De Scrypturist is een verademing in de brei van hap-slik-weg
Laten we eerlijk zijn: veel moderne fantasy is gewoon standaard. In meer of minder fantasievolle werelden spelen zich verhalen af over de strijd tussen goed en kwaad, afgetopt met een vleugje magie. Niks mis mee, op zich. Mits goed uitgevoerd kan dat een bijzonder aangename leeservaring opleveren.
En toch.
Na afloop blijf je vaak zitten met een ‘was dat het nou’? Alsof je in dat niet onaardige eetcafé toch weer voor de standaard biefstuk-met-friet-en-salade hebt gekozen. En ook al was de biefstuk perfect en de frietjes huisgebakken, de ervaring blijft niet hangen.
Maar dan sla je De scrypturist van Paul Evanby open, het eerste deel van zijn debuutserie Het Levend Zwart. En dan weet je: het kan ook anders.
Hier maken we kennis met Mauric Dystergroeve. Mauric is een begaafd scrypturist – hij beheerst de kunst om symbolen te schrijven die de werkelijkheid beïnvloeden: magie dus. In de middeleeuws aandoende wereld van het Levend Zwart zijn scrypturisten geen almachtige tovenaars, maar eerder hardwerkende ambachtslieden die hun kunst vooral praktisch inzetten. Mauric echter maakt deel uit van de Schrapersloge, een groep ongebonden schrijvers die het Levend Zwart ontwikkelden – een volledig door scryptuur beheerste alternatieve werkelijkheid die de Schering genoemd wordt. Maar dan beginnen zich binnen de Schering nieuwe fenomenen te ontwikkelen en die beïnvloeden ook de échte wereld.
Dit is een complex boek. Het is intelligent en doordacht en heerlijk om te lezen. Het fijnste: de geschetste wereld is niet standaard. Ja, hij is geënt – zoals zo vaak in fantasy – op een premoderne samenleving. Maar ook zijn er invloeden van steampunk: het is een samenleving op de rand van de moderniteit. Evanby’s wereld is doordrenkt van politieke intriges, rivaliserende groepen en mensen die hun idealen proberen na te streven op allerlei verschillende manieren.
En dan is er nog de wereld van de ‘anderen’ – de onbekende riindhru – vismensen die hun steden in de zee hebben, met hun eigen verwante magie. De verbannen Nishkigoh moet zijn weg zien te vinden in een voor hem onbekende wereld boven het water en zijn nieuwe visie op scryptuur verandert alles.
De vorm die Evanby vond voor de magie in zijn verhaal is spannend. Door de kracht toe te kennen aan een geschreven symbool, maakt hij die tegelijk kwetsbaar. Hoe preciezer geschreven, hoe groter de kracht. Maar als de inkt vervloeit - wat het altijd doet - vermindert dat tegelijk de kracht ervan. Scrypturisten leunen op de traditionele scryptuur, maar tegelijk ontwikkelen ze nieuwe vormen, nieuwe combinaties.
Bovendien is het taalgebruik een genot voor wie daar gevoelig voor is – en dat ben ik. Enerzijds zijn er prachtige ‘nieuwe’ woorden. ‘Waanvrede’ voor scryptuur die werkt als heroïne. ‘Scryptofact’ voor een door scryptuur geschapen wezen, ‘dwarsgroei’ voor scryptuur die van aard verandert. Woorden die getuigen van Evanby’s taalvaardigheid en taalgevoel. Maar Evanby schrijft ook simpelweg goed en put uit een rijke woordenschat, zonder concessies aan lezers die het misschien niet kunnen volgen.
Zoals gezegd: De Scrypturist is een intelligent boek, maar makkelijk is het niet. Het taalgebruik is heerlijk, maar zou minder geoefende lezers wel eens boven de pet kunnen gaan. De wereld is complex en gelaagd, maar dat betekent ook dat als je je te veel laat afleiden, je de draad snel kwijtraakt. Kortom: het is een verhaal waarvoor je een beetje moet werken, maar dat is niet erg. Sterker nog, het is een verademing in de brei van hap-slik-wegboeken.
Het enige minpunt is dat het boek een beetje op afstand blijft. Evanby trakteert je niet op grootse emoties en zijn karakters blijven koel. Zelfs als de wereld dreigt te vergaan, neem je daar als lezer geïnteresseerd kennis van, maar de ondraaglijke spanning blijft uit.
Een aanrader dus voor de lezers die hun fantasy graag net iets anders zien. Maar dan moeten ze er niet voor terugschrikken tijdens het lezen hun hersens te gebruiken.
Reageer op deze recensie