Lezersrecensie
Een kritische noot
'Arab' van Parham Rahimzadeh gaat over de vijftienjarige Bassam. Gedurende zes jaar krijg je een inkijkje in het leven van deze VWO-leerling. Wonend in een achterstandswijk in Schiedam. Lid van een van de bendes die daar de buurt onveilig maken en het tegen elkaar opnemen met wraakvergeldingen. Nadat Bassam’s moeder is overleden komt zijn vader in een depressie en verliest zijn baan op een booreiland. Op een gegeven moment gaat Bassam’s vader voor enkele maanden naar familie in het buitenland. Bassam alleen achterlatend met amper genoeg geld om één maand mee door te kunnen komen en dat terwijl Bassam op dat moment midden in zijn examenperiode zit. Vanwege de kans op een beter leven wil hij genoeg tijd kunnen besteden aan het leren voor zijn examens. Om daarnaast ook nog eten op de plank te hebben en de huur te kunnen betalen ziet Bassam zijn uitweg in snel geld verdienen met het handelen en verkopen van drugs.
Zelf zou ik 'Arab' - overigens een woord met een negatieve lading - nooit hebben uitgekozen. Zowel de kaft, als titel en onderwerp, maar zeker ook de informatie op de achterflap spreken mij niet aan. Maar wat ben ik blij dat ik 'Arab' toegewezen heb gekregen om te lezen voor de Hebban Debuutprijs 2022.
De auteur Parham Rahimzadeh komt, ondanks dat zijn familie een goed bestaan heeft in Iran, waar zijn vader werkzaam was als ingenieur, als baby-asielzoeker naar Nederland. Na eerst opgevangen te zijn in een asielzoekerscentrum groeit hij daarna op in een achterstandswijk in Groenoord. Het ingenieursdiploma van zijn vader wordt in Nederland niet erkend en om de kost te verdienen gaat zijn vader aan de slag als schoonmaker. Wanneer Rahimzadeh twaalf is overlijd zijn moeder. Ondanks de omstandigheden weet Rahimzadeh het als VWO-leerling uiteindelijk tot fiscalist te schoppen en wat mij betreft mag hij daarbij met recht schrijver aan toevoegen.
Wie 'Arab' heeft gelezen weet dat veel terug te vinden is in zijn boek. Zijn jeugdervaringen heeft Rahimzadeh dan ook tot inspiratiebron gebruikt. Zo heeft hijzelf nooit in een jeugdbende gezeten, maar is er wel tussen opgegroeid. Hij heeft van dichtbij kunnen meemaken wat dit voor onveilig gevoel op straat kan geven en heeft dat overtuigend in Arab weten neer te zetten. Ook heeft hij de dood van zijn moeder en een goede jeugdvriend in zijn boek verwerkt. Het meest bizarre autobiografische aspect, zo vertelt hij in een interview bij Op1, is de manier waarop hij en zijn vader erachter zijn gekomen dat zijn moeder al een week was overleden.
'Arab' gaat over identiteitsvorming in een multiculturele achterstandswijk met de daarbij behorende problematiek, uitzichtloosheid, discriminatie die zich in vele vormen voordoet. Het stelt maatschappelijke problemen aan de kaak en laat je nadenken over hoe Nederland omgaat met vluchtelingen en met de achterstandswijken.
‘In Iran was hij ingenieur, maar in Nederland erkennen ze zijn universitaire diploma’s niet. Hij kan veel meer dan op een booreiland zijn rug breken. Maar hier in Nederland boeit ze dat niet.’
P. 159
Het is jammer dat de spanningsboog in Arab niet altijd even strak gespannen is. Deze wordt gelijk op scherp gezet met de in media res waarmee het verhaal begint. Ik kreeg direct het gevoel aan een spannende misdaadroman begonnen te zijn. Je wilt weten wat er is gebeurd, hoe het zo is gekomen. Direct daarna is de spanningsboog echter voor langere tijd verdwenen. Het verhaal lijkt dan meer op een coming-of-age verhaal over een persoonlijke ontwikkeling van een jongen uit een probleemwijk. Door dit grote verschil wist ik lange tijd ook niet waar het verhaal mij heen zou brengen. Pas vanaf pagina 154 wordt de spanningsboog weer wat aangetrokken en wordt het verhaal opgebouwd naar de in media res waarmee het verhaal is begonnen.
Ook kreeg ik op pagina 88 het beeld niet helemaal duidelijk: ‘Ayala staat op de richel van de rots. Achter haar kletst de woeste zee tegen de scherpe rotswanden.’ Ze staat dus met haar rug naar de zee toe. Een aantal regels verder: ‘Ayla schuifelt verder totdat haar tenen de richel versieren. […] Ayla draait zich om, kijkt me levenloos aan en zegt dat ik haar moet volgen. Een derde golf raakt ons en veegt de richel schoon.’ Hieruit kan ik weer heel duidelijk halen dat ze niet met haar rug maar met haar gezicht naar de zee staat. Dichter naar de richel toeschuift in plaats daarvandaan.
