'Hart onder de riem'-steker bij kattensterfte
Als dierenliefhebber, hondenbaas, kattenpersoneel is het lastig om niet begrepen te worden als je een huisdier verliest. Vrienden die geen huisdieren hebben, vatten niet altijd dat er tranen bij komen kijken. Daarbij snappen niet alle hondenbaasjes dat het net zo erg is om een kat te moeten missen dan de hondse metgezel. Eenzaamheid en verdriet wordt dan in stilte gedragen. Voor die mensen is er een schattig, verdrietig en lief boekje van iemand die hetzelfde heeft meegemaakt.
Vilan van de Loo, journalist, schrijfster, spreekster, ghostwriter, leefde bijna zeventien jaar samen met haar kat Tim. Kort voordat hij de gezegende leeftijd van twintig zou bereiken, stierf hij, na een kort ziekbed. En alhoewel dit niet haar eerste overleden kat was, had Van de Loo het er zwaar mee. Ze had opgezien tegen een leven zonder Tim en nu het zover was, bleek het inderdaad niet mee te vallen. Ze ruimde hartstochtelijk op, poetste het huis, gooide veel weg, maar bewaarde ook veel van Tims spulletjes. Het huis was leeg en de dagen evenzo.
Tot het tijd was om een andere kat uit het asiel te halen. Van de Loo beschrijft het schuldgevoel, de opluchting, de opwinding en nieuwigheid van 'de andere kat'. Adelbert Cornelis heet de nieuwe, ook rood, net als Tim, maar verder toch heel anders. Bert of Bertje wilde wel knuffelen, maar niet op schoot. Wilde niet in de slaapkamer slapen, terwijl Tim dat wel altijd deed. Een mix van rouw, gewenning en verwarring volgt.
Amper 100 bladzijden telt deze 'kleine autobiografie van rouwen en liefhebben'. Het is geen handleiding voor huisdierenrouw en het is geen huilerig treurboek. Het is lief, aandoenlijk en soms ook grappig. Van de Loo duikt enigszins het spirituele hoekje in met haar wens Tim nog eens terug te zien of te kunnen ontdekken hoe het met hem gaat, daar aan gene zijde of waar hij dan ook naartoe mag zijn gereisd. Voor de nuchtere mens is deze spirituele lading niet ontsporend. Het kan een uiting zijn van de bekendheid met een diertje na 17 jaren samenzijn. Wie een dier is verloren, kent ongetwijfeld wel de schaduwen in ooghoeken die ineens de vorm van het overleden dier aannemen. Dat is puur de verwachting van een langslopend huisdier, zoals hij of zij dat jaren heeft gedaan. De plukken haar die je nog vindt, de gewoontes die je los moet laten. In die vorm blijft een geest van een huisdier zeker wel een tijd hangen in een huis (en hart).
Een handleiding is het dus niet en heel veel heeft het niet om het lijf, maar het is wel een stukje troost, een stukje medeleven en herkenning. Lees het niet te snel na het verlies van een geliefd dier, want dan komen de waterlanders zeker wel.
Reageer op deze recensie