Een zoet verhaal met weinig pit
Sugar is op de vlucht voor haar verleden en verhuist daarom ieder jaar samen met haar bijen naar een andere stad. De keuze valt deze keer op New York. Eenmaal aangekomen in de stad stuit ze al snel op de opvallende Theo, als ze de oude portier George probeert op te vangen. Totaal onverwacht blijkt ze gevoelens voor deze man in Hawaïshirts te hebben, al wil ze er zelf niet aan toe geven.
Sugar is een personage zoals je ze niet snel ziet: ze is zeer beleefd, altijd behulpzaam, geniet van de kleine dingen en houdt vooral van het rustige leven. Ze is dan ook tevreden met haar baan als imker en haar producten gemaakt van honing vliegen als zoete broodjes over de toonbank. Ondertussen maken we via Sugar kennis met de bewoners van het appartementencomplex. Zo is er de altijd chagrijnige mevrouw Keschl, de even mopperige meneer McNally, de verlegen Nate, de alleenstaande moeder Lola en de aan anorexia lijdende Ruby. Ze hebben allemaal problemen, en Sugar en haar honing lijken ze allemaal op te lossen, maar haar eigen problemen laat ze veilig links liggen. Gelukkig is er George die graag naar haar luistert, maar als dat niet genoeg blijkt, nemen haar bijen een dramatisch besluit.
Via flashbacks wordt duidelijk hoe groot de rol van de bijen op Sugars leven is. Het lijkt er namelijk op dat ze door de kleine beestjes een groot geheim heeft in haar geboorteplaats. De bijenkoningin heeft een bijzondere rol in dit verhaal en de lezer krijgt regelmatig een kijkje in haar gedachten. Ze heeft niet alleen de leiding over haar bijen, maar is ook te vergelijken met een beschermengel. Ze behoedt Sugar niet alleen voor het slechte, maar geeft haar ook een duwtje in de rug richting het goede.
‘Maar een koningin was anders en Sugars koningin, Elisabeth de Zesde, was nog een beetje meer anders dan de meeste. Zij had vanaf het moment dat ze een week na haar geboorte haar dieet van koninginnengelei achter zich had gelaten al geweten dat er meer in haar leven was dan haar koninklijke achterste in een eindeloos aantal lege honingraatcellen steken om babybijen te maken.’
Dat liefde door de maag gaat, en niet alleen bij de man, bewijst schrijfster en columniste Sarah-Kate Lynch met Honingzoete dagen. De hapjes die ze op tafel tovert zijn net zo zoet als het verhaal en maken direct hongerig. Veel lekkernijen blijken ook nog eens geneeskrachtig. Een heerlijk boek, met een sprookjesachtige sfeer, dat af en toe naar saai neigt omdat het verhaal te zoet en te braaf is. Een beetje meer pit zou voor de spanning zorgen die in Honingzoete dagen ontbreekt.
Reageer op deze recensie