Benauwend familiedrama
“Verhalen dienen om er alles in te stoppen wat ons bang maakt, zo zijn we er zeker van dat het in het echte leven niet gebeurt.”
De Brusselse Adeline Dieudonné (1982) schreef aanvankelijk teksten voor het theater en won in 2017 met haar novelle Amarula de hoofdprijs van een schrijfwedstrijd. Een opmaat voor haar debuut dat een jaar later volgde, en na het verpletteren van de Franstalige boekenwereld ook in de Lage Landen bovenaan alle lijsten kwam te staan. De stroom aan prijzen en nominaties is nog steeds niet opgedroogd. Een vergelijking met auteur Lize Spit dringt zich op, en niet onterecht. Beiden kwamen compleet uit het niets met hun rauw debuut over een vrouw op zoek naar vergelding, kenden een overweldigend succes en zagen hun boek al gauw groter worden dan zichzelf. Van beide boeken zijn intussen ook de filmrechten verkocht.
Aan het woord in Het echte leven is de dochter uit een disfunctioneel gezin in een mistroostige nieuwbouwbuurt. In de wijk staan een vijftigtal huizen 'als grafstenen op een rij' en gezien niemand elkaar er echt kent, kan het leven van een gezin tussen vier muren ongemerkt ontsporen. We volgen de naamloze hoofdpersoon en haar broertje Gilles gedurende vijf jaar. Ze vermaken zich op het nabijgelegen autokerkhof, vertellen elkaar sprookjes en blijven vooral zo ver mogelijk uit de buurt van hun dominante vader en diens lugubere hobby. De kadaverkamer waar hij zijn jachttrofeeën opzet en bewaart is verboden terrein. Zijn kinderen mogen dan wel beschermd zijn tegen de gruwelen uit deze ruimte, het weerhoudt er hem niet van zijn kroost op talloze andere manieren te terroriseren. “De dood woonde bij ons in huis. En hij bespiedde me met zijn glazen ogen.”
Over de moeder wordt minachtend gesproken als 'de amoebe'. Het is een vrouw zonder ruggengraat (“Ik weet niet of ze al bestond voor ze hem ontmoette”), die puur in functie staat van het bedienen van de nukken van haar man en eens in de paar weken de klappen opvangt na een gewelddadige uitbarsting. Waar ze voor haar kinderen duidelijk in tekortschiet, compenseert ze door het beschermen van haar geliefde geiten. Het grootste plezier van de kinderen wordt elke dag aangekondigd door Tsjaikovski’s Bloemenwals en komt in de vorm van een vriendelijke ijscoman. Wanneer zich voor hun ogen een uiterst schokkend tafereel afspeelt en ze eens te meer aan hun lot worden overgelaten, wordt de Bloemenwals een regelrechte kwelling. Het voorval zal Gilles voor altijd veranderen en zijn zus raakt bezeten van het idee om hem terug heel te maken. Eerst door een tijdsmachine te willen bouwen die het drama kan voorkomen, later door zich op de fysica te storten en een intellectuele ontsnapping uit het gezin voor te bereiden. Dit terwijl Gilles steeds verder afglijdt en hun vader nog sadistischer blijkt dan je voor mogelijk had gehouden.
In Het echte leven zijn dieren alomtegenwoordig. Ze schuilen in kleine hoekjes en zijn het onderwerp van talloze metaforen. Het zijn de karkassen van kapotte auto’s op het metaalkerkhof in de buurt, de kadavers van haar vader en de huisdieren die zoveel mishandeling ondergaan. De sprookjes geven het geheel iets onschuldigs, maar iedereen weet dat die boordevol ellende zitten.
Dit is zo’n boek dat je leest met een constante knoop in je maag. Je weet dat de klappen die je als lezer incasseert maar een voorbode zijn van de apotheose van geweld waar naartoe gewerkt wordt. Het is maar hoe je een boek beoordeelt; enerzijds is Het echte leven allesbehalve aangenaam om te lezen door die voortdurende kwelling, anderzijds heeft Dieudonné hier een origineel, beklijvend en ijzersterk verhaal afgeleverd.
Reageer op deze recensie