Lezersrecensie
'Fraeye historie ende alwaer'*
De opzet van dit boek is leuk! Het bestaat uit korte, fictieve verhalen die gevolgd worden door een toelichting op de historische kern van waarheid die in elk verhaal zit. Allerlei aspecten van de middeleeuwen komen aan bod.
Het boek begint met een vlot geschreven en gemakkelijk leesbaar voorwoord van de schrijver Paul Christiaan Smis. De inleiding van wetenschapper Peter Hoppenbrouwers, sectie Middeleeuwse geschiedenis, Universiteit Leiden, over de middeleeuwen is lastiger te lezen en vereist concentratie van de lezer.
Daarna volgen de verhalen en de achtergrondstukjes, maar o zo jammer, niet in chronologische volgorde. Vermeld wordt (in de inleiding) dat dit een keuze is geweest van de redactie. Was de chronologie aangehouden, dan had de lezer meer houvast gehad aan de inleiding wat, volgens schrijver Peter Hoppenbrouwers, de bedoeling daarvan was.
Het taalgebruik van de fictieve verhalen vind ik over het algemeen wat stroef en weinig creatief. Het kan naar mijn smaak mooier, fraaier en met meer stijl.
De teksten over de historische achtergrond zijn veel origineler en boeiender geschreven, maken nieuwsgierig en doen verlangen naar meer. Peter Hoppenbrouwers heeft het in zijn (bovengenoemde) inleiding over ‘goed gedocumenteerde naschriften’. Dat moet de lezer echter voor zoete koek slikken, want noch bij de naschriften noch elders in het boek vind ik een bronvermelding. Of dienen de ‘boekentips’ aan het eind van elk stuk daartoe? Omdat ook niet wordt vermeld waaraan de schrijver zijn autoriteit, behalve interesse, ontleent, is dat een echt gemis. Van de mensen die in het voorwoord worden bedankt, is ook niet duidelijk of zij wellicht die deskundigen zijn.
Desondanks is mijn conclusie dat dit concept werkt voor een grote groep lezers. De combinatie van fictie en feiten zorgt ervoor dat geschiedenis gaat leven en beklijft. Maar de echte nerds zullen de feiten zeker checken in wetenschappelijke literatuur.
*uit: Karel ende Elegast
Het boek begint met een vlot geschreven en gemakkelijk leesbaar voorwoord van de schrijver Paul Christiaan Smis. De inleiding van wetenschapper Peter Hoppenbrouwers, sectie Middeleeuwse geschiedenis, Universiteit Leiden, over de middeleeuwen is lastiger te lezen en vereist concentratie van de lezer.
Daarna volgen de verhalen en de achtergrondstukjes, maar o zo jammer, niet in chronologische volgorde. Vermeld wordt (in de inleiding) dat dit een keuze is geweest van de redactie. Was de chronologie aangehouden, dan had de lezer meer houvast gehad aan de inleiding wat, volgens schrijver Peter Hoppenbrouwers, de bedoeling daarvan was.
Het taalgebruik van de fictieve verhalen vind ik over het algemeen wat stroef en weinig creatief. Het kan naar mijn smaak mooier, fraaier en met meer stijl.
De teksten over de historische achtergrond zijn veel origineler en boeiender geschreven, maken nieuwsgierig en doen verlangen naar meer. Peter Hoppenbrouwers heeft het in zijn (bovengenoemde) inleiding over ‘goed gedocumenteerde naschriften’. Dat moet de lezer echter voor zoete koek slikken, want noch bij de naschriften noch elders in het boek vind ik een bronvermelding. Of dienen de ‘boekentips’ aan het eind van elk stuk daartoe? Omdat ook niet wordt vermeld waaraan de schrijver zijn autoriteit, behalve interesse, ontleent, is dat een echt gemis. Van de mensen die in het voorwoord worden bedankt, is ook niet duidelijk of zij wellicht die deskundigen zijn.
Desondanks is mijn conclusie dat dit concept werkt voor een grote groep lezers. De combinatie van fictie en feiten zorgt ervoor dat geschiedenis gaat leven en beklijft. Maar de echte nerds zullen de feiten zeker checken in wetenschappelijke literatuur.
*uit: Karel ende Elegast
3
Reageer op deze recensie