Desondanks krijgt 'Arab' van mij vier sterren. Het verhaal had wel even de tijd nodig om op gang te komen en op pagina 88 duizelde het mij even op de richel van de rots, maar daar tegenover staat de openhartige, kritische en daarmee voor sommigen misschien ook wel confronterende schrijfstijl van de auteur die je middels een meeslepend verhaal aanzet tot denken over maatschappelijke kwesties en dan met name over vluchtelingen, achterstandswijken en kansongelijkheid. En daarmee verdient het verhaal zeker zijn vier sterren.
Zelf zou ik 'Arab' - overigens een woord met een negatieve lading - nooit hebben uitgekozen. Zowel de kaft, als titel en onderwerp, maar zeker ook de informatie op de achterflap spreken mij niet aan. Maar wat ben ik blij dat ik 'Arab' toegewezen heb gekregen om te lezen voor de Hebban Debuutprijs 2022.
De auteur Parham Rahimzadeh komt, ondanks dat zijn familie een goed bestaan heeft in Iran, waar zijn vader werkzaam was als ingenieur, als baby-asielzoeker naar Nederland. Na eerst opgevangen te zijn in een asielzoekerscentrum groeit hij daarna op in een achterstandswijk in Groenoord. Het ingenieursdiploma van zijn vader wordt in Nederland niet erkend en om de kost te verdienen gaat zijn vader aan de slag als schoonmaker. Wanneer Rahimzadeh twaalf is overlijd zijn moeder. Ondanks de omstandigheden weet Rahimzadeh het als VWO-leerling uiteindelijk tot fiscalist te schoppen en wat mij betreft mag hij daarbij met recht schrijver aan toevoegen.
Wie 'Arab' heeft gelezen weet dat veel terug te vinden is in zijn boek. Zijn jeugdervaringen heeft Rahimzadeh dan ook tot inspiratiebron gebruikt. Zo heeft hijzelf nooit in een jeugdbende gezeten, maar is er wel tussen opgegroeid. Hij heeft van dichtbij kunnen meemaken wat dit voor onveilig gevoel op straat kan geven en heeft dat overtuigend in Arab weten neer te zetten. Ook heeft hij de dood van zijn moeder en een goede jeugdvriend in zijn boek verwerkt. Het meest bizarre autobiografische aspect, zo vertelt hij in een interview bij Op1, is de manier waarop hij en zijn vader erachter zijn gekomen dat zijn moeder al een week was overleden.
'Arab' gaat over identiteitsvorming in een multiculturele achterstandswijk met de daarbij behorende problematiek, uitzichtloosheid, discriminatie die zich in vele vormen voordoet. Het stelt maatschappelijke problemen aan de kaak en laat je nadenken over hoe Nederland omgaat met vluchtelingen en met de achterstandswijken.
‘In Iran was hij ingenieur, maar in Nederland erkennen ze zijn universitaire diploma’s niet. Hij kan veel meer dan op een booreiland zijn rug breken. Maar hier in Nederland boeit ze dat niet.’
P. 159
Het is jammer dat de spanningsboog in Arab niet altijd even strak gespannen is. Deze wordt gelijk op scherp gezet met de in media res waarmee het verhaal begint. Ik kreeg direct het gevoel aan een spannende misdaadroman begonnen te zijn. Je wilt weten wat er is gebeurd, hoe het zo is gekomen. Direct daarna is de spanningsboog echter voor langere tijd verdwenen. Het verhaal lijkt dan meer op een coming-of-age verhaal over een persoonlijke ontwikkeling van een jongen uit een probleemwijk. Door dit grote verschil wist ik lange tijd ook niet waar het verhaal mij heen zou brengen. Pas vanaf pagina 154 wordt de spanningsboog weer wat aangetrokken en wordt het verhaal opgebouwd naar de in media res waarmee het verhaal is begonnen.
Ook kreeg ik op pagina 88 het beeld niet helemaal duidelijk: ‘Ayala staat op de richel van de rots. Achter haar kletst de woeste zee tegen de scherpe rotswanden.’ Ze staat dus met haar rug naar de zee toe. Een aantal regels verder: ‘Ayla schuifelt verder totdat haar tenen de richel versieren. […] Ayla draait zich om, kijkt me levenloos aan en zegt dat ik haar moet volgen. Een derde golf raakt ons en veegt de richel schoon.’ Hieruit kan ik weer heel duidelijk halen dat ze niet met haar rug maar met haar gezicht naar de zee staat. Dichter naar de richel toeschuift in plaats daarvandaan.
Desondanks krijgt 'Arab' van mij vier sterren. Het verhaal had wel even de tijd nodig om op gang te komen en op pagina 88 duizelde het mij even op de richel van de rots, maar daar tegenover staat de openhartige, kritische en daarmee voor sommigen misschien ook wel confronterende schrijfstijl van de auteur die je middels een meeslepend verhaal aanzet tot denken over maatschappelijke kwesties en dan met name over vluchtelingen, achterstandswijken en kansongelijkheid. En daarmee verdient het verhaal zeker zijn vier sterren.
1
Reageer op deze recensie