Lezersrecensie
Born to be wild heeft absoluut sterke kanten, maar het mist nog hier en daar uitwerking in de diepte.
De Vlaamse Ines Nijs debuteerde in 2020 met haar roman Onomkeerbaar. Twee jaar later verscheen haar tweede roman: De terugvlucht. In mei 2024 verscheen Born to be wild, haar eerste thriller, die meteen de start van de trilogie De Werchterthrillers vormt. In het dagelijks leven werkt Ines Nijs als freelance redacteur.
Lexi Callier is in Born to be wild streekreporter, maar ze ambieert de positie van onderzoeksjournalist. Om zichzelf te bewijzen, wil ze een reportage schrijven over de activiteiten van de Werchterse motorclub Sons of Jinx. Terwijl haar dochter op internaat verblijft, neemt Lexi de tijd om zich te integreren in de club. Al snel sluit ze vriendschap met motard Leo, die haar op sleeptouw neemt. Wanneer ze ook contact zoekt met de andere clubleden, botst ze op weerstand. Voor Lexi is dit een reden te meer om zich vast te bijten in dubieuze feiten die stilaan aan het licht komen. Lexi tast de grenzen van het gevaar af, maar de vraag is of ze dit zelf tijdig beseft.
Born to be wild verloopt vrij chronologisch, waarbij de personages af en toe terugdenken aan situaties uit het verleden. De auteur schrijft drie verhaallijnen uit, steeds vanuit de derde persoon. Hierbij was een vermelding van het personage bovenaan het hoofdstuk net iets handiger geweest voor een vlottere leesbaarheid. De verschillende leefwerelden vloeien mooi in elkaar over. De auteur is duidelijk bekend met het motorleven. De sfeer in en rond de motorclub wordt goed en realistisch weergegeven. Er worden specifieke termen gebruikt om de hiƫrarchie in de club aan te duiden. Deze hadden meer toegelicht mogen worden aan de lezer die niet vertrouwd is met de motorwereld.
De schrijfstijl van Ines Nijs kenmerkt zich door een heel vertellende aanpak, afgewisseld met een meer dynamische stijl vol dialogen. Haar zinsbouw en woordkeuzes zijn positief voor een fijne leeservaring. Echter zijn er hoofdstukken waarin de meer statische aanpak ervoor zorgt dat de afstand in beleving door de lezer te groot wordt. Zo is er een hoofdstuk waarbij hoofdpersonage Lexi op onderzoek gaat en in het volgende fragment blijkt dat ze in de val is gelopen. Wat is er ondertussen gebeurd? Hoe heeft het zover kunnen komen? Het meest spannende stuk ontbreekt dan volledig. Een gemiste kans en een grote tegenvaller in het verhaal. Ook in de rest van de opbouw ontbreekt het aan hints die de lezer kunnen laten speculeren. Naar het einde toe wordt het spannender, maar ook hier zitten gaten in het verhaal, waardoor de lezer niet op het puntje van de stoel komt te zitten. Hier is zeker nog werk aan de winkel voor de volgende delen in de trilogie.
Born to be wild heeft absoluut sterke kanten, maar het mist nog hier en daar uitwerking in de diepte. Dit resulteert in een middelmatig boek, dat eerder slechts lezers met interesse voor de motorwereld zal aanspreken.
Deze recensie verscheen eerder op Vrouwenthrillers.nl. Dankjewel, Vrouwenthrillers en uitgeverij Standaard / Manteau voor het recensie-exemplaar.
Lexi Callier is in Born to be wild streekreporter, maar ze ambieert de positie van onderzoeksjournalist. Om zichzelf te bewijzen, wil ze een reportage schrijven over de activiteiten van de Werchterse motorclub Sons of Jinx. Terwijl haar dochter op internaat verblijft, neemt Lexi de tijd om zich te integreren in de club. Al snel sluit ze vriendschap met motard Leo, die haar op sleeptouw neemt. Wanneer ze ook contact zoekt met de andere clubleden, botst ze op weerstand. Voor Lexi is dit een reden te meer om zich vast te bijten in dubieuze feiten die stilaan aan het licht komen. Lexi tast de grenzen van het gevaar af, maar de vraag is of ze dit zelf tijdig beseft.
Born to be wild verloopt vrij chronologisch, waarbij de personages af en toe terugdenken aan situaties uit het verleden. De auteur schrijft drie verhaallijnen uit, steeds vanuit de derde persoon. Hierbij was een vermelding van het personage bovenaan het hoofdstuk net iets handiger geweest voor een vlottere leesbaarheid. De verschillende leefwerelden vloeien mooi in elkaar over. De auteur is duidelijk bekend met het motorleven. De sfeer in en rond de motorclub wordt goed en realistisch weergegeven. Er worden specifieke termen gebruikt om de hiƫrarchie in de club aan te duiden. Deze hadden meer toegelicht mogen worden aan de lezer die niet vertrouwd is met de motorwereld.
De schrijfstijl van Ines Nijs kenmerkt zich door een heel vertellende aanpak, afgewisseld met een meer dynamische stijl vol dialogen. Haar zinsbouw en woordkeuzes zijn positief voor een fijne leeservaring. Echter zijn er hoofdstukken waarin de meer statische aanpak ervoor zorgt dat de afstand in beleving door de lezer te groot wordt. Zo is er een hoofdstuk waarbij hoofdpersonage Lexi op onderzoek gaat en in het volgende fragment blijkt dat ze in de val is gelopen. Wat is er ondertussen gebeurd? Hoe heeft het zover kunnen komen? Het meest spannende stuk ontbreekt dan volledig. Een gemiste kans en een grote tegenvaller in het verhaal. Ook in de rest van de opbouw ontbreekt het aan hints die de lezer kunnen laten speculeren. Naar het einde toe wordt het spannender, maar ook hier zitten gaten in het verhaal, waardoor de lezer niet op het puntje van de stoel komt te zitten. Hier is zeker nog werk aan de winkel voor de volgende delen in de trilogie.
Born to be wild heeft absoluut sterke kanten, maar het mist nog hier en daar uitwerking in de diepte. Dit resulteert in een middelmatig boek, dat eerder slechts lezers met interesse voor de motorwereld zal aanspreken.
Deze recensie verscheen eerder op Vrouwenthrillers.nl. Dankjewel, Vrouwenthrillers en uitgeverij Standaard / Manteau voor het recensie-exemplaar.
1
Reageer op deze recensie