Lezersrecensie
Treffende karakterschetsen en empathische observaties
Wanneer het coronavirus in Europa de kop opsteekt voorziet de ex-man van Lucy, die parasitoloog is, dat dit virus ook New York ernstig zal treffen. William overtuigt Lucy New York te verlaten en met hem naar de kust van Maine te vertrekken, waar hij het veiliger acht. Vanaf dit punt ontspint zich een intiem tijdsdocument van onze recente geschiedenis.
Lucy vertelt in haar typerende rustige, bijna kabbelende stijl haar leven tijdens de pandemie. Een sterk veranderd leven door de beperkingen van de lockdown. Er wordt veel gewandeld en het leven voorzichtig geleefd. Hoe het voelt om in een pandemie te zitten, verwoordt zij feilloos: “Het was alsof elke dag een uitgestrekte ijsvlakte was waar ik overheen moest zien te komen. En in het ijs zaten boompjes en twijgjes vastgevroren, dat is de enige manier waarop ik het kan beschrijven, alsof de wereld een nieuw landschap had gekregen en ik elke dag moet doorkomen zonder te weten wanneer het zou ophouden, en het leek nooit op te houden, en dit alles schiep een enorm gevoel van onbehagen.”
We volgen samen met Lucy de ontwikkelingen in de Verenigde Staten. Lucy behoudt het gevoel van een zekere afstand (“gedemptheid”) door de pandemie, maar haar observaties van de gebeurtenissen zijn invoelend. Wanneer zij een voorzichtige vriendschap sluit met een andere vrijwilligster van de voedselbank, een Trump-aanhangster, bemerkt ze bij zichzelf een gebrek aan begrip voor andersdenkenden: “Ik denk niet dat we het begrijpen. Ik bedoel, we begrijpen het overduidelijk niet; hoe zij er tegenaan kijken.” En wanneer de bestorming van het Capitool plaatsvindt weet ze, door haar armoedige achtergrond, hiervoor enig begrip op te brengen. Zij het slechts kort.
De grote kracht van Elizabeth Strout is dat ze grote gebeurtenissen afwisselt met de kleine, dagelijkse beslommeringen waar we ons ook druk over kunnen maken. Bijvoorbeeld het kappersbezoek, dat niet meer mogelijk was: “Daarom ging ik naar de drogist, waar ik de haarverfverpakkingen bekeek en er een uitkoos en eenmaal thuisgekomen volgde ik de instructies op en binnen twee uur was mijn haar weer blond. Het was gelukt!” Dit maakt het boek diepmenselijk en herkenbaar.
Elizabeth Strout is sterk in treffende karakterschetsen en empathische observaties, op een lichte manier verteld. Zij laat zien hoe je je als mens voelde tijdens de pandemie en de lockdowns. Hoe je je voelde in je hoofd (“Hersenmist”) en in verhouding tot anderen en de rest van de wereld. Als geen ander weet zij grootse onderwerpen klein te brengen en andersom.
Lucy vertelt in haar typerende rustige, bijna kabbelende stijl haar leven tijdens de pandemie. Een sterk veranderd leven door de beperkingen van de lockdown. Er wordt veel gewandeld en het leven voorzichtig geleefd. Hoe het voelt om in een pandemie te zitten, verwoordt zij feilloos: “Het was alsof elke dag een uitgestrekte ijsvlakte was waar ik overheen moest zien te komen. En in het ijs zaten boompjes en twijgjes vastgevroren, dat is de enige manier waarop ik het kan beschrijven, alsof de wereld een nieuw landschap had gekregen en ik elke dag moet doorkomen zonder te weten wanneer het zou ophouden, en het leek nooit op te houden, en dit alles schiep een enorm gevoel van onbehagen.”
We volgen samen met Lucy de ontwikkelingen in de Verenigde Staten. Lucy behoudt het gevoel van een zekere afstand (“gedemptheid”) door de pandemie, maar haar observaties van de gebeurtenissen zijn invoelend. Wanneer zij een voorzichtige vriendschap sluit met een andere vrijwilligster van de voedselbank, een Trump-aanhangster, bemerkt ze bij zichzelf een gebrek aan begrip voor andersdenkenden: “Ik denk niet dat we het begrijpen. Ik bedoel, we begrijpen het overduidelijk niet; hoe zij er tegenaan kijken.” En wanneer de bestorming van het Capitool plaatsvindt weet ze, door haar armoedige achtergrond, hiervoor enig begrip op te brengen. Zij het slechts kort.
De grote kracht van Elizabeth Strout is dat ze grote gebeurtenissen afwisselt met de kleine, dagelijkse beslommeringen waar we ons ook druk over kunnen maken. Bijvoorbeeld het kappersbezoek, dat niet meer mogelijk was: “Daarom ging ik naar de drogist, waar ik de haarverfverpakkingen bekeek en er een uitkoos en eenmaal thuisgekomen volgde ik de instructies op en binnen twee uur was mijn haar weer blond. Het was gelukt!” Dit maakt het boek diepmenselijk en herkenbaar.
Elizabeth Strout is sterk in treffende karakterschetsen en empathische observaties, op een lichte manier verteld. Zij laat zien hoe je je als mens voelde tijdens de pandemie en de lockdowns. Hoe je je voelde in je hoofd (“Hersenmist”) en in verhouding tot anderen en de rest van de wereld. Als geen ander weet zij grootse onderwerpen klein te brengen en andersom.
1
Reageer op deze recensie