De beginjaren van Erlendur
Dit elfde boek van Indridason gaat over de beginjaren bij de politie van de jonge Erlendur. Erlendur is pas 28 en hij is al enkele jaren bij de verkeerspolitie. Zwerver Hannibal wordt gevonden; hij is verdronken. Erlendur kende de man van zijn nachtelijke omzwervingen. Hij is er niet helemaal gerust op. Maar er is ook een jonge vrouw verdwenen, en dat trekt in eerste instantie meer de aandacht. Erlendur ontdekt dat de zaken met elkaar te maken hebben en begint op zijn eigen houtje een onderzoek. Een mooi neergezet stukje achtergrond, voor degenen die graag de overige boeken van Indridason over Erlendur hebben gelezen. Zijn karakter is al gevormd, ook al is hij nog echt jong en soms zelfs naiëf. We gaan terug naar een tijd dat speurwerk nog speurwerk was, zonder mobieltjes, computers of zelfs maar uitgebreid DNA-onderzoek. Dat geeft bij de spanning die het verhaal ook bevat, een zekere rust. (Door: Jannelies Smit)
Reageer op deze recensie