Revocatie komt onvoldoende tot leven
Het is een indrukwekkend boek, als het zo voor je ligt. Revocatie, het slotstuk van Jürgen Snoerens tweeluik De demon van Felswyck, is met zijn 672 pagina’s zelfs nog dikker dan het eerste deel. En de vraag is dan natuurlijk… Is dat het waard? Is de auteur in staat om met een verhaal dat in totaal bijna 1400 pagina’s beslaat de lezer bij de les te houden?
Het antwoord? Mwah…
In het eerste deel verraste Snoeren vooral door een uitzonderlijk complexe en gedetailleerde fantasywereld neer te zetten. Tegelijk verloor hij zich in zijn drang om de lezer van al die details op de hoogte te stellen. Het werkelijke verhaal over de dievegge Feri die per ongeluk betrokken raakt bij politieke intriges als een wetenschapper een kwaadaardige demon oproept, raakte daarbij ondergesneeuwd. Als lezer hoop je natuurlijk dat hij in dat tweede deel er wel in slaagt om te focussen en zijn karakters van de broodnodige diepte te voorzien.
In Revocatie is de stammenoorlog nog in volle gang. De invloed van de demon doet zich gelden en wanneer Feri’s bijzondere gave om zijn aanwezigheid te voelen groeit, is ook duidelijk dat zij degene moet zijn die de demon zal vernietigen.
Dat lijkt een duidelijke lijn en Snoeren blijft ook wel wat beter bij de les dan in deel één. Hij heeft duidelijk gekozen voor drie van zijn karakters: Feri, de dochter van de stamheer Isse en de informant Osser die in het bed van een van de legerleiders van de ‘tegenpartij’ belandt. Dat maakt dat je in elk geval weet waar je zit in het verhaal.
Jammer genoeg is dat nog altijd niet voldoende om zijn wereld echt tot leven te brengen. Nog altijd heeft neigt Snoeren naar veel te uitgebreide uitleg, vaak in de vorm van dialogen. Een simpele opmerking over sneeuw leidt bijvoorbeeld al snel tot een verdere verhandeling over het klimaat. Karakters stellen soms vragen waarop ze het antwoord niet eens wíllen weten, maar die wel leiden tot een alinea’s lange geschiedenisles.
Daarbij hebben de karakters nog altijd onvoldoende vlees op de botten. Ze hebben vrijwel allemaal dezelfde tone of voice. Doordat daarnaast ook erg weinig aandacht is voor wie ze werkelijk zíjn, is het moeilijk ze van elkaar te onderscheiden. Wat drijft hen? Hoe vormen de gebeurtenissen hun persoonlijkheid? En dan zijn er nog de vele bijrolletjes van personages die niet geïntroduceerd worden. De namenlijst van zes pagina’s aan het begin is dan de enige houvast.
Toch is het grootste mankement van Revocatie de opbouw. Een goede spanningsopbouw ontbreekt en het tempo is door het hele boek vrijwel hetzelfde. Net zoals de kerngebeurtenis - de daadwerkelijke invocatie van de demon - in het eerste deel pas halverwege het boek plaatvond, is dat ook hier het geval. Wat doorgaat is de aaneenschakeling van schermutselingen op verschillende plaatsen, die qua belang moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. Pas helemaal aan het einde in de laatste twintig bladzijden treedt er een werkelijk versnelling op. Maar dat is dan toch aan de late kant.
Misschien is haast wel de grootste valkuil geweest bij dit boek. Het is immers niet niks, om een boek van zo’n omvang af te leveren in een jaar tijd. Het zou onlogische plotlijnen verklaren, die niet zijn gecorrigeerd. Of het feit dat informatie vaak op verschillende plekken wordt herhaald, alsof de auteur vergeten is wat hij de lezer had verteld.
In andere gevallen spreekt de auteur zichzelf tegen. Zoals op pagina 473, wanneer gemuteerde wolven eerst ‘vrij gemakkelijk in een fuik van schilden en speren gelokt [konden] worden, om vervolgens te worden omsingeld en gedood’. Een zin later schrijft hij: ‘Maar ze waren zonder uitzondering moeilijk te doden.’
Revocatie maakt – net als Invocatie - indruk door de rijkheid van Snoerens wereld. Maar hij slaagt er jammer genoeg niet in om die rijkdom adequaat te vertalen naar een meeslepende roman.
Reageer op deze recensie