Angst is een goede raadgever
De van origine Nederlandse schrijver Peter Jacob Weber, hoofdpersonage in de roman Nachtangst, woont al jaren in New York. Het schrijven van romans is niet toereikend om zichzelf in levensonderhoud te voorzien en daarom heeft hij een bijbaantje bij een dataconcern, waar hij 's nachts in de kelder van het kantoorpand afgesloten van de buitenwereld, handmatig dataschijven im- en exporteert. Het is ook de plek waar hij ongestoord aan een roman kan werken. Zo ook die nacht, dacht hij. Bij het aanbreken van zijn dienst mailt hij zijn literair agent over zijn ideeën voor een nieuwe roman.
Het verhaal komt pas echt op gang als Weber een aantal mannen op de gang hoort. Hij weet het direct: het zijn luidruchtige indringers die eropuit zijn om de boel leeg te halen. Ze maken een agressieve indruk. Er klinken scheldsalvo's in een voor de schrijver onherkenbare taal, die hem Russisch aandoet. Met een lege telefoon en verder geen bereik is het noodzaak om via e-mail te communiceren. Dat de literaire agent op geen van zijn mails reageert, maakt dat de schrijver begint aan een biecht die bij zijn eventuele ontmaskering zal dienen als testament voor de nabestaanden.
Het thema angst komt uitvoerig naar voren in deze nieuwe roman van Ronald Giphart. Angst werkt verlammend. Het beneemt de hoofdpersoon, meerdere malen in zijn leven, letterlijk de adem. Want al speelt het verhaal zich slechts in zeven uur af, het lukt de schrijver om alle grote gebeurtenissen uit zijn leven volledig uit de doeken te doen. Beide overleden ouders komen uitvoerig aan bod. Waarbij het drankgebruik van zijn vader en de verhouding van zijn moeder een duidelijk beeld schetsen van de wereld waarin hij opgroeide. Ook de onbetekenende onenightstand die tot de geboorte van zijn zoon leidde, waar hij amper contact mee heeft en de enige grote liefde in zijn leven die hem verraadde. Want wie denkt dat dat het in deze roman een saaie monoloog van een eenzame schrijver betreft, heeft het volledig mis. De spanningsboog staat gedurende de gehele roman op scherp. De Karpatische bezoekers komen steeds naderbij en het levensverhaal van de hoofdpersoon stevent af op een climax. Deze twee verhaallijnen zijn zeer bekwaam door elkaar heen geweven zodat erbij de lezer geen moment de verveling toeslaat.
De vraag is in hoeverre Nachtangst op het leven van Giphart is gebaseerd. In meerdere interviews heeft de schrijver toegegeven dat de laatste verpletterende scene hemzelf is overkomen. Ook dat de hoofdpersoon een schrijver betreft, maakt dat Giphart hier veel van zijn eigen ervaring op los kon laten. Tevens schreef Giphart zijn eerste roman (Ik ook van jou, 1992) tijdens zijn werk als nachtportier in een ziekenhuis. In zijn nieuwe roman schrijft hij dat er geen eenzamer beroep bestaat dan schrijver.
'Alleen, altijd maar alleen. Vechtend tegen de mislukking. Lelijke zinnen, kromme redenaties, personages die niet uit de verf komen, ongeloofwaardige situaties, een bron die opdroogt. Welkom in mijn wereld.'
Ook al voelt het schrijven voor Giphart soms als een ware kwelling, geen van deze argumenten slaat echter op zijn laatste boek. Zijn immer heldere stijl, waarbij hij gebruik maakt van ongecompliceerde zinnen en prachtige metaforen maakt dat je dit meesterwerkje van 145 pagina's in een keer wilt uitlezen.
Voor de fijnproevers wordt op humoristische wijze door het verhaal heen gebruikgemaakt van oud-Nederlandse woorden. Waarvoor naarstig een vertaling wordt gezocht. Weber toont op deze manier dat zijn mails wel degelijk in het Engels zijn geschreven.
Wat begon als een vaag idee voor een verhaal, loopt uit op een bij vlagen hartverscheurende roman.
Reageer op deze recensie