Roman die emoties losmaakt
“Ziekenhuis AMC heeft spijt van de manier waarop het huisarts Nico Tromp heeft behandeld in de affaire-Tuitjenhorn. Het Amsterdamse ziekenhuis had eerst contact op moeten nemen met Tromp, voordat zijn rol bij het overlijden van een terminale patiënt bij de inspectie werd gemeld.” (Volkskrant, 13 december 2013) Het gevolg van het niet contact opnemen met Tromp, heeft een reeks acties in gang gezet met als dieptepunt de zelfmoord van de huisarts.
Paul Gellings (1953) heeft deze geruchtmakende zaak als achtergrond gebruikt voor zijn nieuwste roman, De jacht op de klaproos. Op eigen wijze heeft hij verwoord hoe iemand als Tromp en zijn gezin hebben moeten omgaan met de bizarre gebeurtenissen die destijds hebben plaatsgevonden. Hij gebruikt hiervoor de fictieve personages Stefan Mandema en zijn vrouw Kirsten. Stefan Mandema is een geliefd huisarts in Polderveld die de zieke Wouter (kanker) onder zijn hoede heeft. Het gaat steeds slechter met Wouter en wanneer zijn vrouw Jannie Stefan in paniek belt, aarzelt hij geen moment en brengt hen samen met zijn stagiair Anemone een bliksembezoek. “Ik zag een man, blauwpaars aanlopend, in gevecht met een benauwdheid die overging in een wurgende verstikking.” Stefan weet genoeg en geeft Wouter voldoende dormicum en morfine zodat Wouter voorgoed van zijn pijn en benauwdheid is verlost, zoals Wouter hem dat destijds heeft gevraagd. Helaas wordt deze daad niet door iedereen op waarde geschat, wat leidt tot een schorsing, een nachtelijke inval, hufterig gedrag door zowel politie als door de naaste omgeving. Al deze gebeurtenissen zorgen ervoor dat de wanhoop zich langzaam van Stefan meester maakt.
Gellings maakt er geen geheim van aan wiens kant hij staat: “…de moedige huisarts en diens bewonderenswaardige echtgenote, wier lot destijds op zo cynische wijze kwam te liggen in de handen van lompe en laffe instanties”, zo staat in zijn voorwoord. De boosheid die hij verwoordt in zijn roman is voelbaar. De pijn, wanhoop en onrechtvaardigheid van de gebeurtenissen, reacties van media en mensen in hun omgeving worden zo intens beschreven dat ze je als lezer diep raken. Maar de schrijver waakt er op een stijlvolle manier voor om de roman als één grote aanklacht te beschouwen. Via een aantal ‘tussenhoofdstukjes’ bouwt de schrijver subtiel een aantal rustpunten in. In deze rustpunten bewandelt Stefan met zijn oude professor, Gabriëlse, een kronkelende weg op een voor hem onbekende vlakte. In de gesprekken die de twee voeren, laat de schrijver de lezer nadenken over onderwerpen als leven na de dood en Stefans moraal en persoonlijke ethiek in relatie tot de gebeurtenissen. En dat werkt; je kunt als lezer weer even ademhalen en stilstaan bij de verschillende zienswijzen.
Deze bijzondere opbouw gecombineerd met een beeldende schrijfstijl maakt dit boek tot een prachtige leeservaring en een waardig slot van Gellings Morfinetrilogie.
Reageer op deze recensie