Lezersrecensie
de kracht van het team
Nando Boers (1970, Heerhugowaard,NLD) , (sport) journalist & auteur was drie jaar lang ‘embedded’ in de wielerploeg JUMBO-VISMA, en mocht getuige zijn hoe de ploeg op zoek ging naar "het beste TEAM ter wereld worden" wat uitmondende in summum van het wielrennen: het winnen van de Tour de France.
Het resultaat is een spannend en meeslepend boek. Boers dompelt de lezer niet alleen onder in de hectiek van de koers, maar doet ook verslag van alles wat voor en na de wedstrijden gebeurt – de trainingskampen op hoogte, de tactische besprekingen, de feedback gesprekken over wat niet goed ging en nog beter kan. Ploegleiders, renners, trainers laten in uitgebreide gesprekken in hun ziel kijken. Ze praten over hun passie en gedrevenheid, hun twijfels, het obsessieve zoeken naar de minimale verbeteringen die opgeteld het verschil kunnen maken tussen winst en verlies.
Wielrennen op het hoogste niveau is meer dan hard fietsen: het gaat ook om het beste materiaal, om aerodynamica, om uitgekiende voeding die op de gram wordt afgewogen. Wielrennen gedijt bij wetenschap, bij meetbare kennis. Het geleverde vermogen per kilo lichaamsgewicht: dat wordt de maatstaf om te zien of de vorm er is, om een renner al dan niet te selecteren of een contract aan te bieden.
Maar wetenschap alleen maakt niet de sport, en ook niet een ambitieuze wielerploeg die de Tour wil winnen. Gelukkig maar. Het plan omvat zoveel meer dan het meetbare, het controleerbare, het planmatige. Het gaat ook over emoties: het geluk van de winst, de ontgoocheling bij een verlies. Over groeiend of tanend zelfvertrouwen, en de omgang met druk, verwachtingen en teleurstellingen; over (letterlijk!) vallen, opstaan en weer doorgaan, over veerkracht en improvisatie. En over het toeval dat de plannen doorkruist, de onverwachte wendingen die sport c.q. wielerwedstrijden zo fascinerend kunnen maken.
Boers laat ook zien hoe sterk de band is tussen het fysieke en mentale aspect in het wielrennen, en hoe groot het belang is van het groepsproces – ja, wielrennen is een teamsport – voor het beoogde succes. Het motto van de ploeg – ‘samen winnen’ – is geen loze kreet, maar blijkt uiteindelijk de sleutel te zijn om de onverslaanbaar geachte Tadej Pogačar te ‘kraken’.
Met een fijne pen laat Boers al deze facetten van de zoektocht van Jumbo-Visma aan bod komen, wat resulteert in een rijk gelaagd verhaal dat niet alleen voor de hardcore wielervolger het lezen waard is. De opzet slaagt en daarmee eindigt zijn verhaal.
Wat het verhaal mooi maakt, is niet alleen het slot ervan, maar vooral de weg die de ploeg aflegt om bij het happy end te komen: van het dramatische verlies van de gele trui op de voorlaatste dag in de Tour van 2020 naar de glorieuze winst op de Hautacam (col de Tramassel) in de Tour van 2022; van deceptie naar euforie, van ongeloof naar geloof, van samen verliezen naar samen winnen. Geen echte zoektocht zonder tegenslagen die moeten worden overwonnen, geen mooiere overwinning dan na het incasseren van een groot verlies.
Het resultaat is een spannend en meeslepend boek. Boers dompelt de lezer niet alleen onder in de hectiek van de koers, maar doet ook verslag van alles wat voor en na de wedstrijden gebeurt – de trainingskampen op hoogte, de tactische besprekingen, de feedback gesprekken over wat niet goed ging en nog beter kan. Ploegleiders, renners, trainers laten in uitgebreide gesprekken in hun ziel kijken. Ze praten over hun passie en gedrevenheid, hun twijfels, het obsessieve zoeken naar de minimale verbeteringen die opgeteld het verschil kunnen maken tussen winst en verlies.
Wielrennen op het hoogste niveau is meer dan hard fietsen: het gaat ook om het beste materiaal, om aerodynamica, om uitgekiende voeding die op de gram wordt afgewogen. Wielrennen gedijt bij wetenschap, bij meetbare kennis. Het geleverde vermogen per kilo lichaamsgewicht: dat wordt de maatstaf om te zien of de vorm er is, om een renner al dan niet te selecteren of een contract aan te bieden.
Maar wetenschap alleen maakt niet de sport, en ook niet een ambitieuze wielerploeg die de Tour wil winnen. Gelukkig maar. Het plan omvat zoveel meer dan het meetbare, het controleerbare, het planmatige. Het gaat ook over emoties: het geluk van de winst, de ontgoocheling bij een verlies. Over groeiend of tanend zelfvertrouwen, en de omgang met druk, verwachtingen en teleurstellingen; over (letterlijk!) vallen, opstaan en weer doorgaan, over veerkracht en improvisatie. En over het toeval dat de plannen doorkruist, de onverwachte wendingen die sport c.q. wielerwedstrijden zo fascinerend kunnen maken.
Boers laat ook zien hoe sterk de band is tussen het fysieke en mentale aspect in het wielrennen, en hoe groot het belang is van het groepsproces – ja, wielrennen is een teamsport – voor het beoogde succes. Het motto van de ploeg – ‘samen winnen’ – is geen loze kreet, maar blijkt uiteindelijk de sleutel te zijn om de onverslaanbaar geachte Tadej Pogačar te ‘kraken’.
Met een fijne pen laat Boers al deze facetten van de zoektocht van Jumbo-Visma aan bod komen, wat resulteert in een rijk gelaagd verhaal dat niet alleen voor de hardcore wielervolger het lezen waard is. De opzet slaagt en daarmee eindigt zijn verhaal.
Wat het verhaal mooi maakt, is niet alleen het slot ervan, maar vooral de weg die de ploeg aflegt om bij het happy end te komen: van het dramatische verlies van de gele trui op de voorlaatste dag in de Tour van 2020 naar de glorieuze winst op de Hautacam (col de Tramassel) in de Tour van 2022; van deceptie naar euforie, van ongeloof naar geloof, van samen verliezen naar samen winnen. Geen echte zoektocht zonder tegenslagen die moeten worden overwonnen, geen mooiere overwinning dan na het incasseren van een groot verlies.
1
Reageer op deze recensie