Hoop in bange dagen
Kan er een diepe vriendschapsband ontstaan tussen twee mensen die er een totaal andere levensvisie op na houden? Dat is de vraag die Juli Zeh zichzelf gesteld moet hebben voor het schrijven van haar nieuwste roman, Onder buren. Dat dit absoluut tot onze mogelijkheden behoort, zal een ieder zich realiseren na het lezen van dit prachtige verhaal.
Na het stuklopen van haar relatie met journalist Robert, vertrekt hoofdpersoon Dora samen met haar hondje Jochie naar Bracken, een typisch voormalig Oost-Duits lintdorp. Ze heeft, zonder dat Robert hiervan op de hoogte was, een huis gekocht met een enorme lap grond. We leren haar kennen als een jonge stadse vrouw, die zelfstandig een moestuin probeert aan te leggen. Dit blijkt echter minder makkelijk dan ze zich had voorgesteld. Door middel van flashbacks toont Zeh dat de relatie tussen Dora en Robert al langere tijd onder spanning stond. Robert wordt getypeerd als een milieuactivist met een adoratie voor Greta Thunberg, die geen demonstratie oversloeg. Zelfs als hij daar een vliegtuig voor moest nemen. Dora, die zelf werkzaam is bij het reclamebureau Sus-Y, dat met een duurzaamheidsconcept de banaliteit van de reclamewereld wat afzwakt, kan nog steeds niet op goedkeuring van haar partner rekenen. Ze had hiermee leren leven totdat het Coronavirus zijn intrede in Duitsland deed. In de eerste lockdown zitten de twee samen thuis in Roberts kleine appartement in de stad, maar zijn ze verder van elkaar verwijderd dan ooit. In haar nieuwe woonplaats ontmoet ze Gote, haar buurman, die zichzelf de 'dorpsnazi' nooemt. Dora verafschuwt zijn extreemrechtse gedachtegangen, maar naarmate zij hem beter leert kennen, voelt ze steeds meer sympathie voor hem en voor de andere dorpsbewoners.
Het eerste deel van de roman schetst een goed beeld van de hedendaagse problematiek: de klimaatcrisis, black lives matter en Covid-19. In het tweede deel worden de personages uitgediept en wel met zo veel precisie dat je een uiterst gedetailleerd beeld krijgt van Dora's nieuwe leefomgeving.
Juli Zeh (1974), afkomstig uit Duitsland, studeerde rechten in verschillende steden, wereldwijd. Sinds haar debuutroman Adelaars en Engelen (2002) is ze niet meer uit de literaire wereld weg te denken. Ook haar roman Ons soort mensen (2016) speelt zich af in een klein plaatsje dat zich op voormalig Oost-Duits grondgebied bevindt. Net als Onder buren werd het zeer bekwaam vertaald door Annemarie Vlaming, die Zehs humor en het venijn overeind weet te houden.
Het enige minpuntje aan het geheel is de Nederlandse titel die aan het boek gegeven is. In het Duits luidt de titel: Über Menschen, een verwijzing naar de term übermensch, een type mens dat hoger aangeschreven wordt dan de gewone mens. Het begrip wordt toegeschreven aan Friedrich Nietschze en het gedachtengoed van deze filosoof wordt meerdere malen door Zeh aangehaald. Niet onbelangrijk om hierbij te weten is dat Nazi-Duitsland in de Tweede Wereldoorlog met de tegenhanger van dit begrip kwam: de Untermensch, waarmee ze de joden bestempelden. Wanneer je de titel letterlijk vertaalt valt de term in zijn geheel weg. Daarom is er in deze aanhef waarschijnlijk voor gekozen om de relatie tussen de hoofdpersoon en de dorpsbewoners uit te lichten.
De mooiste zin uit het boek komt van de vader Dora, wanneer hij zegt: '[...] dat de mensen hun ontevredenheid verwarren met een politiek probleem.' Een roman die vlot leest, maar een ieder aan het denken zet.
Reageer op deze recensie