Volgroeide, fijn-om-te-lezen fantasy
Volwassen fantasy met een episch tintje die zich kan meten met buitenlandse fantasy-auteurs, daarvan hebben we er in Nederland niet zo heel veel. Er wordt genoeg geschreven – héél veel zelfs – maar verreweg de meeste auteurs schieten mijns inziens nog altijd tekort.
En toen verscheen - twee jaar geleden alweer - Sophie Lucas. Lucas – pseudoniem van Sanne de Ruiter – is al een hele tijd bezig met schrijven. Niet met het uitbrengen van boeken, maar wél met het schrijven van verhalen en het laten groeien van dat ene belangrijke boek: Reigersvlucht. En dat is dus wél een volgroeide, fijn-om-te-lezen fantasy.
Reigersvlucht is het verhaal van kroonprinses Mei Lin, de Yuan-sa van het op China geïnspireerde koninkrijk Yuan. Ze heeft moeite met zich aan te passen aan het streng gereguleerde paleisleven en dat wordt niet beter als ze moet trouwen met de broer van de keizer van Yamata – om een duurzame vrede met het buurland te bewerkstelligen.
Alles verandert echter als de keizer wordt vermoord en zijzelf maar ternauwernood aan een aanslag ontkomt. Mei Lin vlucht, samen met de paleisdienaar Chang Lu en doet alles wat ze kan om de vrede die haar vader voor zich zag alsnog tot stand te brengen.
Lucas is in dit boek spaarzaam met magische elementen. Voor sommigen reden om te zeggen dat het niet echt fantasy zou zijn. Wat mij betreft is dat geen enkel probleem. Magie kan, maar hoeft niet. Het is gewoon één van de fantastische elementen die een auteur tot zijn beschikking heeft. Hoe en of hij of zij daar gebruik van maakt, is van minder belang. En juist het voorzichtige gebruik ervan, kan een extra gevoel van echtheid toevoegen aan de verzonnen wereld.
Wat dat betreft zit het wel goed. De koninkrijken Yuan en Yamata, de politieke intriges, de ambtenarij en de gebruiken overtuigen. Bovendien zijn de Oosterse culturen een interessante inspiratiebron. Juist de vreemdheid ervan, maakt dat ze voor een Westerling al snel ‘fantastisch’ aanvoelen. Lucas heeft zich er voldoende in verdiept om het te laten werken.
De karaktertekening laat wel eens wat te wensen over. Mei Lin is natuurlijk een verwend meisje dat moet leren dat de wereld niet altijd om haar draait. Maar dat neemt niet weg dat ze mij soms behoorlijk op de zenuwen werkte en ze meer overkwam als een dwarse puber dan een zelfbewuste prinses. Ook haar tegenstrevers komen niet altijd goed uit de verf.
Daarnaast – ook jammer – krijg je weinig mee van de ontberingen die Mei Lin en Chang Lu moeten doormaken op hun lange reis naar Yamata. De uitputting, de angst, het vuil… Lucas beschrijft het allemaal wel, maar kort en oppervlakkig en je bent maar zelden zo dicht bij de karakters dat je het met hen mee kunt voelen.
Mei Lins ‘love interest’ mist emotie, doordat het blijft hangen in clichés van een meisje dat zich ziek ergert aan de man waar ze mee moet trouwen, een grondige hekel aan hem heeft, om uiteindelijk toch… Dat dus. Jammer, want een goed liefdesverhaal plus goede fantasy kan verrukkelijk leesvoer zijn.
Niettemin is het verhaal zelf prima op orde. Personages komen vaak net iets anders uit de hoek dan je had verwacht, de bijzondere band tussen Chang Lu en Mei Lin is intrigerend en houdt de aandacht vast. En dan zijn er nog al die kleine, persoonlijke verhalen die de verschillende karakters met elkaar verbinden en ook stuk voor stuk boeiend zijn en het verhaal als geheel een solide basis geeft.
En dan is er de ontknoping. Niet heel verrassend. Maar wel passend en bevredigend, zodat je het boek met een tevreden gevoel weer weglegt. Te goed voor de ‘gewone’ drie sterren. Net niet genoeg voor de vier. Dus Hebban: kunnen we toch die drieënhalf eens invoeren?
Reageer op deze recensie