Een misdaadroman van middelmatig niveau
Als je vijftien jaar bent en een jongedame in de dop, hoor je je druk te maken over je uiterlijk. Over jeugdpuistjes, vet haar en of je toch vooral niet opvalt tussen de andere meiden op school. Dan moet je je niet hoeven af te vragen wie je moeder en je tweelingzus vermoord heeft, je vader overvallen heeft, en hoe jij wonder boven wonder de dans kon ontspringen. Toch zijn dat de vragen waarmee Lydia Kennford, een van de hoofdpersonen in Jane Casey's nieuwste roman, De laatste dochter, worstelt. Als zij op een zwoele zomeravond haar vaste baantjes in het zwembad heeft getrokken en nietsvermoedend naar binnen gaat, treft zij in de woonkamer een onbeschrijfelijk tafereel aan: vernield meubilair, bloed op wanden en vloer en twee lichamen die op een gruwelijke manier zijn verminkt. Haar vader ligt boven; gewond maar nog wel in leven. Het motief dat zich onmiddellijk opdringt, is wraak: dit moet het werk geweest zijn van iemand met grote, onbedwingbare frustraties. Iemand bijvoorbeeld die nog een appeltje te schillen had met Philip Kennford, Lydias vader, die een bekende strafpleiter is. Maar Kennford kan zo gauw niemand bedenken. Sterker nog: de arrogante jurist lijkt nauwelijks onder de indruk van wat er gebeurd is en stelt zich vooralsnog op het standpunt dat hij weinig te melden heeft wat zou kunnen helpen. Ook Lydia doet er het zwijgen toe en zo begint de politie aan haar onderzoek zonder ook maar de geringste aanwijzing. En dat blijft zo tot er iemand opduikt over wie de familie tot dan toe zorgvuldig heeft gezwegen.
Dochters, daar draait het om in deze misdaadroman. Of beter: de relatie tussen vaders en dochters. Casey schetst een ontluisterend beeld van emotionele verwaarlozing in een gezin dat het ogenschijnlijk aan niets ontbreekt. De Kennfords wonen in een chique villa in Wimbledon, een van de poshe wijken van London. Ze hebben een zwembad in de tuin en dikke autos voor de deur. Maar achter die deur heerst een ijzige kilte. Vader Philip is een gevoelloze psychopaat, moeder Vita een dwangneuroot, en dan zijn er nog de tweelingzussen Laura en Lydia die ieder op een eigen manier proberen te ontsnappen aan het ijzeren opvoedkundig regime van beide ouders, maar vooral van de vader: in heimelijke seksuele experimenten, of door zichzelf regelmatig te verminken. Het steriele design van de vertrekken in huize Kennford blijkt een perfecte weerspiegeling te zijn van de manier waarop de gezinsleden met elkaar leefden.
De laatste dochter is Jane Casey's vierde roman en de derde met rechercheur Maeve Kerrigan in de hoofdrol. Haar fans kennen intussen de belangrijkste ingrediënten: een hoofdpersoon met een turbulent liefdesleven en een aantal vooral mannelijke collegas die haar het leven zuur maken. Criticasters wijzen graag op de voorspelbaarheid die dit subgenre aankleeft en waar het Caseys werk betreft, hebben ze daarin volkomen gelijk. Het 'collegaatje pesten' van (vooral) Kerrigans chef, inspecteur Josh Derwent, kennen we intussen wel. Zulke scènes boeien alleen als de zondebok in kwestie zich daartegen op een passende manier verweert: gevat, sarcastisch waar nodig en in ieder geval zodanig dat de boosdoeners steeds met een koekje van eigen deeg de aftocht moeten blazen. En dat is helaas nooit het geval. Kerrigan is eigenlijk een beetje zielig, aandoenlijk hooguit. Maar een sterke vrouw zoals Sarah Finch in Casey's debuut Spoorloos is zij zeker niet.
Daarbij komt dat Jane Casey de eerste persoonsvorm, blijkbaar haar voorkeursperspectief, nog steeds wat onbeholpen hanteert. Een ik-verteller weet over eigen doen en laten in principe nooit meer dan hij of zij zelf waarneemt, maar Casey wisselt de 'monologue intérieur' regelmatig af met een afstandelijker verteltrant waarin Kerrigan haar eigen optreden beschrijft alsof het over iemand anders gaat, en dat wringt.
Caseys kracht ligt met name in het weergeven van dialogen — dat doet zij ijzersterk — maar daarin schiet zij zo ver door dat al snel alle spanning uit het verhaal verdwijnt. Een thriller is De laatste dochter dan ook niet. Een misdaad- of politieroman, van middelmatig niveau, meer niet. Drie sterren dus.
Reageer op deze recensie