Meer dan 6,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Een eeuw Nederlandse Poëzie in zeventien portretten, het woord te vondeling

CorWeeteMidb 07 februari 2021
In dit boek over behandelt zij oude en nieuwe dichters. Vanaf Guido Gezelle tot aan Eva Gerlach en Hans Lodeizen. haar mottoregel Het woord te vondeling is een zinsnede uit een gedicht van Ida Gerhardt, sowiese een mooie omschrijving, maar ook een heel mooi gedicht van Gerhardt, hierbij een fragmentje:
(...')Vijf jaren is oud genoeg,
Toen mijn vader, die ik het vroeg,
mij zeide: dat is een grondel,

legde hij het woord in mij te vondeling,
open en bloot

Waarvoor ik moest zorgen,
met mijn leven moest boregen:

totaan mijn dood.

Reitsma betrekt zowel biografische gegevens als ook de poetica en sfeer van kenmerkende gedichten van de door haar bewonderde dichters en hun geesteskinderen. Hiermee krijgen de ´ouden´ weer extra glans en rekent zij af met het stoffige imago dat misschien nu aan hun kleeft. Zij vergelijkt ook gedichten van tijdgenoten over hetzelfde onderwerp en dat levert mooie parallellen op. Daartussendoor stipt zij het letterkundig klimaat aan, de stromingen en opvattingen van de toen vigerende mores.
wat te denken aan de sfeervolle beschrijving van een winterlandschap door priesterdichter Gezelle

De Stilstaande bomen
zijn, witter als wasch,
verwenscht en veranderd
in boomen van glas.

Niet voor niets noemt Reitsma deze poëzie een vorm van aardse mystiek. Het motto van Gezelle, maar ook Rilke is volgens haar hier van toepassing. een ziel is eerst en meest het mensch dat uit Gods Handen viel.
Ook interessant is haar uiteenzetting over Emants gedichten Lilith die niet zozeer personfieert allerlei femme fataal aspecten dat in die tijd gebruikelijk was, maar meer een rebelse vrouw die opstaat tegen Jehova en haar recht opeist redelijk en rechtvaardig behandeld te worden. Ze legt uit wat de achtergrond is van Lilith, en haar betekenis in Joods en christelijke religie en cultuur. Lilith wordt door Emants gebruikt als een draagster van zijn eigen ideeën waarin hij zich keert tegen Jehova en de praktijk van de christelijke godsdienst.
OOk mooi is haar behandelijng van Helene Swarth die vooral de stem van haar hart volgde en die weliswaar vaak damesachtige inzinkingen wordt verweten, maar authentiek blijft en veel invloed heeft gehad van Heinrich Heine. Ze vindt dat haar poëzie die weliswaar zich niet op de toppen van Olympus zich afspeelt, nog steeds lezenswaardig is, door haar oprechte melancholie en eeuwigheidsverwachting.
Een beetje in dezelfde lijn met veel gedachten over God en eeuwigheid vindt men ook terug in Jacqueline Waals, maar die is wel wat kernachtiger en beknopter in haar verzen. Bijvoorbeeld het stemmige Winterstilte

.... De wind houdt zich behoedzaam stil,
Dat niet het minste takgetril
´t Kristallen kunstwerk breke,
De klank zelfs van mijn schreden wil
Zich in de sneeuw versteke

De grond is wit, de nevel wit,
Wat zwijgend toverland is dit?
Wat hemel loop ik onder?
Ik vouw de handen en aanbid
Dit grootse stille wonder.

en in nog een gedicht belijdt ze haar poetica

IK KAN NIET ANDERS...

Ik kan niet anders dasn mijzelf belijden
Wanneer ik spreek, spreek ik mij zelve uit.
Dan zoek is soms, zo heimlijk mijn verblijden
En smart te zingen, dat de oningewijden
Niets horen dan een lieflijk geluid...
Ik kan niet anders dan mijzelf belijden
en spreek mijzelf in al mijn liedren uit.

Ze maakt later kennis met Ibsen en Kiergegaard, de laatste heeft een opmerking die van toepassing is: Ook de mens met de rijkste persoonlijkheid is niets, voordat hij zichzelf gekozen heeft ....Want het grote is niet dit of dat zijn, maar zichzelf zijn, en dit kan iedere mens als hij wil.´
Interessant en sfeervol is het gedicht beuken, dat zij maakte als reactie op de dood van Anna Witsen die op 5 maart 1889 zelfmoord pleegde, en waarover ook Gorter zo´n prachtig gedicht schreef.

Ik keek naar huis, naar het oud huis
Dat stil in het licht lag te dromen,
Ik hoorde het fluisterend bladergeruis
Der oude beukebomen.
Die bevend wakker staan geschrikt
En nieuwe jammer vrezen...
Ik heb de bomen toegeknikt,
Ze met een glimlach toegeknikt,
Opdat ze niet bang zouden wezen

Interessant vind ik ook dit gedicht over niet alleen het aanvaarden van de dood, maar er zelfs naar uitzien.
Als nu spelenderwijs
Mij de man met de Zeis
Had gemaaid , als het gras,
Dat dit hooi eenmaal was,

Ik behoefde niet op
Meer te staan, niet rechtop
Meer door ´t leven te gaan...
- En dat lachte mij aan

en als ze op haar ziekbed ligt, waarbij ze pijnstillende middelen weigerde om haar hoofd helder te houden:

Kom nu met uw donker, diep erbarmen
Eindelijke Dood
Laat dit pijnlijk lichaam in uw armen
Rusten als het kind op moedersschoot.
laat mij veilig door de schaduw uwer grootte
Vleugelen gedekt
Slapen gaan, het moede oog gesloten
En het lichaam pijnloos uitgestrekt.

Verder ook veel aandacht voor Henriette Roland Holst, die zich tot het socialisme bekeerde net als Gorter en daar moeizaam een weg in zocht, maar uiteindelijk zich distantieert van het communisme, als Stalin de macht heeft gegrepen, en een politica zonder partij wordt.
Nog vele interessante dichters volgen in deze bundel, en deze worden stuk voor stuk kernachtig neergezet en in de tijd geplaatst.

Voor een ieder die van poëzie houdt en zich verder in wil verdiepen een aanrader, en voor degenen die de dichters al kennen maar dieper willen reflecteren over hen en hun gedichten, absoluut een aanrader.

Cor Wagenaar

Reageer op deze recensie

Meer recensies van CorWeeteMidb