Hebban recensie
Een schot in de roos
Na de oorlog keert ogenschijnlijk de rust weer aan het Nederlandse Hof. Wilhelmina keert terug tot de orde van de dag en dochter Juliana (Jula) geniet van haar prille geluk met haar Duitse droomprins Bernhardt. Alles lijkt rozengeur en maneschijn, maar achter de muren van Soestdijk smeult het één en ander. Juliana neemt het roer over van haar moeder, maar als haar jongste dochter Marijke met een oogafwijking wordt geboren gaan de poppen helemaal aan het dansen.
Een gebedsgenezeres wordt aan het Hof ontboden en ziet kans om in vrij korte tijd een ongeziene invloed op de jonge koningin te krijgen. Wanneer die invloed zich meer en meer van het privé- naar het politieke terrein verplaatst, komt Bernhardt in het verzet. Terwijl de pacifistische kring rond Jula zich uitbreidt als een olievlek, zoekt Benno steun bij de verdedigers van de NAVO en bij invloedrijke zakenvrienden in binnen- en buitenland. Het komt tot een open strijd, waarna de prins-gemaal zich terugtrekt in een andere vleugel van het paleis. Er wordt herhaaldelijk gesproken over scheiding, maar elke keer worden de geruchten de kop ingedrukt.
Maar zijn die huwelijksperikelen het hele probleem of slechts het topje van de ijsberg?
Ik herinner mij nog heel vaag uit mijn kindertijd de discussies van de grote mensen over wat er allemaal wel gebeurde aan het Nederlandse Hof. Natuurlijk begreep ik er geen barst van, ik kwam nog maar net kijken. Maar tijdens het lezen van dit boek had ik meer dan ééns het gevoel in een tijdmachine te zitten. Hoe verder ik vorderde, hoe levendiger mij flarden van gesprekken te binnen schoten. Fotos op weekbladen kwamen me weer voor de geest. Ik zat meteen midden in een verhaal en nu wilde ik het allemaal wel eens goed horen.
Omwille van de Troon is en ik heb het gevoel mezelf onderhand te herhalen - andermaal een schot in de roos voor Tomas Ross. Even had ik het gevoel dat het verhaal ging stilvallen. De vaart leek eruit te zijn en ik raakte wat verstrikt in de vele protagonisten en concurrerende partijen. Ik heb het boek dan ook een paar dagen weggelegd. Maar toen ik er weer in begon en amper een paar paginas verder was, kwam de trein weer op snelheid. Naar het einde toe gunde ik mezelf nog nauwelijks de tijd iets te drinken te halen. Toen ik het boek dichtklapte, stelde ik verwonderd vast dat het al ver voorbij bedtijd was.
Een gebedsgenezeres wordt aan het Hof ontboden en ziet kans om in vrij korte tijd een ongeziene invloed op de jonge koningin te krijgen. Wanneer die invloed zich meer en meer van het privé- naar het politieke terrein verplaatst, komt Bernhardt in het verzet. Terwijl de pacifistische kring rond Jula zich uitbreidt als een olievlek, zoekt Benno steun bij de verdedigers van de NAVO en bij invloedrijke zakenvrienden in binnen- en buitenland. Het komt tot een open strijd, waarna de prins-gemaal zich terugtrekt in een andere vleugel van het paleis. Er wordt herhaaldelijk gesproken over scheiding, maar elke keer worden de geruchten de kop ingedrukt.
Maar zijn die huwelijksperikelen het hele probleem of slechts het topje van de ijsberg?
Ik herinner mij nog heel vaag uit mijn kindertijd de discussies van de grote mensen over wat er allemaal wel gebeurde aan het Nederlandse Hof. Natuurlijk begreep ik er geen barst van, ik kwam nog maar net kijken. Maar tijdens het lezen van dit boek had ik meer dan ééns het gevoel in een tijdmachine te zitten. Hoe verder ik vorderde, hoe levendiger mij flarden van gesprekken te binnen schoten. Fotos op weekbladen kwamen me weer voor de geest. Ik zat meteen midden in een verhaal en nu wilde ik het allemaal wel eens goed horen.
Omwille van de Troon is en ik heb het gevoel mezelf onderhand te herhalen - andermaal een schot in de roos voor Tomas Ross. Even had ik het gevoel dat het verhaal ging stilvallen. De vaart leek eruit te zijn en ik raakte wat verstrikt in de vele protagonisten en concurrerende partijen. Ik heb het boek dan ook een paar dagen weggelegd. Maar toen ik er weer in begon en amper een paar paginas verder was, kwam de trein weer op snelheid. Naar het einde toe gunde ik mezelf nog nauwelijks de tijd iets te drinken te halen. Toen ik het boek dichtklapte, stelde ik verwonderd vast dat het al ver voorbij bedtijd was.
1
Reageer op deze recensie