Laagdrempelig het bos ontdekken voor jong en oud
Iedereen die een beetje biologie heeft gehad op de basisschool, zal op zijn minst het gevoel hebben iets te weten over de natuur. Het was dan ook vreselijk confronterend voor de Vlaamse Sarah Devos, toen ze ontdekte dat ze haar kleuter niet het verschil tussen een den en een spar kon uitleggen. Ze beet zich vast in alles wat met bossen (en parken) te maken heeft en schreef Het Bosboek, dat zonder waardeoordeel antwoorden geeft op bos-vragen die je als volwassene wellicht helemaal niet meer durft te vragen.
Je zou kunnen stellen dat het treurig gesteld is met de mensheid als je niet eens een pimpelmees van een koolmees kunt onderscheiden. Maar je kunt ook besluiten dat je nooit te oud bent om te leren en dat er geen domme vragen bestaan. Die insteek maakt dat het boek van Sarah Devos al meteen vanaf de inleiding een vriendelijke en laagdrempelige toon heeft.
In een prettig tempo leidt de auteur de lezer door het bos, van voorbereiding op je wandeling via bomen en planten tot dieren van klein tot groot. Wist je bijvoorbeeld dat wanneer een kruisspin in het midden van haar web zit, dit vrij goed voorspelt dat het nog niet zal gaan regenen? En hoe zat het ook alweer met het verschil tussen de tamme kastanje en de wilde kastanje? De ene kun je immers eten en de andere niet. En hoe onderscheid je een konijn van een haas? Allemaal weetjes waar zowel volwassenen als kinderen plezier aan zullen beleven en die het bos meer tot leven zullen laten komen.
Elk stukje uitleg is zeer beknopt en vast hier en daar voor echte biologen te kort door de bocht. Maar hiermee houdt de auteur het simpel, gelukkig zonder in semi-neerbuigende Jip-en-Janneketaal te verzanden. De enorme hoeveelheid illustraties maakte Devos zelf en zijn verrassend duidelijk voor hun schattige uitstraling.
Helaas valt de auteur heel af en toe uit haar laagdrempelig rol. Zo schrijft ze dat inmiddels iedereen wel weet dat je bij bliksem in je auto moet gaan zitten. Waarna ze uitlegt hoe je door te tellen kunt uitrekenen hoe ver weg het onweer is. Dat laatste lijkt juist een bekender feit dan het eerste advies. Waarom doen alsof iets algemeen bekend is, terwijl dat juist het idee van dit boek is? Vervreemdend is het advies een vlindernetje mee te nemen, zodat de kinderen vlinders kunnen vangen.
Veel meer kritiekpunten zijn er echter niet. Ook het feit dat Sarah Devos in België woont en dus over België schrijft doet helemaal niets af aan de inhoud. Alle in het boek beschreven planten en dieren zijn ook in Nederland te vinden, met uitzondering van de wasbeer. Al met al is Het Bosboek een fantastisch vormgegeven boek waarmee jong en oud vol enthousiasme en verwondering het bos zullen kunnen ontdekken.
Reageer op deze recensie