Lezersrecensie
Goed is nooit goed genoeg
Hoe mooi is dat Freek de Jonge die we allemaal kennen als maatschappijkritisch cabaretier en die de zoon is van een dominee nu vertelt over zijn achtergrond.
Hoe opa de Jonge, als koewachter gezeten op een hek in de brandende zon in Zeeland, de avonturen las van prediker Smallegange en ter plekke een ervaring krijgt als van een roeping (verschijnselen worden beschreven als van een zonnesteek- even een glimlach) en hij antwoordt dan met “Hier ben ik, Heer!” Hij wordt bijbelcolporteur en evangelist.
Als in 1915 zijn zoon Andries wordt geboren lijkt deze door zijn vader voorbestemd te zijn predikant te worden.
Eenmaal op het gymnasium probeert Andries deze plannen van zijn vader te saboteren. Hij houdt duidelijk van aardse genoegens zoals voetbal, het denken daaraan was volgens zijn vader al zondig.
Het brengt hem naar het internaat Ruimzicht in Doetinchem waar hij probeert los te komen van zijn vader en zelf iemand te worden en alsnog zijn diploma haalt. Hij schaakt met zijn leraar Cauveren die Grieks en Latijn en hem ook wat Hebreeuws onderwijst. Het is de tijd dat Max Euwe wereldkampioen wordt. Schaken is een spel dat zijn kracht ontleent aan de verhouding tussen vrijheid en regels. Zonder regels geen vrijheid en zonder vrijheid geen spel.
Hij gaat studeren in Groningen, belandt bij het studentencorps Vindicat. Leert bridgen, het kaartspel was hem vreemd (heet dat niet het duivels prentenboek? - weer een glimlach).
Hij wordt geïnspireerd tijdens de kennismaking met professor Van der Leeuw die hem in zijn kamer uitnodigt met: Kom verder!
Op een feest leert hij Manny kennen, het was een keuze tussen werk (studeren) en de meisjes (feest). Ging het werk niet voor het meisje? - nogmaals een glimlach). Zij wordt zijn vrouw en is zwanger als hij voor het eerst beroepen wordt als predikant in Westernieland.
Na twee zonen (de tweede is Freek zelf`) wordt een tweeling geboren. Beide jongetjes overlijden kort na de geboorte. Andries leidt zelf de dienst bij de begrafenis. De woorden van de preek overkomen hem. Iedereen is ontroerd, niemand weet achteraf de woorden van de preek, ook hijzelf niet.
Er volgt een verzoening met de vader die heel mooi is beschreven.
Met QR-codes zijn foto’s te bekijken, met onder andere de kleine Freek, vroeger Freetje genoemd.
Een mooie beschrijving van een calvinistische wereld waarin goed nooit goed genoeg is, het kan altijd beter!
Hoe opa de Jonge, als koewachter gezeten op een hek in de brandende zon in Zeeland, de avonturen las van prediker Smallegange en ter plekke een ervaring krijgt als van een roeping (verschijnselen worden beschreven als van een zonnesteek- even een glimlach) en hij antwoordt dan met “Hier ben ik, Heer!” Hij wordt bijbelcolporteur en evangelist.
Als in 1915 zijn zoon Andries wordt geboren lijkt deze door zijn vader voorbestemd te zijn predikant te worden.
Eenmaal op het gymnasium probeert Andries deze plannen van zijn vader te saboteren. Hij houdt duidelijk van aardse genoegens zoals voetbal, het denken daaraan was volgens zijn vader al zondig.
Het brengt hem naar het internaat Ruimzicht in Doetinchem waar hij probeert los te komen van zijn vader en zelf iemand te worden en alsnog zijn diploma haalt. Hij schaakt met zijn leraar Cauveren die Grieks en Latijn en hem ook wat Hebreeuws onderwijst. Het is de tijd dat Max Euwe wereldkampioen wordt. Schaken is een spel dat zijn kracht ontleent aan de verhouding tussen vrijheid en regels. Zonder regels geen vrijheid en zonder vrijheid geen spel.
Hij gaat studeren in Groningen, belandt bij het studentencorps Vindicat. Leert bridgen, het kaartspel was hem vreemd (heet dat niet het duivels prentenboek? - weer een glimlach).
Hij wordt geïnspireerd tijdens de kennismaking met professor Van der Leeuw die hem in zijn kamer uitnodigt met: Kom verder!
Op een feest leert hij Manny kennen, het was een keuze tussen werk (studeren) en de meisjes (feest). Ging het werk niet voor het meisje? - nogmaals een glimlach). Zij wordt zijn vrouw en is zwanger als hij voor het eerst beroepen wordt als predikant in Westernieland.
Na twee zonen (de tweede is Freek zelf`) wordt een tweeling geboren. Beide jongetjes overlijden kort na de geboorte. Andries leidt zelf de dienst bij de begrafenis. De woorden van de preek overkomen hem. Iedereen is ontroerd, niemand weet achteraf de woorden van de preek, ook hijzelf niet.
Er volgt een verzoening met de vader die heel mooi is beschreven.
Met QR-codes zijn foto’s te bekijken, met onder andere de kleine Freek, vroeger Freetje genoemd.
Een mooie beschrijving van een calvinistische wereld waarin goed nooit goed genoeg is, het kan altijd beter!
2
Reageer op deze recensie