Spannend idee, maar uitwerking kan beter
"Ik stond aan zee en keek naar de branding. Grijze rafelige golven rolden over het strand, schuimvlokken vlogen op. Het was een slechte dag om een reis te beginnen."
Ik kan het niet helpen. Bij deze eerste regels van Sprong in het Duister, een nieuwe jeugdfantasy van Bies van Ede, moest ik denken aan Tonke Dragst Torens van Februari. En dat is een compliment. Van dat boek – van Tonke Dragt – is een van mijn absolute favorieten.
Maar dit is dus Bies van Ede.
Het is de mystiek van die eerste regels die me herinnerden aan Tonke Dragt. Het vermogen om met heel weinig woorden een sfeer van spanning en verwachting op te roepen, zonder dat er heel veel gebeurt. Dat, en de zee natuurlijk.
Mooi dus, dat begin van het verhaal van Gideon, een jongen die is weggelopen uit het klooster waarin hij zijn hele leven woonde. Want er ís iets met hem. Hij heeft een Gave – het vermogen om de monsters waar alle mensen in deze tijd van dromen, op te roepen en écht te maken. Een gave die hem stukje voor stukje verder naar het Duister trekt en die de monniken die hem opvoedden zo bang maakt. De een na de ander die meer wist werd weggestuurd. En Gideon gaat op zoek naar antwoorden. Wie is hij? Wát is hij?
Op zijn tocht ontmoet hij een zwerfmonnik die hem helpt, de helderziende Claire die zijn vriendin wordt. Maar hij moet ook vluchten voor mensen die het op hem voorzien hebben, zonder dat hij weet waarom. En dit alles speelt zich niet af in een middeleeuwsige setting, maar in de toekomst: een tijd waarin de Wolk van Weten is verdwenen en de mensheid – die niets meer zélf wist – is teruggevallen in onwetendheid. Een wereld waarin nog de legendes worden verteld van de tijd waarin de Wolk nog bestond, waar de restanten van magische machines zijn achtergebleven, maar niemand weet er meer het fijne van. Wat wel duidelijk is: de mensen zijn bang. Er is een oorlog gaande, al weet niemand waarover en tegen wie. En de wereld dreigt te kantelen…
Spannend, dat idee. Wie heeft zich nooit afgevraagd wat er gebeurt als al die kennis die we tegenwoordig op het internet vinden, plotseling niet meer beschikbaar is. Wat moeten we dan? De manier waarop Van Ede de gevolgen voor de beschaving schetst – de sfeer van continue angst voor het kantelen van de wereld, al weet niemand precies wat dat is en hoe dat zou gebeuren – is boeiend. Het dilemma van hoofdpersoon Gideon – hij heeft een Gave, maar hij voelt dat iedere keer dat hij hem gebruikt hij dichter bij het Duister belandt, interessant.
Maar dan de uitwerking. Daar laat Van Ede het een beetje liggen. Je krijgt niet werkelijk grip op Gideons strijd, zijn dilemma’s. Ook de karakters om hem heen – de zwerfmonnik Silas, het meisje Claire, of de verwarde Ward die een kerkhof van vergeten machines beheert – krijgen maar geen vlees op hun botten. Gideon en Silas worden bedreigd door een abt en een reder, die hopen na het dorp de hele wereld te gaan overheersen, en later door vier speelmannen die zich zonder werkelijk goede redenen tegen hen keren. Maar ze overtuigen geen van alle.
Zo kabbelt het verhaal rechtlijnig voort, maar draagt de lezer niet echt naar het einde. Jammer, want de thematiek is interessant, de sfeer van onbehagen en angst herkenbaar en actueel. Misschien dat het verhaal in de vervolgdelen wat meer kracht en diepte krijgt. Alle voorwaarden zijn er immers wel: een goede schrijver, sterke ideeën, interessante achtergrond. Afwachten dus.
Reageer op deze recensie