugubere manier. En iedere keer ontbreekt er een lichaamsdeel: een arm, benen, de romp. Langzaam dringt het tot Chacaltana door dat de moordenaars bezig zijn materiaal te verzamelen om een pop te maken: een pop van menselijke ledematen. Hij realiseert zich ook dat hij steeds de laatste was die de slachtoffers in leven heeft gezien. Dat moet welhaast een slecht voorteken zijn. Dat is het inderdaad, al blijkt aan het eind alles anders dan ik, mét Chacaltana, steeds heb gedacht.
Aprilrood behoort tot een genre dat wel met de term faction wordt aangeduid: op feiten gebaseerde fictie. Volgens de auteur hebben de aanvalsmethoden van Sendero en de nogal hardhandige manier waarop de politie verdachten ondervraagt en geloof me: dat is bepaald een understatement werkelijk plaatsgevonden. Dat geldt evenzeer voor de gebeurtenissen in de Semana Santa van 2000, de Heilige Week waarin de gruwelijkheden hun hoogtepunt bereiken.
Het verhaal wordt verteld in de typisch Zuid-Amerikaanse stijl die ook schrijvers als Garcia Marquez en Vargas Llosa hanteren en die gekenmerkt wordt door een soort plechtige afstandelijkheid. De hoofdpersoon wordt bijvoorbeeld consequent aangeduid met de officier of bij zijn volledige naam genoemd: Félix Chacaltana Saldivar. Die quasi-gewichtigheid staat in schril contrast met wat hem overkomt en dat maakt hem een beetje zielig. Chacaltana is een looser. Je bent een nietsnut zonder toekomst, Félix, heeft zijn moeder ooit gezegd. Je zult nooit iemand worden. Het past helemaal in de tragiek van dit soort personages dat het fout gaat zodra hij besluit een keer in zijn armzalige bestaan te brengen.
Je kunt je afvragen waarom Aprilrood niet gepresenteerd wordt als een psychologische thriller. Ongetwijfeld heeft dat te maken met de intenties van de auteur. Roncagliolo heeft een roman willen schrijven over eenzaamheid en over de grens tussen goed en kwaad. De uitwerking van het thema zorgt er echter voor dat zijn boek in meer dan één genre past: dat van de literaire roman én van de psychologische thriller. Hoe het ook zij: het blijft een gruwelijk, spannend boek.
Reageer op deze recensie