Onderhoudend en spannend maar rommelige verhaallijn
Job van Emmerik, hoofdpersonage van Smeergeld, raakt stilaan de controle over zijn leven kwijt. Zijn architectenbureau was wereldvermaard, maar werd door de crisis genekt. Daarna kon hij aan de slag als stadsarchitect in Haarlem, maar zodra hij de burgemeester en een wethouder verdenkt van fraude, wordt hij aan de deur gezet. Nu vult hij zijn dagen met de hond uitlaten en zich ergeren aan het financiële gepieker van zijn vrouw Gaby. Voorlopig is er het spaarpotje van het verkochte buitenhuis, verder werden de exotische gezinsreizen geschrapt en zolang zijn bankkaart het blijft doen, ziet Job geen probleem.
Dat verandert als de knappe en rijke Judith in de buurt komt wonen. Binnen de kortste keren is Judith beste maatjes met Gaby en de kinderen. Job ziet het met lede ogen aan, want hij kent Judith van vroeger, toen ze nog Gretta Luzerne heette. Gretta is de dochter van een exorbitant rijke Oost-Europese vastgoedmakelaar én Jobs voormalige minnares. In de jaren dat hij als architect de wereld rondreisde, reisde Gretta meermaals met hem mee. De affaire kwam ten eind en Job was van plan lang en gelukkig verder te leven met Gaby en de kids. Het heeft er alle schijn van dat Judith wat dat betreft roet in het eten komt gooien.
Op een lekker onderhoudende en bij momenten erg spannende manier verhaalt columniste en schrijfster Nausicaa Marbe over de lotgevallen van het gezin van Emmerik en hun nieuwe buurvrouw Judith. Dat doet ze via Job, zijn observaties van mensen en situaties zijn om van te smullen. Job lijkt een integer man die op zijn manier omgaat met de gebeurtenissen die hem overkomen. Zijn ontslag en financiële onzekerheid zijn zware dobbers. Als vader van twee puberende kinderen twijfelt hij regelmatig aan zichzelf. Hij is gehecht aan zijn karakteristieke huis in een residentiële wijk in Haarlem, en wie zou dat niet? Met de ene buur heeft hij een beter contact dan met de andere. Hij maakt zich al eens boos op een beveiligingsagent of een bankbediende. Hij houdt van zijn vrouw en kinderen. Al deze doodgewone, herkenbare zaken leveren Job in eerste instantie vooral sympathie op.
Op zeker moment verwerkt Marbe echter een koudedouche-effect in het boek, waarbij Job van de eigen troon valt. Door die twist ontstaat een ongemakkelijk gevoel. Waar staat Job nu eigenlijk voor? Is hij een eersteklas family man, een ordinaire opportunist of gewoon een sukkel? Gelijkwaardige vragen werpen zich op bij de andere personages. Wat bezielt zo'n rijke Judith/Gretta om zoveel energie te steken in wat bij voorbaat een verloren zaak lijkt? Waarom doorziet zo'n lieve, nuchtere Gaby deze vrouw niet, meer zelfs, waarom laat ze zich helemaal inpalmen? En zijn de kinderen, die Job zo flink en zelfstandig vindt, niet gewoon rotverwend? Precies deze vragen kunnen Smeergeld in het hokje van de zedenroman plaatsen. Wat vinden we tegenwoordig normaal, en blijven we dat vinden als we er beter over nadenken? Wat is liefde en wat betekent ouderschap?
Smeergeld houdt je een spiegel voor, en dat is bij momenten confronterend, precies wat literatuur beoogt te zijn. Toch overtuigt het boek niet helemaal. Daarvoor is de verhaallijn te rommelig - er komen een gepassioneerde inspecteur met een eigen archief onopgeloste zaken voorbij, een warrig netwerk van gemeentelijke fraudeurs, criminele Oost-Europeanen met tentakels in kinderporno et cetera - en wordt ze te vluchtig en luchtig afgeserveerd. Dat is jammer, want daardoor geloof je niet echt in de wereld van Smeergeld en derhalve raakt het verhaal niet zoals het had kunnen raken.
Reageer op deze recensie