Het verdriet van Colombia
"Ik weet niet meer wanneer het besef rees dat het verleden van mijn land ongrijpbaar en ondoorzichtig voor me was, een duister gebied, en ik herinner me ook niet op welk moment precies al wat tot dan toe betrouwbaar en voorspelbaar was geweest (…) donkere hoeken kreeg waaruit bij de geringste onachtzaamheid de gruwelijkste monsters tevoorschijn sprongen."
Juan Gabriel Vásquez (1973) is een van de bekendste Latijns-Amerikaanse auteurs van dit moment, vooral gekend om zijn boek Het geluid van vallende dingen (2011) over de Colombiaanse drugshandel. In 2014 won hij daarmee als eerste Latijns-Amerikaanse schrijver de International IMPAC Dublin Literary Award. In een interview zei hij ooit: ‘Romans openen ruimte voor discussie, voor andere of nieuwe perspectieven op de werkelijkheid’, en die waarheid heruitvinden is precies wat Vásquez doet in zijn vuistdikke roman De vorm van ruïnes.
Als uitgangspunt neemt hij twee schijnbaar ongerelateerde politieke misdaden uit het verleden om het hedendaagse Colombia te beschrijven. Hij tracht de raakpunten tussen de moord op politicus en volksheld Jorge Eliécer Gaitán in 1948 en die op generaal Rafael Uribe Uribe in 1914 in kaart te brengen, en schuwt ook de vele samenzweringstheorieën hierrond niet. Zijn onderzoek is zo uitgebreid gedocumenteerd dat zelfs de link naar de moord op John F. Kennedy volkomen aannemelijk is. Het toont uitstekend aan dat geschiedenis vaak subjectief is, afhankelijk van wie deze vertelt. Zelf groeide Vásquez op ten tijde van het narcoterrorisme, tussen het geweld en de vele bomaanslagen. Het licht dat hij op het turbulente verleden van Colombia laat schijnen, wordt door dit autobiografische element nog tastbaarder.
Via een bevriende dokter komt Vásquez in contact met Carlos Carballo. Zowel dokter Benavides, wiens vader destijds de autopsie op Gaitán uitvoerde, als Carballo zijn gefascineerd door beide moorden. Door toeval komen enkele artefacten (een stuk ruggenwervel van Gaitán, en de schedel van Uribe Uribe) in Vásquez’ handen. Deze relikwieën doen vermoeden dat de officiële feiten rond de moorden toch niet helemaal waarheidsgetrouw zijn, en verschillende samenzweringstheorieën rond de moord op Gaitán worden onderzocht. In de tweede helft komt Vásquez via de notities en het naslagwerk van Carballo op het spoor van de moord op Uribe Uribe. Door de ogen van Marco Tulio Anzola, de man in 1914 belast werd met het parallelle onderzoek op de moord, krijgen we de gebeurtenissen uit eerste hand mee. Dit stuk is veel intenser geschreven, en het verlies van Vásquez als verteller doet de aandacht ietwat verslappen. Niettemin zijn de bronnen die hij hier aan het licht brengt fascinerend.
Voor Vásquez, die ten tijde van zijn onderzoek naar de moord op Gaitán net vader werd van twee dochtertjes, is het begrip erfenis van groot belang. De geschiedenis van een land is immers bepalend voor ons eigen wereldbeeld, en het feit dat zijn dochters niet zullen loskomen van de nalatenschap van geweld is hard.
De vorm van ruïnes vermengt verschillende genres. Zo zijn er stukken die lezen als een roman, andere als een autobiografie, of een politieonderzoek met historische elementen; het geheel is vooral een zeer interessant boek over de recente geschiedenis van Colombia. Vásquez beheerst als geen ander de kunst om in een enkele zin een verhaal neer te zetten. De vorm van ruïnes gaat in je kleren zitten, en er is maar één manier om naar zo’n werk te kijken dat je meer dan 500 pagina’s in de ban houdt: met diep respect.
Reageer op deze recensie