Kraak-noch-smaak in de Achterhoek
Eerst een dienstmededeling: Een goed nest, de korte roman/novelle/toneeltekst van Tessa de Loo, is bewerkt voor toneel. De gelijknamige voorstelling van de actrices Anneke Blok en Henriette Tol gaat binnenkort in première en is in het hele land te zien. Tol en Blok hebben samen ook de gesproken versie van Een goed nest ingesproken. Maar er bestaat ook een papieren versie.
Op zich is het wel te begrijpen dat Een goed nest voor theater is bewerkt. Tessa de Loo ging uit van een klassiek dramaturgisch gegeven: ze laat twee mensen een periode samen doorbrengen op een afgelegen plek. De plek is het huis in de Achterhoek van Lisa Denekamp, die op een zaterdagochtend bezoek krijgt van haar jongere zus Noor Denekamp. Noor komt het weekeinde bij Lisa logeren - en zij heeft daar zo haar redenen voor.
Twee zussen in een van god en iedereen verlaten boerderette op het platteland, van wie de één een pijnlijk geheim wil opbiechten aan de ander: dat klinkt goed. Probleem van Een goed nest is echter dat Tessa de Loo zo’n vervelend boek geschreven heeft. Om te beginnen is er de taal, of liever gezegd, De Loo’s kraak-noch-smaak taalgebruik. Nergens blijft je oog haken achter een mooie zin, of een verrassend beeld.
Dat beide zussen in twee oervervelende sjablonen passen, maakt het er ook niet spannender op. Lisa is vroeg in de vijftig, niet langer slank, niet langer aantrekkelijk in haar eigen ogen. De vrouw van de tandarts, met een man die lid is van de Rotary. Zus Noor woont daarentegen in Amsterdam. Zij is 48 of zoiets, en nog wel slank en aantrekkelijk. Lisa is huisvrouw, Noor is beeldend kunstenaar. Lisa kan het zich veroorloven om niet te hoeven werken, Noor is een sappelende zzp’er die een harde klap heeft opgelopen van de crisis. Lisa heeft nog altijd dezelfde man, Noor sleept een schepnet vol verbroken relaties achter zich aan.
Er is een man in het spel: Richard, de echtgenoot van Lisa. En de grote afwezige. Richard is namelijk – hoe kan Tessa de Loo het ooit verzonnen hebben – op een golftripje vertrokken. Ja, de cliché’s stapelen zich op. Noor komt schilderijen ophalen die Lisa en Richard ooit van haar hadden gekocht, voor een overzichtstentoonstelling. De doeken hangen al lang niet meer aan de muur; ze staan te verschimmelen in een garage. Dit zou iets kunnen betekenen, of een symbool kunnen zijn van iets anders, maar het schijnt Noor weinig uit te maken. Woede? Teleurstelling? Na vijftig pagina’s is alles vergeven en vergeten. Noor denkt er in elk geval niet langer over na. Voor een kunstenaar is dat vreemd gedrag, maar misschien kent Tessa de Loo zulke schilders. En Noor heeft natuurlijk haar geheim dat eruit moet.
Is er iets goeds te zeggen over Een goed nest? Jawel. Net als in De tweeling is Tessa de Loo goed op dreef in het spiegelen van verhaallijnen. Ditmaal gaat het niet om de levensverhalen van de beide zussen, maar om de generaties. Het slechte huwelijk van hun ouders is de spiegel waarin Lisa en Noor hun eigen relaties terug zien, inclusief de band met elkaar. En dat is mooi en goed gelukt.
Het zou dus best eens kunnen dat Een goed nest een geslaagde theatervoorstelling wordt.
Reageer op deze recensie