Lezersrecensie
Tijdloze roman in een begrensde ruimte
“De enorme zaal” (1922) van de Amerikaanse schrijver E.E. Cummings (1894 – 1962) is in de loop van de jaren in de Verenigde Staten uitgegroeid tot één van de klassiekers van de Eerste Wereldoorlog literatuur. In eerste instantie zag het daar niet naar uit, want de kritiek was niet mals voor “De enorme zaal” bij verschijnen. De verkoopcijfers waren dan ook navenant. Pas na de goede ontvangst in Groot-Brittannië in 1928 draaiden Amerikaanse lezers en recensenten langzamerhand bij. De eerste Nederlandse vertaling verscheen (pas) in 2009 en was van de hand van Harry Oltheten en verscheen bij Dulce & Decorum. “De enorme zaal” heeft in de Lage Landen, helaas(nog?) niet de status gekregen die het heeft in Angelsaksische landen.
In de grotendeels autobiografische roman “De enorme zaal” beschrijft Cummings zijn ervaringen als ambulancebroeder voor het Amerikaanse Rode Kruis en gedetacheerd bij het Franse leger vanaf het moment dat hij en zijn boezemvriend William Slater Brown worden aangehouden door het Franse leger op verdenking van spionage voor de Duitsers en ongewenste activiteiten die het Franse leger in gevaar brengen tot aan het moment dat hij na drie en halve maand wordt vrijgelaten uit het interneringskamp. De verdachtmaking is gebaseerd op de door de Franse en Amerikaanse censuur onderschepte brieven van Brown waarin hij aan zijn familie in de Verenigde Staten schrijft over de arrogantie van de Amerikaanse militairen, het geklungel van het Franse leger en het gebrek aan vertrouwen bij de Fransen in de overwinning.
In ”De enorme zaal” vind je dan ook geen rechtstreeks ooggetuige verslag van bloederig en angstaanjagend oorlogsgeweld aan het front, maar een satirische en groteske vertelling waarbij de incompetentie van zowel de Franse militaire als burgerlijke autoriteiten aan de kaak wordt gesteld. Relativerende humor vinden we niet alleen terug in de schrijfstijl van Cummings, maar humor, relativering, er het beste van maken in de gegeven omstandigheden is ook wat we tegenkomen als ‘overlevingsstrategie’ bij het personage Cummings tijdens hun verblijf in het interneringskamp in afwachting van een definitief oordeel van de Franse autoriteiten. Door deze ‘relativerende humoristische’ verdubbeling kan je af en toe de indruk krijgen een parodie te lezen. Cummings houdt je keer op keer bij de les door zijn vol sympathie en mededogen geschreven (en getekende) portretten van de andere geïnterneerden met wie hij op een grote zaal ligt en de stumpers van bewakers, officieren en anderen die het lot van de geïnterneerden in handen hebben. Het is overduidelijk dat Cummings het niet heeft zitten op autoriteiten.
“De enorme zaal” is een vrijwel plot loze roman die ook nog eens niet lineair door de tijd heen wordt verteld. Dit heeft een ongemakkelijk en bevreemdend effect. Het is dezelfde bevreemding die de geïnterneerden meemaakten wanneer alle dagen op elkaar lijken, het onduidelijk is wanneer je weg mag en alle besef van tijd verliest. Na enige tijd in detentie speelt tijd geen rol meer.
In de grotendeels autobiografische roman “De enorme zaal” beschrijft Cummings zijn ervaringen als ambulancebroeder voor het Amerikaanse Rode Kruis en gedetacheerd bij het Franse leger vanaf het moment dat hij en zijn boezemvriend William Slater Brown worden aangehouden door het Franse leger op verdenking van spionage voor de Duitsers en ongewenste activiteiten die het Franse leger in gevaar brengen tot aan het moment dat hij na drie en halve maand wordt vrijgelaten uit het interneringskamp. De verdachtmaking is gebaseerd op de door de Franse en Amerikaanse censuur onderschepte brieven van Brown waarin hij aan zijn familie in de Verenigde Staten schrijft over de arrogantie van de Amerikaanse militairen, het geklungel van het Franse leger en het gebrek aan vertrouwen bij de Fransen in de overwinning.
In ”De enorme zaal” vind je dan ook geen rechtstreeks ooggetuige verslag van bloederig en angstaanjagend oorlogsgeweld aan het front, maar een satirische en groteske vertelling waarbij de incompetentie van zowel de Franse militaire als burgerlijke autoriteiten aan de kaak wordt gesteld. Relativerende humor vinden we niet alleen terug in de schrijfstijl van Cummings, maar humor, relativering, er het beste van maken in de gegeven omstandigheden is ook wat we tegenkomen als ‘overlevingsstrategie’ bij het personage Cummings tijdens hun verblijf in het interneringskamp in afwachting van een definitief oordeel van de Franse autoriteiten. Door deze ‘relativerende humoristische’ verdubbeling kan je af en toe de indruk krijgen een parodie te lezen. Cummings houdt je keer op keer bij de les door zijn vol sympathie en mededogen geschreven (en getekende) portretten van de andere geïnterneerden met wie hij op een grote zaal ligt en de stumpers van bewakers, officieren en anderen die het lot van de geïnterneerden in handen hebben. Het is overduidelijk dat Cummings het niet heeft zitten op autoriteiten.
“De enorme zaal” is een vrijwel plot loze roman die ook nog eens niet lineair door de tijd heen wordt verteld. Dit heeft een ongemakkelijk en bevreemdend effect. Het is dezelfde bevreemding die de geïnterneerden meemaakten wanneer alle dagen op elkaar lijken, het onduidelijk is wanneer je weg mag en alle besef van tijd verliest. Na enige tijd in detentie speelt tijd geen rol meer.
3
Reageer op deze recensie