Schrijft Elisabeth George haar boeken nog zelf?
Schrijft Elisabeth George haar thrillers nog zelf? Dat lijkt waarschijnlijk een merkwaardige opening voor een recensie van haar nieuwste Inspector Lynley-mysterie, maar uiteindelijk zal blijken dat die vraag toch zo gek nog niet is. Veertien romans schreef zij over de fijnbesnaarde rechercheur van adellijke komaf en zijn merkwaardige sidekick Barbara Havers . Veertien boeiende avonturen, waarin beide hoofdfiguren de nodige ontwikkeling doormaakten maar toch steeds over hetzelfde DNA bleken te beschikken. Vanaf de roman Careless in red (2008), die bij ons onder de titel In wankel evenwicht verscheen, werd echter alles anders. Lynley en Havers waren onherkenbaar veranderd en daarmee was ook hun relatie niet meer als voorheen; Lynley en Havers waren geen maatjes meer.
Zo is het ook in Lynley-Mysterie nummer zeventien, Een duister vermoeden. Thomas Lynley wordt op een zaak gezet die in eerste instantie geen zaak voor de politie lijkt te zijn: de noodlottige verdrinking van Ian Cresswell. Cresswell is een neef van Sir Bernard Fairclough, baron van Ireleth. Hij is rijk geworden met de fabricage van luxe toiletpotten, maar het zijn vooral zijn gulle giften voor het onderzoek naar alvleesklierkanker die Fairclough tot een vooraanstaand burger hebben gemaakt. En deze Fairclough weigert nu te geloven dat zijn neef een weliswaar onfortuinlijke maar desondanks natuurlijke dood gestorven is. Daarom schakelt hij commissaris Hillier van de London Metropolitan Police in, die op zijn beurt Lynley vraagt een kijkje te gaan nemen op Faircloughs landgoed in Cumbria, waar Cresswell om het leven is gekomen. Een vriendendienst dus, waarover Lynley in politiekringen voorlopig zijn mond moet houden. Daarom laat hij Barbara Havers thuis en doet hij evenmin een beroep op Winston Nkata, een andere vertrouweling binnen het korps. In hun plaats vraagt hij zijn vrienden Simon en Deborah St. James met hem mee te gaan, want met zn drieën werk je toch sneller dan alleen. En met succes, want stukje bij beetje slagen zij erin de raadsels te ontsluieren die rond de Fairclough-clan hangen en wanneer zij ten slotte weer naar London terugkeren, zijn diverse levens voorgoed veranderd.
Een duister vermoeden is geen rechttoe rechtaan verhaal. Het is meer een rijk palet aan perspectieven, die allemaal hun eigen geschiedenis toevoegen aan Lynleys zoektocht naar de ware doodsoorzaak van Ian Cresswell. Dat van Zed Benjamin bijvoorbeeld, die zo graag journalist wil worden en bij de boulevardkrant 'The Source' een kans krijgt te laten zien dat hij smeuïge verhalen schrijven kan. Van Nicolas Fairclough, Bernard Faircloughs zoon, die als ex-verslaafde probeert andere verslaafden tot een beter leven te bewegen, en van zijn bloedmooie vrouw Alatea, die maar één droom heeft: zwanger worden. Ook Debora St. James koestert dat verlangen en dat smeedt op den duur een band tussen beide vrouwen, wat het onderzoek meer belemmert dan Lynley lief is. Er is het verhaal van Niamh Cresswell, officieel Ian Cresswells weduwe, maar in werkelijkheid ook weer niet. Want Ian had haar al enige tijd geleden verlaten voor een man, Kaveh Mehran, en dat neemt zij hem meer dan kwalijk. Lynley heeft haar op zijn lijstje met verdachten dan ook met stip genoteerd.
Je hoeft je als lezer met dit nieuwe Inspector Lynley-mysterie niet te vervelen. Je moet dan wel van een beschrijvende stijl houden. Als Elisabeth George een werkdag plant, gaat zij er ook echt voor zitten en kijkt zij niet op een woordje meer of minder. De gemiddelde Elisabeth George telt meer dan vijfhonderd pagina's en dat kan best minder. Als je haar werk van voor 2008 kent, voelt wat daarna geschreven is als een te vaak gewassen trui: hij slobbert rond je lijf. Maar ongetwijfeld zijn er ook lezers die hiervan genieten, zoals ook Peter Robinson een schare bewonderaars weet te binden met wat Minette Walters ooit Yorkshire Writing noemde. Dat mag dus mijn grootste bezwaar tegen Een duister vermoeden niet zijn. Wel dat Lynley en Havers van hun DNA zijn beroofd. Ik kan me niet inbeelden dat Elisabeth George op het idee gekomen zou zijn haar protagonist een puur seksuele relatie te gunnen met hoofdinspecteur Isabelle Ardery en de echte Lynley zou nooit over Barbara Havers denken in termen als haar ergerlijke gewoonten; Havers is Havers en voor hem bijna even belangrijk als zijn vrouw Helen, die helaas door een misdrijf om het leven gekomen is. Het zijn niet de enige voorbeelden van afwijkingen in het DNA die doen vermoeden dat de Lynley-mysteries die sinds 2008 verschenen, het werk van een 'ghost writer' zijn, of van een team van dat soort lui. Van de kwaliteiten die Elisabeth George een prominente plaats in de wereld van de misdaadliteratuur hebben bezorgd, is in ieder geval maar weinig meer te bekennen.
Reageer op deze recensie