Een schrift waar je zelf aantekeningen in gaat maken
Een vrolijk gekleurd kookschrift spettert van mijn tafel. Met ronde hoeken, meer dan 100 recepten uit de hele wereld, kleurrijke illustraties en kleurrijke sfeer-en recept foto’s ligt daar Rachel Khoo’s Kookschrift te wachten om gelezen te worden.
Rachel Khoo. Je kent haar wellicht van Chez Rachel of Mijn Franse keuken of haar tv-programma’s. Maar deze prachtige vrouw is meer dan alleen de Franse keuken. Haar Britse afkomst, een Maleisische moeder en Oostenrijkse vader en woonplaatsen in Engeland, Duitsland en Frankrijk. Het zijn de ingrediënten geweest voor haar veelzijdige culinaire achtergrond en kookstijl. Tel daar de studie in grafisch design, webdesign en fotografie bij op en je hebt iemand met alles in huis voor een creatieve (hersen)pan. Niet voor niets is dit alweer haar vijfde kookboek. Nu geen pure Franse keuken maar een boek dat is geïnspireerd op haar reizen en eetervaringen. Rachel Khoo's kookschrift is bedoeld om jou als lezer aan het koken te krijgen.
Het kleurrijke en speelse boek bevat voorgerechten, hoofdgerechten, zoete gerechten en zelfgemaakt lekkers. Achterin vind je nog een hoofdstukje over benodigdheden en aantekeningen en ingrediënten. Hoewel die laatste twee voor mij redelijk overbodig zijn.
Het hoofdstuk met zelfgemaakte lekkers bevat recepten die je vaak koopt uit gemak maar zelfgemaakt volgens Rachel lekkerder zijn. Zoals zoete chilisaus, truffels, gestoomde broodjes of zelfgemaakte mayonaise. Bladerend doe ik een greep uit de recepten die in het boek staan: Scheermessen met tzatziki en granaatappel, Appeltaart geïnspireerd op een Amsterdams voorbeeld, gestoomde broodjes met teriyakizalm, Courgettelinguini met drie sauzen, zeevruchtenchili met tortillabakjes, pistache granaatappeltaart, vegetarische shepherd’s pie of gestoofd buikspek. Lekker divers en duidelijk uit diverse windstreken van de wereld.
Elk recept bevat een inleiding over het recept zelf of waar Rachel haar inspiratie vandaan haalde. Dan volgt de hoeveelheid personen waarvoor het bedoelt is, de bereidingstijd en de kook/oventijd. Dat laatste vind ik eigenlijk wat verwarrend. Want ik zie een kooktijd toch wel hetzelfde als bereidingstijd. Een oventijd overigens weer niet perse. Maar als iets 10 minuten moet bakken is dat wellicht kooktijd maar ben ik er nog steeds mee bezig als ik het niet wil laten aanbranden. En dus ook bereidingstijd. In zoverre vind ik dat wat verwarrend.
Al lezende constateer ik dat de recepten nergens echt ingewikkeld zijn. Ook de complexiteit van de ingrediënten valt erg mee. Naast de overzichtelijke bereidingswijze bevatten veel recepten extra tips voor de bereidingswijze. Ook staat er een kopje “vooruit werken” zodat je op de dag dat je het wil koken sneller klaar bent. De kleurrijke illustraties van Rachel geven sfeer evenals de altijd prachtige foto’s van fotograaf David Loftus. Het maakt het boek een feest om door te kijken al kunnen sommige lezers het wellicht als te druk ervaren. Als spareribsliefhebber ging ik voor Rachel’s spareribs.
Ingrediënten:
1,5 a 2 kg runderspareribs
2 lenteuitjes in dunne ringetjes
Voor de marinade
1 blik kerstomaten (400 g verkrijgbaar bij de biologische winkel of online) fijngesneden
50 g rietsuiker
1 el tomatenpuree
1 chipotlepeper
2 tl witte peper
100 ml rodewijnazijn
1 el vissaus of worchestersaus
5 tenen knoflook, gepeld en fijngehakt
Voor de rauwkost
250 g knolselderij
1 rode appel
4 wortels
150 g creme fraiche
4 el wittewijnazijn
1 el grove mosterd
Een mespunt fijne kristalsuiker
Zeezout en versgemalen peper
Doe alle ingredienten voor de marinade in een kom en meng ze goed. Doe de spareribs met de marinade in een grote plastic zak en laat minimaal 1 uur (maar het liefst een paar uur of een nacht) marineren.
Verwarm de oven voor op 150 graden (heteluchtoven). Schep de ribbetjes en de marinade over in een grote braadslee. Dek af met aluminiumfolie en bak 2 tot 3 uur in de oven, of tot het vlees gaar is en uit elkaar begint te vallen. Verhoog de oventemperatuur naar 200 graden (heteluchtoven). Haal de aluminiumfolie eraf en smeer de ribbetjes in met de marinade. Laat het vlees nog 30 minuten bakken en smeer ondertussen nog een paar keer in met de marinade uit de braadslee. De saus moet kleverig en dik zijn en de spareribs donkerbruin en glanzend. Haal de braadslee uit de oven en laat alles afkoelen tot je de spareribs met je vingers kunt vastpakken. Wil je de saus nog wat indikken, haal de ribbetjes dan uit de braadslee, dek ze af met folie en zet ze opzij. Giet de saus over in een kleine steelpan en laat hem inkoken tot de gewenste dikte. Smeer de ribbetjes hier voor het serveren weer mee in.
Maak ondertussen de rauwkost. Schil de knolselderij en de wortels en snijd ze in fijne lucifers. Je kunt ze ook raspen, bijvoorbeeld met een mandoline of keukenmachine. Schil de appel, verwijder het klokhuis en snijd de appel in fijne lucifers of rasp hem. Doe de ingredienten voor de salade in een kom. Schep de rest van de ingredienten voor de rauwkost erdoor. Proef of er nog zout en peper bij moet. Leg de spareribs op een mooi bord en strooi er in het midden de lente-uitjes op. Serveer met de rauwkost apart ernaast.
Voor dit recept gebruikte ik een blik gewone tomaten en varkensribben. De peper liet ik voor de marinade voor mijn kinderen achterwege maar voegde ik op het eind weer toe aan mijn portie. De spareribs waren mooi gaar en mals en vielen na bereiding van het bot. De smaak was goed. Alleen niet spannend. Ik raakte het ook een beetje zat na een halve rib. Het voelde qua saus dan ook een beetje als een veilige keuze. Goed te eten, begrijp me niet verkeerd, maar er ontbrak een wauw factor.
Ik maakte nu al drie recepten uit het boek en ervaar eigenlijk dat een beetje als bottom line voor dit boek. Het biedt smakelijke en laagdrempelige recepten. Dat zie je terug in de hoeveelheid ingrediënten en simpele bereidingswijze. Maar de smaken zijn niet heel uitgesproken. Goed maar niet spannend. Daarmee is het een heel fijn boek voor de beginnende koks die een leuk basisrecept op tafel willen zetten. Ben je erg bedreven in de keuken dan biedt dit boek je inspiratie voor leuke recepten waarvan je weet dat ze in de basis prima zullen smaken maar waarbij je uitgedaagd wordt de smaken vooral zelf nog spannender of uitgesprokener te maken.
Reageer op deze recensie