Lezersrecensie
Dansende zoektocht met een missie!
De 88ste Boekenweek heeft als thema ‘Ik ben alles’. Boeken en verhalen helpen je om te ontdekken wie je bent, wie je zou willen zijn en wie de ander is. Raoul de Jong ziet in het thema ‘een prachtige kans om lezers mee te nemen op avontuur van de Groningse klei naar Caraïbische stranden, op zoek naar een ongehoord verhaal dat de kracht heeft om iedereen te laten dansen.’ Een leuk betaalbaar presentje naast het boekenweekgeschenk van 2023 en daarom gekocht!
Raoul is de allereerste boekenweekauteur met Surinaamse roots. Zijn laatste roman is Jaguarman (2020). Aangezien dit het eerste verhaal is wat ik lees van de auteur, sta ik er blanco in. Ik wil wel meer begrijpen van dit essay door een aantal interviews te beluisteren van de auteur.
De illustraties en omslagfoto zijn artistiek en mooi vormgegeven door Raoul de Jong en Frank August.
.
Raoul maakt in dit essay een bootreis van de Dominicaanse republiek naar Curaçao. Dit is een route die veel slaafgemaakten in omgekeerde richting aflegden. De auteur reist in de voetsporen van Anton de Kom en tijdgenoten. Tegelijk neemt hij je ook bijvoorbeeld mee in de geschiedenis van de slavernij en de Caraïbische literatuur. De Banja, zo leert De Jong, bood de slaafgemaakten een ontsnappingsroute; de Boto Banjais was oudste vorm en werd gebruikt om het verhaal van de overtocht vanuit Afrika te vertellen.
De schrijfstijl van Raoul heeft twee verhaallijnen. Je wordt enerzijds meegenomen op zijn reis en daarnaast stipt hij vele thema’s aan en is er onderzoek met een grote opsomming aan namen van auteurs. Dat maakt het soms wat warrig om te lezen en te begrijpen. Er wordt veel aangestipt en dit essay is daar net te kort voor.
Aan het einde van het boek is er zelfs een lijst met extra te lezen materiaal.
Het boek is naast tekst ook rijkelijk voorzien met illustraties van danspassen en golven. Raoul heeft zich zichtbaar laten inspireren door een dansinstructie van de banja, afkomstig uit een boek uit 1922, van zijn eigen schrijvende voorouder Theo Comvalius.
“Al deze schrijvers kleedden zich als koningen en koninginnen. In al hun boeken kwam ik woorden, begrippen, mythen, legenden, goden en uitdrukkingen tegen die ik ook was tegengekomen in de geschiedenis van Suriname en de boeken van Theo en Anton. En net als Theo en Anton hielden al deze schrijvers van dansen.”
Raoul de Jong vertelt in dit essay over kracht. Hij probeert op een positieve en optimistische wijze naar het verleden en de toekomst te kijken. Het is een ontdekkingstocht naar vergeten verhalen. De auteur heeft hiermee een mooie verbinding gelegd tussen lessen voor iedereen en zijn eigen identiteit, zijn passie voor dans en zijn zoektocht naar zijn verleden .
Boto Banja heeft zeker urgentie en in deze tijd, waar de slavernijgeschiedenis in de belangstelling staat, een actueel boek. De auteur vertelt zijn verhaal en dat van zijn voorouders met veel enthousiasme en overtuiging en daarom is dit literaire essay zeker de moeite waard.
Raoul is de allereerste boekenweekauteur met Surinaamse roots. Zijn laatste roman is Jaguarman (2020). Aangezien dit het eerste verhaal is wat ik lees van de auteur, sta ik er blanco in. Ik wil wel meer begrijpen van dit essay door een aantal interviews te beluisteren van de auteur.
De illustraties en omslagfoto zijn artistiek en mooi vormgegeven door Raoul de Jong en Frank August.
.
Raoul maakt in dit essay een bootreis van de Dominicaanse republiek naar Curaçao. Dit is een route die veel slaafgemaakten in omgekeerde richting aflegden. De auteur reist in de voetsporen van Anton de Kom en tijdgenoten. Tegelijk neemt hij je ook bijvoorbeeld mee in de geschiedenis van de slavernij en de Caraïbische literatuur. De Banja, zo leert De Jong, bood de slaafgemaakten een ontsnappingsroute; de Boto Banjais was oudste vorm en werd gebruikt om het verhaal van de overtocht vanuit Afrika te vertellen.
De schrijfstijl van Raoul heeft twee verhaallijnen. Je wordt enerzijds meegenomen op zijn reis en daarnaast stipt hij vele thema’s aan en is er onderzoek met een grote opsomming aan namen van auteurs. Dat maakt het soms wat warrig om te lezen en te begrijpen. Er wordt veel aangestipt en dit essay is daar net te kort voor.
Aan het einde van het boek is er zelfs een lijst met extra te lezen materiaal.
Het boek is naast tekst ook rijkelijk voorzien met illustraties van danspassen en golven. Raoul heeft zich zichtbaar laten inspireren door een dansinstructie van de banja, afkomstig uit een boek uit 1922, van zijn eigen schrijvende voorouder Theo Comvalius.
“Al deze schrijvers kleedden zich als koningen en koninginnen. In al hun boeken kwam ik woorden, begrippen, mythen, legenden, goden en uitdrukkingen tegen die ik ook was tegengekomen in de geschiedenis van Suriname en de boeken van Theo en Anton. En net als Theo en Anton hielden al deze schrijvers van dansen.”
Raoul de Jong vertelt in dit essay over kracht. Hij probeert op een positieve en optimistische wijze naar het verleden en de toekomst te kijken. Het is een ontdekkingstocht naar vergeten verhalen. De auteur heeft hiermee een mooie verbinding gelegd tussen lessen voor iedereen en zijn eigen identiteit, zijn passie voor dans en zijn zoektocht naar zijn verleden .
Boto Banja heeft zeker urgentie en in deze tijd, waar de slavernijgeschiedenis in de belangstelling staat, een actueel boek. De auteur vertelt zijn verhaal en dat van zijn voorouders met veel enthousiasme en overtuiging en daarom is dit literaire essay zeker de moeite waard.
1
Reageer op deze recensie