Lezersrecensie
Doolhof van overlappende en tegengestelde werelden
De novelle “Lichamen” van Peter Verhelst (geb. 1962) is geen gewone recht toe aan vertelling. Voor wie een beetje bekend is met het werk van Verhelst is dit geen verrassing. Verhelst speelt, stoeit en worstelt al heel zijn carrière met de beperkte mogelijkheden van taal en hoe indrukken, ervaringen en herinneringen in taal vorm krijgen, misvormd worden en vervagen. “Lichamen” is een heel fraaie uitdrukking van deze speel-, stoei- en worstelpartij.
De ‘ik’ in “Lichamen” heeft zich uit een dystopische samenleving terug getrokken en hij leeft nu in eenzaamheid, maar niet alleen in een verder door mensen verlaten woonblok. De zintuigelijke ervaringen; ruiken, kijken, horen, voelen van het hoofdpersonage geeft Verhelst heel scherp en indringend weer. Met het weergeven van herinneringen en het weergeven van gedachten en redeneringen hebben het hoofdpersonage en Verhelst veel meer moeite. Het hoofdpersonage valt regelmatig in herhaalde pogingen om gedachten en redeneringen goed te omschrijven of om een herinnering en de daarmee gepaarde emotie op te roepen, de vertelinstantie Verhelst heeft dit probleem slechts een of twee keer. Is het eigenlijk wel een probleem, wanneer wij niet meer in staat zijn om iets goed te herinneren en de met de herinnering samengaande emotie op nieuw te ervaren?
De zintuigelijke wereld, de wereld van de herinneringen en de wereld van de gedachten en redeneringen overlappen elkaar deels maar vallen zeker niet met elkaar samen. Hierdoor vormen ze een soort van driedimensionale doolhof. Dé vragen in “Lichamen” zijn dan ook of het hoofdpersonage een uitweg uit dit doolhof vindt? En zo ja, is die wereld buiten het doolhof dan een betere wereld?
De ‘ik’ in “Lichamen” heeft zich uit een dystopische samenleving terug getrokken en hij leeft nu in eenzaamheid, maar niet alleen in een verder door mensen verlaten woonblok. De zintuigelijke ervaringen; ruiken, kijken, horen, voelen van het hoofdpersonage geeft Verhelst heel scherp en indringend weer. Met het weergeven van herinneringen en het weergeven van gedachten en redeneringen hebben het hoofdpersonage en Verhelst veel meer moeite. Het hoofdpersonage valt regelmatig in herhaalde pogingen om gedachten en redeneringen goed te omschrijven of om een herinnering en de daarmee gepaarde emotie op te roepen, de vertelinstantie Verhelst heeft dit probleem slechts een of twee keer. Is het eigenlijk wel een probleem, wanneer wij niet meer in staat zijn om iets goed te herinneren en de met de herinnering samengaande emotie op nieuw te ervaren?
De zintuigelijke wereld, de wereld van de herinneringen en de wereld van de gedachten en redeneringen overlappen elkaar deels maar vallen zeker niet met elkaar samen. Hierdoor vormen ze een soort van driedimensionale doolhof. Dé vragen in “Lichamen” zijn dan ook of het hoofdpersonage een uitweg uit dit doolhof vindt? En zo ja, is die wereld buiten het doolhof dan een betere wereld?
2
Reageer op deze recensie