Een cynicus staat nergens van te kijken...
En dat is maar goed ook. Anders had het verhaal over Flora Belle Bukman, die het opneemt voor een eekhoorn, heel anders gelopen.
Als Flora op een dag op haar kamer zit te lezen, hoort ze buiten een hard geluid. Door het raam ziet ze dat de poëzie-minnende buurvrouw Toetje door de tuin wordt getrokken door een heel krachtige stofzuiger, merk Odysseus. Op zichzelf al een bijzonderheid. Maar als die stofzuiger ook nog een nietsvermoedende eekhoorn opzuigt, dan begint een veelbelovend absurdistisch verhaal.
Kate DiCamillo is een van de grootste kinderboekenschrijfsters in de Verenigde Staten. Meerdere malen won zij daar voor haar boeken prestigieuze prijzen. In Nederland viel zij in 2007 op bij de Griffeljury. Voor haar boek De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane kreeg zij toen een Zilveren Griffel. Echt doorbreken deed zij in Nederland overigens niet, ook al werd een van haar andere boeken in 2008 verfilmd: Desperaux, of Het verhaal van een muis. Kate DiCamillo geeft met haar boeken levenslessen mee en verpakt die lessen in verhalen over de (troostende) rol van dieren in het leven van kinderen.
Zo ook in Flora en de fantastische eekhoorn. Door twee van haar lievelingsboeken weet de eigenzinnige Flora, wiens ouders gescheiden zijn, alles van staande blijven bij gevaar en leven met een superheld. Handig, want dankzij haar kennis en kunde overleeft de eekhoorn en wordt een superheld. Geen alledaagse die onrecht bestrijdt, maar eentje die heel sterk is, kan typen en poëzie schrijft. Die laatste twee eigenschappen maken dat de toch al niet al te beste relatie tussen Flora en haar moeder onder druk komt te staan. Flora’s moeder is schrijfster en zit altijd tegen een deadline aan. Zij duldt geen anderen aan haar typemachine! Bovendien is volgens haar de eekhoorn ziek en daardoor een gevaar voor Flora en de mensheid. Haar ex-man krijgt de opdracht de eekhoorn uit zijn lijden te verlossen. De illustratie, naast de bladzijde waarop moeder hem haar bloeddorstige instructies geeft, spreekt boekdelen en laat zien dat Flora’s vader anders in elkaar steekt. Het lukt Flora dan ook om van vader een bondgenoot te maken. Gezamenlijk nemen zij het op voor de eekhoorn, die inmiddels Odysseus heet. Zij staan er niet alleen voor. Odysseus heeft door zijn poëtische inslag ook het hart gestolen van buurvrouw Toetje en de bij de buurvrouw logerende William Spiffer. William, in eerste instantie tijdelijk blind en volgens Flora irritant filosofisch en betweterig, blijkt uiteindelijk een ware vriend. Eind goed al goed. Zelfs moeder blijkt zo kwaad nog niet.
Het verhaal heeft een sterk begin in woord en beeld, maar allengs wordt het allemaal te veel van het goede. Personages als William en de andere bijfiguren integreren niet en lijken er met de haren bijgesleept. De vaderrol, best een belangrijk karakter in het boek, wordt onvoldoende uitgewerkt. Zijn acties ten spijt: hij blijft een aanstellerige man die zich tot vervelends toe voorstelt: George Bukman. Hoe maakt u het?
Kate DiCamillo vraagt door haar rijke taalgebruik altijd inzet van haar lezerspubliek. Nu overtuigt de keus voor ongewoon dure woorden niet. Het leert je als lezer dat William en Flora niet dom zijn, dat wel. Maar wat woorden als ‘existentieel’, ‘mentale causatie’, ‘universum; of ‘eufemisme’ betekenen: daar moet je naar raden. Ook de illustraties boeien maar deels. Realistische, grijs en zwart ingekleurde potloodtekeningen. Op plekken waar de beelden het, heel origineel, overnemen van de woorden, overtuigt tekenaar K.G. Campbell. Daar waar de illustraties woorden ondersteunen zijn ze amateuristisch.
Voor gretige lezers vanaf 10 jaar, die zich goed kunnen inleven in een wereld waar fantasie en werkelijkheid hand in hand gaan.
Reageer op deze recensie