Voedsel en de achterliggende industrie in kaart gebracht
In één oogopslag zien waar de vis vandaan komt die we in Nederland eten, waar ter wereld de meeste mensen obesitas hebben en waar in Nederland de meeste aardappelen worden geteeld? Dat kan met De Bosatlas van het voedsel. De atlas is vakkundig vormgegeven en een prachtig boek voor middelbare scholieren en mensen met een bovenmatige interesse in voedsel. Alleen jammer dat het zwaartepunt vooral op de voedingsindustrie ligt, mogelijk door de hoeveelheid adviseurs met eigen, zakelijke belangen.
De Bosatlas is al sinds 1877 een begrip in Nederland. Als kind dacht ik dat het woordje ‘bos’ refereerde aan de bossen op de kaart, maar in werkelijkheid verwijst het naar de Groningse schoolmeester P.R. Bos. Hij stelde de Bosatlassen eigenhandig samen tot aan zijn dood in 1902. Ook daarna volgden vele drukken en edities. Uitgangspunt is nog steeds hetzelfde: lezers niet met informatie overvoeren en alleen de belangrijkste dingen op de kaarten vermelden. Ook De Bosatlas van het voedsel voldoet aan dit credo. De zorgvuldig vormgegeven atlas bevat ruim 100 pagina’s aan duidelijke kaarten, grafieken en stroomdiagrammen.
Het voorwoord van het boek vat samen hoe allesomvattend het thema ‘voedsel’ is geworden. Onze voedingsmiddelen komen uit alle uithoeken van de wereld en kokkerellen is een levensstijl geworden. Maar we hebben ook te maken met honger én verspilling, dierenwelzijn en klimaatproblematiek. De meeste van deze thema’s komen in De Bosatlas van het voedsel aan bod. De negen hoofdstukken zijn: voedsel voor de wereld, voedselproductie, handel & distributie, voedselconsumptie, voeding & gezondheid, economie & maatschappij, klimaat & milieu, verduurzaming, en voedsel in de regio.
Bladeren in deze bijzondere atlas zet me terug in de schoolbankjes. De vormgeving schreeuwt ‘schoolboek’. Bij veel kaarten moet ik mezelf eraan herinneren dat ik de informatie niet hoef te onthouden voor een proefwerk; dat verwondering voldoende is. Nu weet ik bijvoorbeeld dat het geschilde appeltje aan het uitsterven is. Ouderen zijn er dol op, maar de rest van Nederland eet liever een appel met schil. De kaarten met de wereldwijde cijfers van ondervoeding en obesitas zijn ook heftig als je ze naast elkaar legt. Maar de atlas bevat ook kaarten met de hoeveelheid levensmiddelenzaken binnen een kilometer en de diverse stromen aan import, export en subsidies.
Opvallend is dat de meeste hoofdstukken vooral gaan over de menselijke industrie en macrovraagstukken rondom voedsel. Maar twee van de negen hoofdstukken gaan over de gewone mens: consumptie van voedsel en de gezondheid ervan. En dat terwijl ik toch liever kijk naar een kaart over ontbijten dan een staafdiagram met de omzet van supermarkten. Het hoort er beide bij, maar het eerste spreekt toch meer aan.
Mogelijk komt het door de enorme hoeveelheid zakelijke sponsoren en adviseurs die aan De Bosatlas van het voedsel hebben bijgedragen. Dat zijn er namelijk ruim dertig, waaronder diverse ministeries en het Voedingscentrum. Maar ook Friesland Campina en Glencore Grain enerzijds en Max Havelaar en BioNext anderzijds. Ze bedoelen het goed, maar het doet mij wel wat twijfelen aan de volledige betrouwbaarheid van de gepresenteerde data. Zou het echt allemaal ongekleurd en onafhankelijk zijn?
De hoeveelheid zakelijke adviseurs is mogelijk de oorzaak van de overmatige focus op voedselproductie en voedselhandel. Het maakt van voeding een industriële machine, terwijl voeding ook zo veel culturele en sociale aspecten kent. Een overzicht van traditioneel bij feesten behorend voedsel had ik bijvoorbeeld interessant gevonden. Of een kaart met cijfers over borstvoeding versus flesvoeding wereldwijd. Of cijfers over moestuintjes wereldwijd: waar verbouwen mensen het meeste of juist het minste hun eigen groente en fruit? Zomaar wat suggesties van kaarten die het thema uit de industrie en richting de gewone mens hadden getrokken.
Desondanks is De Bosatlas van het voedsel een boeiend boek voor middelbare scholieren, maar ook voor in voedsel geïnteresseerde volwassenen. Het ziet er verzorgd uit en biedt goede aanknopingspunten voor spreekbeurten, werkstukken en discussies (op school of op feestjes).
Reageer op deze recensie