Ode aan de vriendschap
“Tussen de fletse kleine sterren straalde een grote lichtbal. Mijn eerste gedachte dat dit de maan was klopte niet: op een andere plek aan de hemel zag ik de maan. En terwijl ik ernaar keek, zag ik de lichtbal steeds groter worden. Het licht kwam dichterbij.”
We leren de zesjarige Niels kennen als een verlegen, wereldvreemd en somber jongetje. Aangespoord door zijn moeder laat hij zich op een middag op sleeptouw nemen door een oudere buurjongen en zijn vriend, die hem opjutten om belletje trek te doen bij de plaatselijke kinderlokker. Ze tillen de arme jongen, die te klein is om zelf bij de bel te komen op, en laten hem tot zijn afschuw achter met zijn jas vastgehaakt aan de deurklopper. Meneer Bergmans doet open.
Met deze ongelukkige ontmoeting vangt Witte gaten aan. De Nederlandse Guido Bottinga (1963) schreef hiermee na enkele kinder- en young adult boeken, zijn eerste roman voor volwassenen.
Enkele jaren later komt Niels weer in contact met meneer Bergmans. Hij blijkt een gepensioneerde professor astronomie, ooit dicht bij het vinden van de zogenaamde general theory, die de relativiteitstheorie met de kwantummechanica zou verbinden. Meneer Bergmans stimuleert de hoogbegaafde jongen door hem te laten kennismaken met zijn liefde voor het heelal en de sterrenkunde, onderwijst hem in de wiskunde en laat hem proeven van de filosofie, klassieke muziek en gastronomie. Met zijn autistische zoon Matthijs zet Niels grootse projecten op touw, en voor het drietal gaat een nieuwe wereld open. Gaandeweg komen we te weten wat meneer Bergmans tot zijn kluizenaarsbestaan heeft gedreven.
De vriendschap tussen Niels en de professor leidt tot een ambitieuze poging een theorie te ontwikkelen over zogenaamde witte gaten, plaatsen in het heelal waar sterren geboren worden. In hun inspanningen om deze theorie op touw te zetten komen ze tot interessante inzichten over natuurkunde, filosofie en religie. Talloze wetenschappelijke passages worden op die manier op een heldere en intelligente manier in het verhaal geweven. Uit liefde voor de jongen geeft meneer Bergmans hem een waanzinnig geschenk en maakt daarmee tevens de ultieme opoffering, die hun levens voorgoed zal veranderen.
Witte gaten is een mooi coming-of-age verhaal over een geïsoleerde hoogbegaafde jongen die door zijn bijzondere vriendschap met een oude professor terug openbloeit. Bottinga trekt je moeiteloos het verhaal binnen, en geeft de leefwereld van een onzekere tiener erg goed weer, maar ontsnapt niettemin aan zijn juk van jeugdschrijver. Dit is met name op het einde erg ontgoochelend, omdat de losse eindjes zo gemakkelijk in elkaar vallen dat je je in een zoetsappige musical waant. Als jeugdboek zeker geslaagd, maar de volwassen lezer is zonder meer op zoek naar meer uitdaging.
Reageer op deze recensie