Heksenhoeve wil niet echt spannend worden
Een ouderwetse boerderij, diep in het bos, waar de tijd heeft stilgestaan. Een rituele moord op een knappe studente en een politiehulpje met een dwangneurose. Die elementen vormen samen de basis van Heksenhoeve, de bovennatuurlijke thriller van An Janssens, die in 2013 de Luitingh-Sijthoff/Magic Tales romanwedstrijd won.
Haar debuut Drakenkoningin was een lekker geschreven en onderhoudend episch fantasyverhaal. Nu gooit Janssens het over de andere boeg: een thriller. Maar het schrijven van een echt goede thriller blijkt niet zo gemakkelijk.
Hoofdpersoon is Sander Dats, die hand- en spandiensten verleent bij de plaatselijke politie in Leuven. Hij krijgt te maken met de gruwelijke moord op een studente en als de politie in zijn ogen wat al te gemakkelijk conclusies trekt over de dader, gaat hij zelf op onderzoek uit. Al snel ontdekt hij een verband met de merkwaardige bewoners van een boerderij, waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Dan valt zijn ex Anouk in handen van de boerderijbewoners en komt een vreselijk geheim naar buiten.
Met Sander schotelt Janssens de lezer een grappige en onderhoudende hoofdpersoon voor. Hij ziet de wereld in getallen: hij liket dwangmatig meisjes op Tinder in groepjes van vier, propt desnoods vijf toastjes in zijn mond om te voorkomen dat er een verkeerd getal achterblijft op het dienblad en geeft mensen een getalwaarde op grond van het aantal letters dat hun kledingkleur bevat. Het geeft hem iets unieks en verfrissends en Janssens neemt de lezer soepel mee in zijn dwangmatige brein.
Ook Janssens schrijfstijl is soepel en snel, zoals we van haar gewend zijn. Je vliegt door het verhaal heen. Haar taalgebruik is eenvoudig en helder, maar ook beeldend waar nodig.
Toch wil het niet echt spannend worden in Heksenhoeve en dat heeft twee redenen. Om te beginnen: de verhaallijn over de moord en het onderzoek staat bol van de clichés die je in iedere middelmatige politieserie zult aantreffen: een seriemoordenaar, corruptie binnen de politie, de agent die zijn eigen weg gaat maar wordt tegengewerkt door zijn superieuren en ga zo maar door.
Het ‘geheim’ van de Heksenhoeve zou dat kunnen compenseren, maar doet dat niet. De lezer ziet al mijlenver van tevoren aankomen wat er gaat gebeuren, onverwachte plotwendingen zijn er nauwelijks en de mogelijkheden die het ‘geheim’ biedt om karakters psychologisch uit te diepen, blijven liggen.
Tweede probleem vormen de onwaarschijnlijkheden en plotgaten in het verhaal. Sander – die als onderzoeker behoorlijk knullig overkomt – weet al na een paar gesprekjes en gevolgtrekkingen de achtergronden te achterhalen. Dat gaat veel te makkelijk en te rechtlijnig. De manier waarop zijn ex Anouk uit haar benarde situatie probeert te ontsnappen, werkt uiteindelijk vooral op de lachspieren. De oplossing is uiteindelijk zo eenvoudig, dat je je afvraagt hoe de Heksenhoevebewoners zolang hebben kunnen overleven.
Een slecht boek is Heksenhoeve beslist niet. Zoals gezegd: het verhaal leest makkelijk weg en zal heel wat lezers een aantal fijne uurtjes bezorgen. En misschien zullen thrillerlezers die geen fantasy gewend zijn, gemakkelijker over de bovennatuurlijke clichés heenstappen. Maar een hoogvlieger is dit toch ook weer niet.
Reageer op deze recensie