Acmala blijft eendimensionaal
Een ding is zeker. Johan Klein Haneveld heeft lol gehad toen hij Acmala. Een verhaal uit het Wold van Dizary schreef. De novelle, die zich afspeelt in de wereld die collega-auteur Patrick Berkhof bedacht en beschreef, is misschien maar 90 pagina’s, maar het enthousiasme spat van de pagina’s. In deze steampunk meats traditional fantasy reizen de hoofdpersonen op een lopend schip door een reuzenwoud, beweegt zich een koperen man gevuld met witte muizen, ontmoeten we een reuzenmotten en vleesetende bomen en zijn er mensen die enkel kunnen lachen door middel van een mechaniek. En dat is, simpelweg, leuk.
Hoofdpersoon in het verhaal is de weetkundige Farenal. Hij heeft zich laten overhalen door een rijke zakenman om zich aan te sluiten bij een expeditie naar het gevaarlijke woud van Gesmèr. Daar hoopt de zakenman de reuzenmotten uit te roeien die zijn oogsten bedreigen. Farenal op zijn beurt, denkt een boek te kunnen schrijven over de avonturen in het onbekende gebied en zo zijn carrière uit het slop te kunnen trekken. ‘De avonturiers worden geconfronteerd met misschien wel het grootste gevaar in dit duistere oord – zichzelf’, stelt de achterflap veelbelovend.
Spannend. Want hoe leuk de wereld ook is die een fantasyauteur verzint, het is uiteindelijk het verhaal dat het moet doen. Is hij in staat zijn personages tot leven te brengen? Kan hij de dilemma’s, de kracht en de zwaktes van zijn karakters uitdiepen? En – niet onbelangrijk – houdt hij ondertussen ook een goed verhaal aan de rol?
Klein Haneveld heeft in elk geval een dappere poging gedaan. Hij zet Farenal neer als een naïeve, onhandige studeerkamergeleerde die met een harde klap in de realiteit en het gevaar terechtkomt. Er is de stoere lijfwacht Karonna, die om haar reputatie te redden moét slagen. Er is de egoïstische zakenman Somnius die in zijn zucht naar persoonlijk gewin over iedereen heenwalst. Het kan een interessante mix opleveren als karakters botsen en principes in een hogedrukpan belandden. Wat gebeurt er als deze personages ‘zichzelf’ tegenkomen?
Eigenlijk niet heel veel. De karakters blijven vrij cliché en worden maar mondjesmaat uitgediept. Karonna raakt gewond en moet dealen met het feit dat ze haar werk eigenlijk niet meer kan doen. Maar de beschrijvingen van hoe ze keer op keer haar ‘tanden op elkaar zet’ of haar ‘gezicht vertrekt’ als ze haar lichaam belast, slagen er niet in om werkelijk contact tot stand te brengen met een echt persoon. Hetzelfde geldt voor Farenal en Somnius. Ze zijn eendimensionaal en dat verandert niet, wát voor avonturen ze ook beleven in het wold.
Ook de veronderstelde complexiteit van het Woud van Gesmèr komt maar matig uit de verf. Er moet sprake zijn van voedselketen, veronderstelt Farenal. Dat is niet een heel onwaarschijnlijke conclusie voor een ingewikkeld ecosysteem. Jammer is dat het aantal wezens dat het wold bevolkt, nauwelijks groter lijkt te zijn dan het aantal mensen dat meedoet aan Somnius’ expeditie.
Dat gecombineerd met een schrijfstijl die vooral erg beschrijvend is, maar slechts zelden doordringt tot het gevoel áchter de beschrijving en een weinig spectaculair einde, maakt dat Acmala uiteindelijk toch niet werkelijk overtuigt.
Is het vrolijk? Beslist. Levert het een drietal aardige leesuurtjes op? Ook! Maar de indringende ervaring blijft uit, net als de drang om meer te weten over Dizary.
Reageer op deze recensie