Hebban recensie
In een voorspelbare speurtocht naar de moordenaars
stijgt de spanning nooit echt. Uiteindelijk geeft een herkenbare en veelvuldig toegepaste plot een voorspelbare oplossing...,Met de verhalen van Dan Brown is de hype begonnen. Veel boeken met een historische inslag, voorzien van spanning en veel symboliek, vulden de schappen van de boekwinkels. Menig auteur probeerde in Browns slipstream mee te liften om zo een graantje mee te pikken. Bijna evenveel auteurs zijn inmiddels ook weer uit de schappen verdwenen en laten niks meer van zich horen. Het recept leek eenvoudig: kies een bekende, tot de verbeelding sprekende stad, stop er een spannend avontuur in en succes is bijna verzekerd.
Of het bovenstaande ook voor de Catalaanse Julián Sánchez gaat gelden, zal de tijd leren. Met De antiquair doet hij in ieder geval een goede poging om boven de middelmaat uit te stijgen.
Artur Aiguader heeft in Barcelona een antiek- en historische boekwinkel. In de boekwinkel heeft hij, in het kaft van een ander boek, een manuscript in bewaring. Dit manuscript is oorspronkelijk omstreeks einde 14e eeuw door de bouwmeester Casadevall opgesteld. Arturs vriend, Samuel Horowitz is getuige van een meningverschil tussen Artur en een onbekende Fransman. Enkele uren daarna wordt het vermoorde lichaam van Artur gevonden.
Béatrice Dale probeert meermalen in contact te komen met haar ex, de schrijver Enrique Alonso, de adoptiefzoon van Artur. Hij weet nog niets van de moord.
Via de nalatenschap van de overledene wordt Enrique niet alleen de nieuwe eigenaar van de verzameling antiek en historische boeken maar ook van het geheimzinnige manuscript. Samen met Bety (Béatrice) gaat hij een verwoede poging doen het manuscript te vertalen om zo achter een al eeuwen goed verborgen geheim te komen. Commissaris Fornells is belast met het onderzoek naar de moord op Artur en maakt het Enrique lastig wat mede te wijten is aan Enriques zwijgzaamheid over het manuscript. Hierin staat in cryptische taal beschreven dat de architect Pere Casedevall bij de bouw van de kathedraal, eind 14e eeuw, een geheimzinnig en mystiek voorwerp heeft verstopt. Een tweede moord op de taalkundige Manolo Álvarez Pinzón, zet ieders zintuigen op scherp!
Julián Sánchez heeft met De antiquair een verhaal geschreven dat meerdere genres in zich heeft. Naast historie herbergt het een stevig romantisch aspect aangevuld met een, zij het in mindere mate, detectiveverhaal. En deze drie aspecten leveren ieder hun eigen aandeel aan het verhaal. Dus ook een eigen waardering.
Over de (kunst-)historie in de 14e eeuw van Barcelona, het katholicisme in combinatie met het jodendom en de Kabbala vertelt Sánchez een interessant en mooi verhaal, dat nimmer verveelt. Het romantisch deel geeft een helder beeld wat liefde in verschillende levens kan veroorzaken; de zorgvuldige inpassing in het geheel laat een groeiende emotie toe.
Helaas geldt deze lof niet voor het detectivegedeelte. In een voorspelbare speurtocht naar de moordenaars, stijgt de spanning nooit echt. Uiteindelijk geeft een herkenbare en veelvuldig toegepaste plot een voorspelbare oplossing die een beetje als anticlimax werkt op al het goede in het boek. Had Sánchez aan dat aspect meer zorg besteed dan zou het pas echt heel goed zijn geweest. Nu dus: wel goed maar toch niet helemaal!
Of het bovenstaande ook voor de Catalaanse Julián Sánchez gaat gelden, zal de tijd leren. Met De antiquair doet hij in ieder geval een goede poging om boven de middelmaat uit te stijgen.
Artur Aiguader heeft in Barcelona een antiek- en historische boekwinkel. In de boekwinkel heeft hij, in het kaft van een ander boek, een manuscript in bewaring. Dit manuscript is oorspronkelijk omstreeks einde 14e eeuw door de bouwmeester Casadevall opgesteld. Arturs vriend, Samuel Horowitz is getuige van een meningverschil tussen Artur en een onbekende Fransman. Enkele uren daarna wordt het vermoorde lichaam van Artur gevonden.
Béatrice Dale probeert meermalen in contact te komen met haar ex, de schrijver Enrique Alonso, de adoptiefzoon van Artur. Hij weet nog niets van de moord.
Via de nalatenschap van de overledene wordt Enrique niet alleen de nieuwe eigenaar van de verzameling antiek en historische boeken maar ook van het geheimzinnige manuscript. Samen met Bety (Béatrice) gaat hij een verwoede poging doen het manuscript te vertalen om zo achter een al eeuwen goed verborgen geheim te komen. Commissaris Fornells is belast met het onderzoek naar de moord op Artur en maakt het Enrique lastig wat mede te wijten is aan Enriques zwijgzaamheid over het manuscript. Hierin staat in cryptische taal beschreven dat de architect Pere Casedevall bij de bouw van de kathedraal, eind 14e eeuw, een geheimzinnig en mystiek voorwerp heeft verstopt. Een tweede moord op de taalkundige Manolo Álvarez Pinzón, zet ieders zintuigen op scherp!
Julián Sánchez heeft met De antiquair een verhaal geschreven dat meerdere genres in zich heeft. Naast historie herbergt het een stevig romantisch aspect aangevuld met een, zij het in mindere mate, detectiveverhaal. En deze drie aspecten leveren ieder hun eigen aandeel aan het verhaal. Dus ook een eigen waardering.
Over de (kunst-)historie in de 14e eeuw van Barcelona, het katholicisme in combinatie met het jodendom en de Kabbala vertelt Sánchez een interessant en mooi verhaal, dat nimmer verveelt. Het romantisch deel geeft een helder beeld wat liefde in verschillende levens kan veroorzaken; de zorgvuldige inpassing in het geheel laat een groeiende emotie toe.
Helaas geldt deze lof niet voor het detectivegedeelte. In een voorspelbare speurtocht naar de moordenaars, stijgt de spanning nooit echt. Uiteindelijk geeft een herkenbare en veelvuldig toegepaste plot een voorspelbare oplossing die een beetje als anticlimax werkt op al het goede in het boek. Had Sánchez aan dat aspect meer zorg besteed dan zou het pas echt heel goed zijn geweest. Nu dus: wel goed maar toch niet helemaal!
1
Reageer op deze recensie