Iron Gold is een emotionele achtbaan
Wat doe je jezelf aan, met die boeken van Pierce Brown. Want daar zit je weer, meegesleurd met de karakters die hij heeft geschapen. Je ziet, je voelt, hoe de dingen helemaal verkeerd zullen gaan. Maar net als die karakters ben je hulpeloos en moet je toezien hoe ze met de beste bedoelingen de verkeerde dingen doen. En daar komt ellende van.
Met Iron Gold keert Pierce Brown terug naar de wereld van Red Rising. De revolutie die Darrow startte om de tirannie van de Golds te overwinnen in de eerste drie delen van de serie, ligt nu tien jaar in het verleden. De Reaper is Imperator geworden. Zijn vrouw Virigina – Mustang - is de Sovereign en daarmee het hoofd van de nieuwe Republiek.
Maar de oorlog is niet voorbij. Darrow is nog altijd Darrow. Hij is weliswaar de held van het volk, een man voor wie standbeelden zijn opgericht. Maar hij is nog altijd eigenwijs en ziet doorgaans maar een oplossing voor de problemen: geweld. En nu – in zijn nieuwe wereld – gaat de wil van de Senaat boven die van hem. Een recipe for disaster. Want waar de Senaat vrede wil sluiten met de gevreesde Ash Lord, is Darrow ervan overtuigd dat diens aanbod enkel een list is en dat hij nog een keer de strijd moet aangaan. Koste wat kost.
Dus natuurlijk luistert hij niet, zij het met de beste bedoelingen. Natuurlijk gaat vervolgens alles mis. Maar de pijn, het verdriet en de verwarring die al die dilemma’s met zich meebrengen, maken de boeken van Brown zo pijnlijk goed.
Brown nam een risico door twee jaar na het beëindigen van de Red Risingserie, waarbij hij zijn publiek verzadigd en tevreden achterliet, terug te keren naar Darrow. Hij zou de eerste niet zijn die probeert een succes te herhalen door dezelfde paden te bewandelen, maar daarmee alleen maar teleurstelling oproept.
Maar Iron Gold slaagt op alle fronten. De karakters zijn complex en gelaagd genoeg om opnieuw te boeien. Ze zijn ouder geworden, stellen andere prioriteiten, hebben andere vragen. En dat is precies wat de lezer geboeid houdt.
Daarnaast kiest Brown voor nieuwe verhaallijnen die de plot rond Darrow afwisselen. Cassius is er nog en zwerft met Lysander au Lune, de erfgenaam van de oude Sovereign door de verre uithoeken van het rijk.
Lyria verschijnt op het toneel, een Rood meisje dat in de vluchtelingenkampen alles verloor. En we maken kennis met Ephraim, een gedesillusioneerde soldaat die gedwongen wordt iets te stelen dat hem zijn ziel zal kosten.
Allemaal zitten ze opgescheept met de versplinterde droom van de revolutie. En allemaal moeten ze een weg zoeken om daarmee in evenwicht te komen.
Het is een slimme keus van Brown. De nieuwe lijnen voorkomen niet alleen dat je als lezer Darrow-moe zou worden, ze zorgen ook voor diepte. Alle karakters hebben hun eigen blik op de Revolutie en je begrijpt hen. Natuurlijk haat Lysander Darrow. Hoe zou hij dat niet doen, nadat zovelen zijn gestorven, nu de oorlog maar voortraast, nu de armen nog altijd arm zijn. En natuurlijk is Lyria boos: ze verloor de vertrouwde veiligheid van haar leven in de mijnen en kreeg er een vluchtelingenkamp voor terug. Natuurlijk is Ephraim boos. En natuurlijk probeert Darrow tegen de klippen op zijn droom te redden. Hoe kun je niet van hem houden als hij met zoveel persoonlijke offers probeert het goede te doen?
En als lezer voel je hun pijn en hoop je zo verschrikkelijk dat ze een uitweg zullen vinden. Maar je weet ook dat dit nog maar deel een is in een nieuwe driedelige serie. En Brown spaart zijn lezers niet: er sterven karakters sterven die je lief zijn. Ze lijden, hebben verdriet. Ze maken onmogelijke keuzes. En jij – lezer – lijdt mee.
Ook daardoor zijn die vier verhaallijnen een goede keuze. Het geeft je zo nu en dan gegelegenheid om afstand te nemen, alhoewel je net zo snel weer verwikkeld bent in de volgende emotionele achtbaan. Maar dan is het boek uit en denk je alleen maar: waar is het volgende deel.
Klein lichtpuntje: Brown belooft zijn lezers al dit jaar met deel twee te komen. Gelukkig!
Reageer op deze recensie