Hebban recensie
Een goede verteller
Een fictieve mijnstad die de facto geregeerd wordt door de Russische maffia. Politiemensen en ambtenaren met erg Vlaams of hooguit Frans klinkende namen. 263 bladzijden tekst met nauwelijks één zin waarbij je geen gebruik moet maken van de verklarende woordenlijst.
Een verhaal dat vooral bij lezers van "Dossier K" van Jef Geeraerts meer dan één belletje doet rinkelen. En daar bovenop ergens midden in het boek een getuige, Vincke genaamd, die zich bij de PG (een persoonlijke kennis) wil beklagen over de houding van de politie. Ik heb niets tegen een vette knipoog, als hij maar geen vlekken maakt. Als de rechercheur van dienst dan ook nog een Duvel gaat drinken om ode te brengen aan een Brugse collega, weet ik het wel.
Misschien klinkt dit erg negatief, maar dat is het niet. Als ik bovenstaande elementen even buiten beschouwing laat, kan ik met de hand op het hart bevestigen dat Sonnst goed vertelt. Hij heeft een goede stijl. Hij weet de spanning vol te houden. Hij krijgt ook de lachers af en toe op de hand. Kortom, hij heeft (bijna) alles om een groot auteur te worden. Er is slechts één ding dat ik mij afvraag: lijdt hij aan een acuut gebrek aan fantasie of ontbreekt het hem alleen maar aan zelfvertrouwen om het handje van (vooral) Geeraerts los te laten?
Een verhaal dat vooral bij lezers van "Dossier K" van Jef Geeraerts meer dan één belletje doet rinkelen. En daar bovenop ergens midden in het boek een getuige, Vincke genaamd, die zich bij de PG (een persoonlijke kennis) wil beklagen over de houding van de politie. Ik heb niets tegen een vette knipoog, als hij maar geen vlekken maakt. Als de rechercheur van dienst dan ook nog een Duvel gaat drinken om ode te brengen aan een Brugse collega, weet ik het wel.
Misschien klinkt dit erg negatief, maar dat is het niet. Als ik bovenstaande elementen even buiten beschouwing laat, kan ik met de hand op het hart bevestigen dat Sonnst goed vertelt. Hij heeft een goede stijl. Hij weet de spanning vol te houden. Hij krijgt ook de lachers af en toe op de hand. Kortom, hij heeft (bijna) alles om een groot auteur te worden. Er is slechts één ding dat ik mij afvraag: lijdt hij aan een acuut gebrek aan fantasie of ontbreekt het hem alleen maar aan zelfvertrouwen om het handje van (vooral) Geeraerts los te laten?
2
Reageer op deze recensie