Wie zoekt, die vindt
‘Hij die een reden tot leven heeft, kan vrijwel alle levensomstandigheden verdragen.’ (Nietzsche)
Willen we niet allemaal eeuwig jong blijven? Honderdplusser worden en daarbij ook nog eens elke dag gelukkig zijn? Het ligt voor iedereen binnen handbereik, want het enige dat je nodig hebt is ikigai, een concept dat zich het best laat vertalen als ‘het geluk altijd bezig te zijn’, en een antwoord biedt op de aloude vraag ‘Wat is de zin van het leven?’. Het begint allemaal in Ogimi, een klein dorpje op het Japanse eiland Okinawa, waar de meeste honderdjarigen ter wereld wonen, die bovendien ook nog eens allemaal buitengewoon actief en gelukkig zijn. Francesc Miralles en Héctor García trokken naar Japan om er de eeuwelingen te interviewen, hun leefgewoontes te onderzoeken en zo het geheim van hun hoge leeftijd te achterhalen. Conclusie: de sleutel tot geluk is ikigai, je persoonlijke passie of levensdoel dat je een reden geeft om op te staan en altijd bezig te blijven.
Om maar met de deur in huis te vallen, de titel van dit boek is een tikkeltje misleidend. Met ‘Ikigai, het Japanse geheim voor een lang en gelukkig leven’, en verder ‘de missie van dit boek is het je helpen te vinden’ verwacht je dat de auteurs je effectief naar deze Heilige Graal zullen leiden. In werkelijkheid is ikigai slechts één van de vele tips die je hier aantreft, en het is een grote uitdaging om tussen de lijnen je eigen invulling aan het concept te geven. Je wordt slechts een beetje op weg gezet, onder andere door flow. Wanneer je helemaal opgaat in wat je graag doet en wat goed voelt, kun je het besef van tijd vergeten. Integreer dát meer in je leven en je bent goed op weg om je ikigai te vinden. Helaas worden er slechts twee concrete voorbeelden gegeven: tuinieren (blijkbaar hebben alle honderdjarigen in Ogimi een moestuin) en kunst.
Dit gezegd zijnde rest echter nog een schat aan nuttige tips omtrent gezonde gewoonten die aan de basis liggen van een lang en gelukkig leven. Er wordt ingegaan op het belang van gezonde voeding en de werking van antioxidanten. In Japan leeft men volgens het principe van hara hachi bu, oftewel je slechts tot 80% vol eten waardoor je lichaam niet teveel energie verspilt aan het verteringsproces. Je krijgt tips om te ontspannen, beter te slapen en af te kicken van elektronica. Speciale aandacht gaat uit naar het gevaar van zitten. Lichaamsbeweging wordt aangemoedigd met een korte inleiding op onder meer yoga, tai chi en qi gong, met de belangrijkste oefeningen. Het belang van mentale veerkracht wordt onderstreept, hoe je sterker kan worden bij tegenslagen en dat verandering iets is om te omarmen.
De auteurs geven tevens een beknopte geschiedenis van de logotherapie van Viktor Frankl, die zijn sessies steevast begon met de vraag ‘waarom pleeg je geen zelfmoord?’, wat de patiënt er toe moest aanzetten zijn eigen bestaansreden te motiveren. In Japan ontstond met de Morita-therapie een gelijkaardige stroming. Deze laatste kreeg invloeden mee uit het zenboeddhisme, en verschilt op één cruciaal punt: waar de logotherapie het denken en de daaruit vloeiende emoties wil veranderen, is het punt van de Japanse aanhanger om je gedachten te aanvaarden zoals ze zijn, je karakter ontwikkelt zich immers naar de situatie. Beide therapieën stellen het ontdekken van je levensdoel centraal.
Het leesplezier van dit werk wordt vergroot door de vele afwisselingen. Zo zijn er naast de talloze lijstjes ook hoofstukken met getuigenissen van super honderdplussers en hun persoonlijke geheim, anekdotes, verhalen en een reisverslag van de auteurs in Okinawa. Kortom, geen klassiek zelfhulpboek, maar een vat vol praktische tips waar je meteen mee aan de slag kunt. Die ikigai vinden we later nog wel.
Reageer op deze recensie