Lezersrecensie
Klagen om verlies
Het boek beschrijft het verloop van de jeugdliefde van de ik persoon en speelt rond de eerste wereldoorlog. Van meet af aan staat deze hoofse liefde voor Agnes in het teken van het naderende verlies vanwege ziekte die zich aan het eind openbaart.
Zoals altijd bij Gijssen heeft de roman de vorm van een vertelling door de ik-persoon, die het perspectief neemt van degene die het beleefd heeft en weet hoe het allemaal afloopt en daarover aan de lezer wil verhalen. De ervaringen van de ik- figuur worden dus al ingekleurd en van reflectie voorzien vanuit de wetende schrijver.
Agnes wordt neergezet als een heel zuiver iemand, die helemaal zichzelf is en sterk is en de poppenkast van anderen snel doorheeft. De ik -persoon is een twijfelaar die voortdurend zichzelf becommentarieert en zich zijn eigen narcisme verwijt en eigenlijk zwakker is dan Agnes - hoewel hij volgens de burgerlijke moraal eigenlijk de sterke man wil zijn - omdat zij gewoon zuiver zichzelf is.
De zuiverheid en eenvoud van de taal vond ik heel indrukwekkend en maakt juist de zuiverheid en eerlijkheid van Agnes en de liefde die de ik-persoon voor haar heeft, voelbaar. In de gedeelten waarin de ik -persoon over zijn werkervaringen vertelt, zakt dit mooie taalgebruik helaas wat in. Gijssen spreekt dan in overdadige, cynische volzinnen zijn kritiek uit op de burgerlijke moraal en dit valt naar mijn gevoel uit de toon met de essentie van het boek.
Bijzonder is ook dat het om een geestelijke liefde gaat. De verst gaande daad van lichamelijke liefde is een zwoele kus op de mond. Mooi is hoe beide hoofdpersonen met hun hoofse idealen in contexten worden gezet die juist enorm hitsig zijn. Voor de de ik-persoon is dat het leger met al zijn bronstige jongens en voor Agnes het sanatorium waar de vrouwen hun lusten willen botvieren.
Gijssen weet dit liefdesverhaal extra boeiend te maken door op een heel terloopse manier een veelheid aan thema's in zijn verhaal te weven; Orfeus, het verlies als betekenisgeving, het ontkomen aan de burgerlijke benepenheid, rolpatronen tussen man en vrouw, oprechtheid tegenover rollenspelen.
Zoals altijd bij Gijssen heeft de roman de vorm van een vertelling door de ik-persoon, die het perspectief neemt van degene die het beleefd heeft en weet hoe het allemaal afloopt en daarover aan de lezer wil verhalen. De ervaringen van de ik- figuur worden dus al ingekleurd en van reflectie voorzien vanuit de wetende schrijver.
Agnes wordt neergezet als een heel zuiver iemand, die helemaal zichzelf is en sterk is en de poppenkast van anderen snel doorheeft. De ik -persoon is een twijfelaar die voortdurend zichzelf becommentarieert en zich zijn eigen narcisme verwijt en eigenlijk zwakker is dan Agnes - hoewel hij volgens de burgerlijke moraal eigenlijk de sterke man wil zijn - omdat zij gewoon zuiver zichzelf is.
De zuiverheid en eenvoud van de taal vond ik heel indrukwekkend en maakt juist de zuiverheid en eerlijkheid van Agnes en de liefde die de ik-persoon voor haar heeft, voelbaar. In de gedeelten waarin de ik -persoon over zijn werkervaringen vertelt, zakt dit mooie taalgebruik helaas wat in. Gijssen spreekt dan in overdadige, cynische volzinnen zijn kritiek uit op de burgerlijke moraal en dit valt naar mijn gevoel uit de toon met de essentie van het boek.
Bijzonder is ook dat het om een geestelijke liefde gaat. De verst gaande daad van lichamelijke liefde is een zwoele kus op de mond. Mooi is hoe beide hoofdpersonen met hun hoofse idealen in contexten worden gezet die juist enorm hitsig zijn. Voor de de ik-persoon is dat het leger met al zijn bronstige jongens en voor Agnes het sanatorium waar de vrouwen hun lusten willen botvieren.
Gijssen weet dit liefdesverhaal extra boeiend te maken door op een heel terloopse manier een veelheid aan thema's in zijn verhaal te weven; Orfeus, het verlies als betekenisgeving, het ontkomen aan de burgerlijke benepenheid, rolpatronen tussen man en vrouw, oprechtheid tegenover rollenspelen.
1
Reageer op deze recensie