Zo wordt geschiedenis leuk
Tegenwoordig vinden we het heel normaal om buiten de deur te eten en aan te schuiven voor een driegangendiner. De uitreiking van de Michelinsterren zijn ieder jaar weer een feest. Dat dit nog helemaal niet zo lang onderdeel van ons leven is, vertellen Roselie Kommers en Ronald Hoeben in hun boek Primeurs en Delicatessen.
Primeurs en Delicatessen neemt ons mee in de Nederlandse restaurantgeschiedenis aan de hand van het Amsterdamse restaurant Dikker & Thijs. Al in 1895 legde F.W. Dikker de basis voor deze horecalegende door er een delicatessenwinkel te openen, en ook nu nog kun je er eten en slapen (op de hoek van de Prinsengracht en Leidsestraat). In 1957, toen het restaurant onder ander oesters, kreeft en kaviaar serveerden, werd het als een van de eersten in Nederland met een Michelinster beloond.
Het gevaar van een geschiedenis verhalen is dat het al snel erg droog kan worden. Alsof je even teruggaat naar je schooltijd. Dit gevoel hebben Kommers en Hoeben gelukkig weten te vermijden. Primeurs en Delicatessen leest bijna als een roman, met zijweggetjes, intriges en (lijdende) hoofdpersonen. Zo is er ook een passage over de Duitsers die tijdens de bezetting maar al wat graag bij Dikker & Thijs aanschuiven, omdat het restaurant, door de geldstromen van de zwarte kas, in staat is, ondanks de oorlog, luxe gerechten te serveren.
En dat terwijl de auteurs nog onervaren zijn in het schrijven van boeken. Kommers heeft eerder voor de klas gestaan en werkt als eindredacteur en adviseur voor diverse bladen en tijdschriften. Hoeben zit al wel jaren tot over zijn oren in de culinaire wereld. Hij is restaurantcriticus en mede-oprichter van het Youtube-kanaal Foodtube. (Lees trouwens ook eens dit interview met Hoeben en Kommers)
Rijk geïllustreerd
Naast het lezen van het smakelijke verhaal is het vooral ook lekker plaatjes kijken in Primeurs en Delicatessen. Het boek staat vol oude foto’s, menu’s, ansichtkaarten en prenten, die je direct een goed beeld meegeven van hoe het eraan toe ging. Tel daar de vele oude quotes bij op (“En het is zoo, dat zij alle op of om het Leidscheplein een eigen cachet hebben, de oesterput zoo goed als de broodjeswinkel, de atmosfeer een eigen aroom…), en je hebt een mooie geschiedenis van een icoon en de start van een eetcultuur, die in iedere (culinaire) kast een plaatsje verdient.
Reageer op deze recensie