Goede uitschieter binnen de eindtijdthrillers
Dustin Thomason schreef samen met Ian Caldwell Een Venetiaans geheim. Acht jaar later verschijnt zijn soloboek 12-21. Het zijn de laatste tien dagen voor 21 december 2012, de datum waarop een grote cyclus van de Maya-kalender eindigt, wat volgens sommige mensen duidt op het einde van de wereld. Chel Manu, een museummedewerkster die verre familie is van de Maya’s, krijgt een codex in handen die stukken ouder is dan de vier codices van de Maya’s die tot nu toe bekend zijn. De codex zou meer licht kunnen werpen op het verdwijnen van de Maya’s. Dr. Gabe Stanton kent grotere problemen. Zijn hulp wordt ingeroepen bij een man die na een week van slapeloosheid overlijdt. De man is een bron van besmetting te zijn en al gauw volgen er meer slachtoffers. Als blijkt dat de man de ontdekker is van de codex die bij Manu is beland, slaan Stanton en Manu de handen ineen om de ziekte te kop in te drukken. Zou de voorspelling van de Maya’s dan toch uitkomen dat op 21 december de mensen uitgeroeid worden? Een einddatum die duizenden jaren geleden al voorspeld is, spreekt natuurlijk tot de verbeelding.
Crimezone wijdde al een artikel aan een aantal boeken die de eindtijd als onderwerp hebben. 12-21 lijkt op het eerste gezicht de zoveelste avonturenroman waarin volstrekte leken zich ontpoppen als James Bonds om na een race tegen de klok eigenhandig het verwisselen van de magnetische polen tegen te houden. Niets is minder waar. Thomason laat zien dat hij genoeg heeft nagedacht over de details, zoals het vertalen van de Mayacodex en de uitbraak van de besmettelijke ziekte. De chaos die ontstaat na het uitbreken van de ziekte komt in uitdrukking in de plot die van de gebaande auteurspaden wijkt. De goeden worden net zo makkelijk slachtoffer als de kwaden en niet overal komt een pasklaar antwoord voor. Binnen de eindtijdthrillers is 12-21 een goede uitschieter. (Door: Anne Terwisscha)
Reageer op deze recensie