Lezersrecensie
Breder literair perspectief binnen Indische Letteren
Victor Ido (pseudoniem van Hans van de Wall: 1869 – 1948) was een Nederlands journalist, toneelregisseur en schrijver van toneelstukken, verhalen en romans. Als kind van een Nederlandse vader en een Indo-Europese moeder zorgde ervoor dat Ido zelf ook Indo-Europeaan was. Deze ‘status’ zorgde ervoor dat hij, net als alle andere Indo-Europeanen, zowel in Nederland als in Nederlands-Indië werd beschouwd als een buitenbeentje, die ‘vlees noch vis’ is. Tijdens zijn leven woonde, leefde en werkte hij in Nederlands-Indië en was hij goed ingevoerd in het wel en wee van de Indisch-Europese gemeenschap ter plaatse. Zowel in zijn journalistiek werk, zijn toneelstukken en zijn literair werk is, niet verbazingwekkend, komt de positie van Indo-Europeanen vaak aan bod. Ido was in de eerste helft van de 20e eeuw een van de weinige, zo niet de enige, Indo-Europese schrijvers die in het Nederlands publiceerde en zowel in Nederlands-Indië als in Nederland (enige) populariteit had.
“De paupers” werd in 1915 als boek gepubliceerd, nadat het in 1910 als feuilleton was gepubliceerd in een lokale krant. Roman en feuilleton waren gebaseerd op een novelle die Ido in 1900 had gepubliceerd en later had verwerkt tot een succesvol toneelstuk. De roman is een familiekroniek, in verschillende hoofdstukken komen verschillende leden van de Indo-Europese familie Portalis. Aan het hoofd van de familie staat Sam Portalis. Hij is al jaren werkzaam bij de rechtbank in Batavia als bewaker/conciërge. Zelf ontleent hij meer status aan deze functie dan zijn Nederlandse bazen. Dit gebrek aan respect van de Nederlandse ‘elite’ voor hun eigen Indo-Europsese landgenoten is een rood draadje in “De paupers”. Dé rode draad in “De paupers” is de etnische sociale hiërarchie in de Nederlands-Indische samenleving en de hoge mate waarin Indo-Europeanen zich bewust zijn van deze hiërarchie en hoe zij zich er naar schikken. Voor een Indo-Europeaan is het geaccepteerd om te werken voor een Nederlander, maar werken voor een Chinees of een Indonesiër dat is ‘not done’. De jonge en onstuimige driftkop Boong Portalis, een kleinzoon van Sam Portalis, heeft nog het meeste moeiten met deze etnisch sociale hiërarchie. Het gaat bij Boong van kwaad naar erger, tot schande van zijn gezag trouwe familie.
De verdienste van “De paupers” bestaat uit meer dan alleen het onder de aandacht brengen van het wel en wee van de Indo-Europese gemeenschap uit die jaren. Het is ongeacht thematiek en rode draad ook een vlot geschreven roman die niet zou hebben misstaan in het oeuvre van P.A. Daum en is een aanrader voor iedereen die een breder literair perspectief wil krijgen op het leven in het koloniale Nederlands-Indië. Bij het lezen van “De paupers” moest ik regelmatig denken aan al die andere in de literatuur opgevoerde Indo-Europese personages en hoe belabberd die er meestal van af komen.
“De paupers” werd in 1915 als boek gepubliceerd, nadat het in 1910 als feuilleton was gepubliceerd in een lokale krant. Roman en feuilleton waren gebaseerd op een novelle die Ido in 1900 had gepubliceerd en later had verwerkt tot een succesvol toneelstuk. De roman is een familiekroniek, in verschillende hoofdstukken komen verschillende leden van de Indo-Europese familie Portalis. Aan het hoofd van de familie staat Sam Portalis. Hij is al jaren werkzaam bij de rechtbank in Batavia als bewaker/conciërge. Zelf ontleent hij meer status aan deze functie dan zijn Nederlandse bazen. Dit gebrek aan respect van de Nederlandse ‘elite’ voor hun eigen Indo-Europsese landgenoten is een rood draadje in “De paupers”. Dé rode draad in “De paupers” is de etnische sociale hiërarchie in de Nederlands-Indische samenleving en de hoge mate waarin Indo-Europeanen zich bewust zijn van deze hiërarchie en hoe zij zich er naar schikken. Voor een Indo-Europeaan is het geaccepteerd om te werken voor een Nederlander, maar werken voor een Chinees of een Indonesiër dat is ‘not done’. De jonge en onstuimige driftkop Boong Portalis, een kleinzoon van Sam Portalis, heeft nog het meeste moeiten met deze etnisch sociale hiërarchie. Het gaat bij Boong van kwaad naar erger, tot schande van zijn gezag trouwe familie.
De verdienste van “De paupers” bestaat uit meer dan alleen het onder de aandacht brengen van het wel en wee van de Indo-Europese gemeenschap uit die jaren. Het is ongeacht thematiek en rode draad ook een vlot geschreven roman die niet zou hebben misstaan in het oeuvre van P.A. Daum en is een aanrader voor iedereen die een breder literair perspectief wil krijgen op het leven in het koloniale Nederlands-Indië. Bij het lezen van “De paupers” moest ik regelmatig denken aan al die andere in de literatuur opgevoerde Indo-Europese personages en hoe belabberd die er meestal van af komen.
1
Reageer op deze recensie