Nauwelijks een thriller te noemen
De Nederlands-Limburger Paul Weelen heeft zijn sporen al verdiend als schrijver van talloze gedichten, liedteksten en romans in het Kerkraads dialect. Het schrijven van een kwalitatief goede thriller, zomaar uit de losse pols, is echter niet voor iedere auteur weggelegd. Dat geldt ook voor Pionnenwerk, het (Nederlandse) thrillerdebuut van deze in Canada geboren auteur.
Jo Klawitter, Limburger van geboorte, is als undercoveragent werkzaam bij de geheime dienst. Als in Den Haag signalen binnendruppelen dat er in Limburg acties worden ontwikkeld die een terroristisch karakter hebben, wordt Jo naar zijn geboortegrond gestuurd. Hij praat het Limburgs dialect en zal daarom gemakkelijker kunnen infiltreren. Het vermoeden bestaat dat er een ondergrondse afscheidingsbeweging actief is die Limburg wil afsplitsen van Nederland. Klawitter reist af naar Limburg en gaat werken in een snackfabriek. Vanuit zijn tijdelijke woonplaats bezoekt hij sociale groeperingen in Limburg. Als het vermoeden bestaat dat er meerdere doelstellingen bestaan probeert hij als lid of deelnemer te infiltreren om zo meer informatie te krijgen...
Met Pionnenwerk doet Paul Weelen een dappere poging om voet aan de grond te krijgen in de thrillerwereld. Alleen is voor een goede thriller meer nodig dan af een toe een spannende scène. In een goede thriller bouwt de spanning zich geleidelijk op naar een climax en zuigt de lezer mee het verhaal in. In Pionnenwerk is dit helaas niet aan de orde.
De bezoeken die Jo Klawitter beroepshalve brengt aan Maastricht, Venlo, Kerkrade enz. hebben meer weg van een toeristische reisgids voor Limburgse steden dan dat ze feitelijk bijdragen aan het verhaal. Wat ook nauwelijks relatie heeft met de verhaallijn zijn de flashbacks die een beeld schetsen van Klawitters leven en verleden buiten Limburg. Samenvattend is Pionnenwerk nauwelijks een thriller te noemen, maar meer een spannende roman. Waarbij dan nog de kanttekening moet gemaakt worden dat het met die spanning zeer matig is gesteld, en daar pas in de laatste 50 pagina's sprake van is.
Reageer op deze recensie