Wat maakt een beest tot een beest?
Velen van ons hebben zich wel eens afgevraagd: hoe zou het zijn om als een vogel te vliegen of als een bosdier in een hol onder de grond te leven. Wetenschapper en dierenarts Charles Foster vroeg het zich niet alleen af, maar probeerde zelf te ervaren hoe het is om echt een beest te zijn. En dat niet voor een paar weken, maar jarenlang. Het resultaat is een fascinerende ontdekking van het ware leven van vijf bekende dieren.
Al van jongs af aan was de auteur gefascineerd door het dierenrijk. Zo stond zijn slaapkamer vol met opgezette dieren. Bovendien lijkt het boek zich af te spelen in verschillende decennia. Leven als een beest is in die zin meer het logische gevolg van een uit de hand gelopen interesse, dan dat de wens om een boek te schrijven leidde tot diepgaand onderzoek. Desondanks is er een overlappende motivatie, die Charles Foster dan ook uiteenzet in de noot vooraf. Het stoort hem dat schrijven over de wildernis vaak ofwel te antropocentrisch (en daardoor te afstandelijk) ofwel te antropomorfistisch (konijnen met jasjes aan, zeg maar Beatrix Potter) is. Maar de werkelijkheid, het werkelijke dier, hoe beleeft die nou zijn leven en zijn omgeving?
De auteur kwam al gauw tot de conclusie dat je voor het beschrijven daarvan zo goed mogelijk moet proberen dat dier als het ware te worden. En dus woonde hij wekenlang met zijn jonge zoon in een hol onder de grond, wormen etend, om te ervaren wat het is om een das te zijn. Hij poepte de oevers van een rivier vol en zwom 's nachts in de stroming om als een otter te leven. Hij at uit vuilnisbakken in East End en sliep onder bosjes om zich een vos te wanen. Hij liet zich opjagen door bloedhonden om te ervaren wat een edelhert ervaart. En hij probeerde jarenlang te begrijpen hoe razendsnel alles in het vliegende leven van de gierzwaluw gaat.
Dit levert meer dan eens fantastische teksten op. Als lezer ben je bijvoorbeeld al snel op de hoogte van de regionale smaakverschillen tussen wormen. Prachtig ook hoe hij zijn kinderen betrekt waar het kan. Met sommige activiteiten zou je in Nederland mogelijk problemen met de Kinderbescherming krijgen. En vooral zijn beschrijvingen van geurlandschappen en het van mensen verschillende tempo waarin de vijf dieren leven, doet de dierlijke ervaring heel dichtbij komen.
Soms vraag je je al lezende af wat er nou zo innemend aan dit boek is: dat wat je leert over de beschreven dieren of het soms best extreme gedrag van de auteur? Ook heeft Foster de neiging om weg te zweven in filosofische verhalen over sjamanen die soms wat toevoegen, maar vaak ook helemaal niets. En bij de zin "Niemand houdt echt van katten" checkte deze lezer bijna helemaal uit. Een onnodige opmerking in een boek dat verder juist zo uitnodigt om open te staan voor de waarde van elk dier, elk met zijn eigen vorm van bewustzijn, emoties en sensaties. Want dat is wat beklijft: niet de feitjes, maar de verrassende sensatie dat je ook als lezer even heel erg dichtbij de ware aard van de das, de otter, de vos, het edelhert en de gierzwaluw bent geweest. En misschien ook wel bij die van de mens.
Reageer op deze recensie